parketnummer : 20.001795.99
uitspraakdatum : 24 maart 2000
tegenspraak;
GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 28 juni 1999 in de strafzaak onder parketnummer 01/035079-99 tegen:
[verdachte],
geboren te Zgierz (Polen), 1977,
thans preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "De Oosterhoek" te Grave.
De verdachte heeft tijdig tegen genoemd vonnis hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de eerste rechter.
Omwille van de leesbaarheid en de duidelijkheid zal het hof de bij inleidende dagvaarding onder 1 en 2 primair en subsidiair impliciet cumulatief tenlastegelegde feiten lezen als waren deze als verschillende feiten naast elkaar in de tenlastelegging opgenomen.
Het hof zal deze feiten afzonderlijk nummeren.
Met inachtneming van het vorenstaande is aan de verdachte ten laste gelegd dat hij:
1a. op een of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 27 februari 1999 te Geldrop en/of te Mierlo en/of te Helmond en/of te Sterksel en/of te Maarheeze en/of (een) andere plaats(en) in Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door tezamen en in vereniging met die ander(en), althans alleen, genoemde [slachtoffer] opzettelijk en wederrechtelijk te dwingen in zijn auto plaats te nemen en/of (vervolgens) die [slachtoffer] in de auto mee te voeren naar Geldrop en/of die [slachtoffer] onder woordelijke en fysieke dreiging te dwingen met hem, verdachte, en/of een of meer van zijn, verdachtes, mededader(s) per fiets te gaan naar Helmond en/of Mierlo, althans enige plaats in het arrondissement 's-Hertogenbosch en/of die [slachtoffer] te beletten te gaan waar(heen) die wilde gaan;
1b. op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 27 februari 1999 te Geldrop en/of te Mierlo en/of te Helmond en/of te Sterksel en/of te Maarheeze en/of (een) andere plaats(en) in Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een aantal schriftelijke bescheiden (een paspoort en/of een rijbewijs) en/of een horloge en/of een hoeveelheid geld en/of een telefoon en/of een auto en/of andere goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, genoemde [slachtoffer] heeft geslagen en/of geschopt en/of vastgehouden en/of meermalen door woord en/of gebaar met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel heeft bedreigd;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 27 februari 1999 te Geldrop en/of te Mierlo en/of te Helmond en/of te Sterksel en/of te Maarheeze en/of (een) andere plaats(en) in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een aantal schriftelijke bescheiden (een paspoort en/of een rijbewijs) en/of een auto en/of een telefoon en/of een horloge en/of een hoeveelheid geld en/of andere goederen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) genoemde [slachtoffer] heeft/hebben geslagen en/of geschopt en/of vastgehouden en/of meermalen door woord en/of gebaar met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel heeft/hebben bedreigd;
2a. op een of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 27 februari 1999 te Geldrop en/of te Mierlo en/of te Helmond en/of te Sterksel en/of te Maarheeze en/of (een) andere plaats(en) in Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door tezamen en in vereniging met die ander(en), althans alleen, genoemde [slachtoffer] opzettelijk en wederrechtelijk te dwingen in zijn auto plaats te nemen en/of (vervolgens) die [slachtoffer] in de auto mee te voeren en/of die [slachtoffer] te dwingen in de kofferbak van een auto te gaan liggen en/of die kofferbak te sluiten en/of (vervolgens) die [slachtoffer] te vervoeren en/of die [slachtoffer] te dwingen in een door verdachte en/of zijn mededader(s) beheerde auto te blijven en/of die [slachtoffer] te beletten te gaan waar(heen) die wilde gaan;
2b. op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 27 februari 1999 te Geldrop en/of te Mierlo en/of te Helmond en/of te Sterksel en/of te Maarheeze en/of (een) andere plaats(en) in Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een aantal schriftelijke bescheiden (een paspoort en/of een rijbewijs) en/of een horloge en/of een hoeveelheid geld en/of een telefoon en/of een auto en/of andere goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, genoemde [slachtoffer] heeft geslagen en/of geschopt en/of vastgehouden en/of meermalen door woord en/of gebaar met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel heeft bedreigd;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 27 februari 1999 te Geldrop en/of te Mierlo en/of te Helmond en/of te Sterksel en/of te Maarheeze en/of (een) andere plaats(en) in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een aantal schriftelijke bescheiden (een paspoort en/of een rijbewijs) en/of een auto en/of een telefoon en/of een horloge en/of een hoeveelheid geld en/of andere goederen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) genoemde [slachtoffer] heeft/hebben geslagen en/of geschopt en/of vastgehouden en/of meermalen door woord en/of gebaar met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel heeft/hebben bedreigd.
In deze weergave van de tenlastelegging zijn de in eerste aanleg toegelaten wijzigingen begrepen.
Voor zover in de tenlastelegging schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn die schrijffouten in deze weergave van de tenlastelegging door het hof verbeterd en de omissies opgeheven. De verdachte is door deze verbetering niet in de verdediging geschaad.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1a, onder 1b primair, onder 2a en onder 2b primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat hij:
1a. op 27 februari 1999 te Geldrop en te Mierlo, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door tezamen en in vereniging met die anderen genoemde [slachtoffer] opzettelijk en wederrechtelijk te dwingen in zijn auto plaats te nemen en vervolgens die [slachtoffer] in de auto mee te voeren naar Geldrop en die [slachtoffer] onder woordelijke en fysieke dreiging te dwingen met hem, verdachte, en twee van zijn, verdachtes, mededaders per fiets te gaan naar Mierlo en die [slachtoffer] te beletten te gaan waarheen die wilde gaan;
1b. op 27 februari 1999 te Mierlo tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een aantal schriftelijke bescheiden (een paspoort en een rijbewijs) en een horloge en een hoeveelheid geld en een telefoon en een auto, toebehorende aan [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen genoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen genoemde [slachtoffer] heeft geslagen en vastgehouden en door gebaar met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel heeft bedreigd.
2a. op of omstreeks 27 februari 1999 te Maarheeze en andere plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door tezamen en in vereniging met die anderen genoemde [slachtoffer] opzettelijk en wederrechtelijk te dwingen in zijn auto plaats te nemen en vervolgens die [slachtoffer] in de auto mee te voeren en die [slachtoffer] te dwingen in de kofferbak van een auto te gaan liggen en die kofferbak te sluiten en vervolgens die [slachtoffer] te vervoeren en die [slachtoffer] te dwingen in een door verdachte en/of zijn mededaders beheerde auto te blijven en die [slachtoffer] te beletten te gaan waarheen die wilde gaan;
2b. op of omstreeks 27 februari 1999 te Maarheeze tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een paspoort en een horloge en een hoeveelheid geld en een auto en andere goederen, toebehorende aan [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen genoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen genoemde [slachtoffer] heeft geslagen en vastgehouden.
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1a, 1b primair, 2a en 2b primair meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen, zodat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
De door het hof gebruikte bewijsmiddelen
De door het hof gebruikte bewijsmiddelen staan vermeld in de aanvulling als bedoeld in de artikelen 365a en 365b van het Wetboek van Strafvordering; deze aanvulling is aan dit arrest gehecht.
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit.
Het onder 1a en onder 2a bewezen verklaarde is telkens als misdrijf voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 282, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht juncto artikel 47 van dat wetboek.
Het onder 1b en onder 2b bewezen verklaarde is telkens als misdrijf voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 312, eerste lid, en tweede lid, aanhef en onder 2e, van het Wetboek van Strafrecht juncto artikel 310 van dat wetboek.
Het bewezenverklaarde moet worden gekwalificeerd zoals hierna in de beslissing wordt vermeld.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf of maatregel
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar. De verdachte is in hoger beroep gekomen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de tijd van zes jaar.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen hoofdstraf bepaald op grond van de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Het slachtoffer [slachtoffer] werd op 27 februari 1999 bij een autosloperij te Geldrop in verband met onenigheid over een beweerdelijke geldschuld opgewacht door verdachte en zijn drie mededaders. Na enig aandringen stemde [slachtoffer] ermee in een drietal personen, onder wie verdachte, in zijn auto naar Mierlo te vervoeren. In Mierlo is [slachtoffer] door de verdachte en zijn mededaders bedreigd en geslagen en is hij beroofd van een aantal goederen, waaronder zijn auto, een horloge en een hoeveelheid geld. De verdachte heeft vervolgens tezamen met zijn mededaders het slachtoffer wederrechtelijk van zijn vrijheid beroofd door hem te dwingen achterin zijn auto plaats te nemen. Vervolgens is [slachtoffer] in zijn door een medeverdachte bestuurde auto naar Geldrop vervoerd. Aldaar moest het slachtoffer uitstappen en is hij onder woordelijke en fysieke dreiging gedwongen met verdachte en twee van zijn medeverdachten naar Mierlo te fietsen.
Tijdens de fietstocht is het slachtoffer voortdurend door verdachte en zijn mededaders bedreigd en geslagen. Hem werd onder meer toegevoegd dat hij in de bossen zijn eigen graf moest graven en dat hij in het kanaal zou worden gedumpt. Nadat [sla[slachtoffer] in Mierlo is gedwongen een schuldbekentenis te tekenen, mocht hij vertrekken.
Verdachte heeft niet geschroomd ook zelf geweld uit te oefenen en bedreigingen te uiten.
Later die dag is verdachte met een aantal medeverdachten naar een woning te Maarheeze gereden waar het slachtoffer [slachtoffer] verbleef. In die woning is [slachtoffer] door verdachte en zijn medeverdachten geschopt en geslagen. Vervolgens is het slachtoffer uit die woning gesleurd. Buiten is hij opnieuw geslagen, waarbij verdachte als ergste tekeer is gegaan.
Van [slachtoffer] zijn vervolgens de sleutels van zijn auto gestolen. Ook is hij door verdachte en zijn mededaders beroofd van een aantal goederen, waaronder een horloge, een hoeveelheid geld en een gouden halsketting.
De verdachte heeft vervolgens tezamen met zijn mededaders het slachtoffer wederrechtelijk van zijn vrijheid beroofd door hem te dwingen achterin zijn auto plaats te nemen. Vervolgens is [slachtoffer] in zijn door verdachte bestuurde auto naar een bospad vervoerd. Aldaar is het slachtoffer door verdachte en een aantal van zijn mededaders met geweld uit de auto gesleurd. Hij is opnieuw geslagen en geschopt en hem werd onder meer toegevoegd dat hij zijn eigen graf moest graven en dat hij zou worden doodgeslagen. Vervolgens is [slachtoffer] gedwongen in de kofferbak van een andere auto te gaan liggen en is hij vervoerd naar een parkeerterrein bij een water. Na enige uren is het slachtoffer vrijgelaten. Een van de groep ontvoerders is met de auto van het slachtoffer weggereden, waarna die auto niet meer werd aangetroffen.
Verdachte heeft tezamen met zijn mededaders aldus twee landgenoten wederrechtelijk hun vrijheid ontnomen en deze personen van een aantal goederen beroofd. Dit zijn feiten die zo ernstig zijn en voor de direct betrokkenen en de samenleving zo verontrustend dat alleen een vrijheidsbenemende straf in aanmerking komt.
Het hof heeft bij de bepaling van de duur van de hoofdstraf in aanmerking genomen dat naar de ervaring leert de slachtoffers van de bewezenverklaarde geweldsdelicten nog lange tijd de nadelige psychische gevolgen zullen ondervinden van wat hun is overkomen.
Overigens heeft het hof daarbij in strafmatigende zin in aanmerking genomen dat -blijkens het de verdachte betreffende uittreksel uit het Algemeen documentatieregister- de verdachte in Nederland nog niet eerder terzake strafbare feiten is veroordeeld.
Onder deze omstandigheden is een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar gerechtvaardigd.
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep ten verwere aangevoerd dat, nu zich bij de stukken niet een afschrift van het bevel tot verlenging van de inverzekeringstelling van verdachte bevindt en een dergelijk bevel ook niet aan de verdachte is uitgereikt, sprake is van onrechtmatige detentie van verdachte, welke omstandigheid in matigende zin invloed dient te hebben op de op te leggen straf.
Het hof verwerpt dit verweer.
Ingevolge vaste jurisprudentie kunnen gebreken aan een aan een vordering tot voorlopige hechtenis voorafgaande inverzekeringstelling geen zelfstandige grond vormen tot afwijzing van die vordering. Bijzondere omstandigheden, waardoor dit in het onderhavige geval anders zou zijn, zijn niet aannemelijk geworden. De detentie, waarin verdachte zich thans bevindt, is derhalve niet onrechtmatig.
Bij de op te leggen straf zal het hof ingevolge het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht bevelen dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van die gevangenisstraf daarop geheel in mindering zal worden gebracht.
Langs deze weg wordt naar het oordeel van het hof het door het gebrek veroorzaakte nadeel in voldoende mate gecompenseerd.
De inbeslaggenomen voorwerpen
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven GSM-telefoon, merk Panasonic, type G450, kleur blauw moet worden teruggegeven aan [slachtoffer], zijnde degene die blijkens het onderzoek ter terechtzitting redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
HET GERECHTSHOF TE 'S-HERTOGENBOSCH
AANVULLING BEWIJSMIDDELEN
[verdachte],
geboren te Zgierz (Polen), 1977,
thans preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "De Oosterhoek" te Grave.
Aangevuld door het gerechtshof op ..........
en ondertekend op die datum door mr. Harmsen.
De toegepaste wettelijke voorschriften
De strafoplegging is gegrond op de artikelen: 10, 27, 47, 57, 282, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Vernietigt het beroepen vonnis en doet opnieuw recht.
Verklaart, zoals hiervoor is overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1a, onder 1b primair, onder 2a en onder 2b primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 1a, onder 1b primair, onder 2a en onder 2b primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert:
sub 1a en sub 2a telkens:
"Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden";
sub 1b: "Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen";
sub 2b: "Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen".
Verklaart de verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van vier jaar.
Beveelt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf daarop geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast de teruggave van het navolgende inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een GSM-telefoon, merk Panasonic, type G450, kleur blauw, aan: [slachtoffer], geboren te Przemysl (Polen), op 13 maart 1977, wonende te [adres] Przemysl (Polen).
Dit arrest is gewezen door Mr. Huurman-van Asten, als voorzitter
Mrs. Harmsen en Ficq, als raadsheren
in tegenwoordigheid van Mr. Looijmans, als griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 maart 2000.
[verdachte],
geboren te Zgierz (Polen), op 4 maart 1977,
wonende te [woonplaats]
thans preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Oosterhoek" te Grave
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande
Is bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 28 juni 1999 ter zake van:
t.a.v. sub 1: "Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden, meermalen gepleegd", t.a.v. sub 2: "Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd",
veroordeeld tot:
een gevangenisstraf voor de tijd van drie jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, met teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen aan de rechthebbende.