ECLI:NL:GHSHE:2000:AO5397

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 oktober 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C9800698/HE
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Rothuizen-Van Dijk
  • A. van Schaik-Veltman
  • J. Meulenbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de rechtsgeldigheid van een overeenkomst en de oprichting van een vennootschap

In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 oktober 2000, staat de rechtsgeldigheid van een overeenkomst tussen appellant en de besloten vennootschap Tulip Computers International B.V. centraal. Appellant, wonende in Duitsland, stelt dat Tulip de overeenkomst persoonlijk met hem heeft gesloten, omdat de in de overeenkomst genoemde vennootschap nooit is opgericht. Het hof heeft appellant in de gelegenheid gesteld om een Nederlandse vertaling van de in het Duits gestelde producties in het geding te brengen. Appellant heeft vervolgens twee producties ingediend, die betrekking hebben op een vennootschap genaamd "H-G-D Gesellschaft für Im- und Export von Holz, Industriewaren und Kunstgegenständen mbH". Tulip betwist echter dat deze vennootschap dezelfde is als de vennootschap met de naam "H-G-D Im- und Export GmbH", zoals genoemd in de overeenkomst van 5 juni 1992.

Het hof oordeelt dat appellant niet voldoende heeft aangetoond dat de vennootschap "H-G-D Im- und Export GmbH" op de datum van de overeenkomst een vennootschap in oprichting was en dat de oprichting daarvan nooit heeft plaatsgevonden. Het hof heeft geen acht geslagen op de in het Duits gestelde, niet in het Nederlands vertaalde producties, en concludeert dat de stelling van appellant niet aannemelijk is geworden. De grieven van appellant worden verworpen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 13 februari 1998. Appellant wordt veroordeeld in de kosten van de appelprocedure, die door het hof zijn begroot op f 440,-- voor verschotten en f 3.400,-- voor salaris van de procureur.

Uitspraak

typ. JZ
rolnr. C9800698/HE
ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 'S-HERTOGENBOSCH,
tweede kamer, van 17 oktober 2000,
gewezen in de zaak van:
[APPELLANT],
wonende te [woonplaats] (Duitsland),
appellant,
procureur: mr. W.M.C. van der Eerden,
t e g e n :
de besloten vennootschap TULIP COMPUTERS INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te 's-Hertogenbosch,
geïntimeerde,
procureur: mr. J.J.C.M. Groenen,
als vervolg op het in deze zaak gewezen tussenarrest van 2 mei 2000.
6. Het verdere verloop van de procedure
Bij tussenarrest heeft het hof [appellant] in de gelegenheid gesteld een Nederlandse vertaling van de in de Duitse taal gestelde producties in het geding te brengen en voorts het hof bepaalde informatie te verschaffen.
Bij akte producties heeft [appellant] twee producties in het geding gebracht, waarna Tulip een akte uitlating producties heeft genomen.
Vervolgens hebben partijen de gedingstukken wederom voor arrest overgelegd.
7. De verdere beoordeling
7.1 De twee producties, waarvan [appellant] bij akte na tussenarrest vertalingen in het geding heeft gebracht, betreffen een bedrijf met de naam "H-G-D Gesellschaft für Im- und Export von Holz, Industriewaren und Kunstgegenstanden mbH".
Tulip betwist dat deze vennootschap dezelfde is als de vennootschap met de naam "H-G-D Im- und Export GmbH", genoemd in de overeenkomst d.d. 5 juni 1992.
Nu [appellant] niet ingaat op dit verweer van Tulip en het een feit van algemene bekendheid is dat verschillende vennootschappen van één aandeelhouder vaak enigszins gelijkluidende namen hebben, kan het hof er niet zonder meer van uitgaan dat genoemde gedingstukken iets zeggen over de vennootschap met de naam "H-G-D Im- und Export GmbH".
7.2 Veronderstellenderwijs ervan uitgaande dat de hiervoor genoemde producties wel dezelfde vennootschap betreffen als de vennootschap, genoemd in de overeenkomst van 5 juni 1992, dan valt naar het oordeel van het hof uit voornoemde producties niet met voldoende zekerheid op te maken dat de vennootschap "H-G-D Im- und Export GmbH" op 5 juni 1992 een vennootschap in oprichting was en dat de oprichting daarvan nooit daadwerkelijk is geschied.
Dit valt evenmin uit de andere in het Nederlands gestelde of in het Nederlands vertaalde producties op te maken.
Het hof heeft bij het beoordelen van voornoemde vraag geen acht geslagen op de in de Duitse taal gestelde, niet in het Nederlands vertaalde producties. Het hof verwijst hiervoor naar hetgeen in het tussenarrest in r.o. 4.3 is overwogen.
7.3 De stelling van [appellant], dat Tulip de overeenkomst met [appellant] persoonlijk heeft gesloten omdat de in de overeenkomst genoemde vennootschap nooit is opgericht, is derhalve niet aannemelijk geworden. Uit het voorgaande volgt dat niet is komen vast te staan dat [appellant] zelf rechten kan doen gelden uit de overeenkomst van 5 juni 1992. De grieven I en II kunnen derhalve geen doel treffen. Grief III behoeft geen bespreking nu deze is gericht tegen een overweging ten overvloede in het vonnis van de rechtbank.
7.4 Het beroepen vonnis dient bekrachtigd te worden. [appellant] zal als de in hoger beroep in het ongelijk gestelde partij veroordeeld worden in de kosten van de appelprocedure.
8. De beslissing
Het hof:
bekrachtigt het vonnis d.d. 13 februari 1998 van de rechtbank te 's-Hertogenbosch, waarvan beroep;
veroordeelt [appellant] in de kosten van de procedure in hoger beroep, welke kosten het hof aan de zijde van Tulip tot op heden begroot op f 440,-- voor verschotten en op f 3.400,-- voor salaris procureur.
Dit arrest is gewezen door de mrs. Rothuizen-Van Dijk, Van Schaik-Veltman en Meulenbroek en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 17 oktober 2000.