ECLI:NL:GHSHE:2001:AA9793
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Mr. van der Bend
- Mrs. Vonhögen
- Mr. Jansen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek tot opheffing en schorsing voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 25 januari 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een verzoek tot opheffing en schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De verdachte, die preventief gedetineerd was in het Huis van Bewaring te Roermond, had eerder op 9 november 2000 een verzoek tot opheffing van zijn voorlopige hechtenis ingediend, dat was afgewezen door de arrondissementsrechtbank te Roermond op 13 december 2000. Het hof overwoog dat, volgens de gewijzigde wetgeving, de verdachte niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn hoger beroep voor zover dit zich richtte tegen de afwijzing van het verzoek tot opheffing, omdat hij reeds eerder om opheffing had verzocht.
Daarnaast werd het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis, dat ter terechtzitting was gedaan, eveneens afgewezen. Het hof oordeelde dat het hoger beroep tegen een vonnis dat geen einduitspraak is, slechts gelijktijdig met het hoger beroep tegen de einduitspraak kan worden toegelaten. Hierdoor werd de verdachte ook niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep voor het verzoek tot schorsing.
Het hof concludeerde dat het niet bevoegd was om de voorlopige hechtenis op te heffen of te schorsen, gezien de niet-ontvankelijkheid van de verdachte. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter Mr. van der Bend en de raadsheren Mrs. Vonhögen en Mr. Jansen, in aanwezigheid van de griffier Dhr. de Jonge.