ECLI:NL:GHSHE:2000:AA8589
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Feith
- A. de Kok
- C. de Groot-Van Dijken
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over vergoeding van medische kosten na overlijden echtgenote
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank te Breda, waarin zijn vordering tot vergoeding van medische kosten voor zijn overleden echtgenote werd afgewezen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.A.J.M. van Laake, vordert vergoeding van kosten die zijn gemaakt voor medische behandeling in Thailand in 1995/1996. De onderlinge waarborgmaatschappij Centrale Zorgverzekeraars, Groep Aanvullende Verzekering Ziekenfonds (CZ), vertegenwoordigd door mr. E.E.M. van Schaijk-Böhm, voert aan dat deze kosten niet onder de dekking van de verzekering vallen, omdat de appellant op het moment van het aangaan van de verzekering op de hoogte was van de longafwijking van zijn vrouw.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellant niet-ontvankelijk was in zijn vordering tegen CZ Groep Ziektekosten, omdat er geen contractuele relatie bestond. In hoger beroep heeft de appellant vijf grieven aangevoerd, waaronder dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij niet op de hoogte was van de ziekte van zijn vrouw op het moment van het aangaan van de verzekering. Het hof oordeelt dat de appellant zijn informatieplicht heeft geschonden door geen melding te maken van de bestaande ziekte bij het aangaan van de verzekering.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, met verbetering van de gronden, en veroordeelt de appellant in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het correct verstrekken van informatie bij het aangaan van een verzekering en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichting.