ECLI:NL:GHSHE:2000:AA8820
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- J. van der Velden
- A. Jurgens
- M. Aerden
- Rechtspraak.nl
Beklag ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering inzake niet vervolgen van klagers wegens diefstal
Op 20 november 2000 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een zaak waarin klagers een beklag hadden ingediend op basis van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. De klagers, die beschuldigd werden van winkeldiefstal, hadden in 1995 een transactie aangeboden gekregen van de officier van justitie. Na het voldoen aan de voorwaarden van deze transactie, dienden de klagers op 24 augustus 2000 een klaagschrift in bij het hof, met het verzoek om vervolging te bevelen. Dit verzoek was ingegeven door de wens om de vermelding van het transactie-aanbod uit hun justitiële documentatie te laten schrappen, omdat dit hen belemmerde bij het aanvragen van een verblijfsvergunning.
De advocaat-generaal adviseerde het hof om de klagers niet-ontvankelijk te verklaren in hun beklag. Het hof overwoog dat het horen van klagers in raadkamer niet noodzakelijk was, gezien de omstandigheden van de zaak. Het hof oordeelde dat de termijn voor het indienen van het beklag, die drie maanden na het voldoen aan de transactievoorwaarden bedraagt, was overschreden. Klagers hadden hun beklag pas op 4 september 2000 ingediend, terwijl de termijn al enkele jaren verstreken was. Er waren geen omstandigheden aangevoerd die rechtvaardigden dat van deze termijn afgeweken zou moeten worden.
Uiteindelijk verklaarde het hof de klagers niet-ontvankelijk in hun beklag, met de overweging dat het advies om de transactie te betalen in de gegeven omstandigheden juist en voor de hand liggend was. De uitspraak werd gedaan door mr. J. van der Velden als voorzitter, bijgestaan door mrs. A. Jurgens en M. Aerden als raadsheren, in aanwezigheid van dhr. de Jonge als griffier.