ECLI:NL:GHSHE:2001:AA9906
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.J. van Muijen
- P. Fortuin
- A.F.M. Brenninkmeijer
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op vruchtgebruik en eigendomsoverdracht in de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 30 januari 2001, staat de belastingheffing op het recht van vruchtgebruik centraal. De belanghebbende, vertegenwoordigd door drs. J en mr. H van J belastingadviseurs, heeft bezwaar gemaakt tegen een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1989, opgelegd door de Inspecteur, vertegenwoordigd door drs. S en mr. A. De belanghebbende stelt dat hij de blote eigendom van een perceel grond heeft gekocht van N B.V. en dat er geen belastbare inkomsten uit vermogen zijn. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de belanghebbende verklaard dat de notariële akte van 15 juni 1989 een mondelinge overeenkomst betreft, maar het Hof oordeelt dat de akte duidelijk het zakelijk recht van vruchtgebruik vastlegt.
Het Hof concludeert dat de opbrengst van het vruchtgebruik, dat door de belanghebbende is ontvangen, moet worden opgenomen in het belastbare inkomen op basis van artikel 24 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. De belanghebbende heeft ook een subsidiaire stelling ingenomen, maar het Hof oordeelt dat deze stelling niet kan worden toegelaten, omdat deze te laat is ingediend. Het Hof bevestigt de bestreden uitspraak van de Inspecteur en oordeelt dat de ontvangen bedragen voor het vruchtgebruik als inkomsten uit vermogen moeten worden aangemerkt.
De uitspraak benadrukt de noodzaak om de juridische en fiscale implicaties van eigendomsoverdrachten en vruchtgebruik goed te begrijpen, vooral in het licht van de relevante wetgeving en jurisprudentie. Het Hof wijst erop dat de gekozen weg van de belanghebbende tot belastingheffing niet kan worden ontweken door alternatieve structuren, en bevestigt dat de ontvangen bedragen voor het vruchtgebruik als belastbaar inkomen moeten worden beschouwd. De proceskosten worden niet vergoed, aangezien de Inspecteur hier geen aanspraak op heeft gemaakt.