ECLI:NL:GHSHE:2000:AA7831
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B. Bod
- Huijbers-Koopman
- Kranenburg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de verdeling van de voormalige echtelijke woning en hypotheekschuld na overlijden ex-echtgenoot
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 19 oktober 2000, betreft het een hoger beroep van de vrouw (appellante) tegen een vonnis van de president van de rechtbank te K, dat op 16 december 1999 in kort geding werd gewezen. De vrouw had in eerste aanleg een vordering ingesteld om de erfgenamen van haar overleden ex-echtgenoot N te verplichten mee te werken aan de taxatie van de voormalige echtelijke woning aan de M-straat te K. De erfgenamen, die in incidenteel appel zijn, hebben de vordering van de vrouw bestreden en zelf een grief ingediend, waarin zij stellen dat de president een taxateur had moeten benoemen.
De vrouw stelde dat er in juni 1999 overeenstemming was bereikt over de toedeling van de woning en de hypotheekschuld, maar het hof oordeelde dat niet was aangetoond dat er ook overeenstemming was bereikt over de verdeling van de hypotheekschuld. De vrouw had aanvankelijk een andere opvatting over de verdeling van de hypotheekschuld dan de man, en het hof concludeerde dat de president de vordering van de vrouw terecht had afgewezen. De vrouw bood in hoger beroep aan om een bedrag aan de erfgenamen te betalen, maar het hof oordeelde dat dit aanbod niet meer tot een overeenkomst kon leiden.
Het hof oordeelde verder dat de erfgenamen niet voldoende spoedeisend belang hadden aangetoond voor hun verzoek om taxatie van de woning door een onafhankelijk deskundige. Het hof wees de vordering van de erfgenamen af en bekrachtigde het vonnis van de president. De kosten van het hoger beroep werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen, waarbij de vrouw werd veroordeeld in de kosten van het principaal appel en de erfgenamen in de kosten van het incidenteel appel.