ECLI:NL:GHSHE:2000:AA6982

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 juni 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
98/04441
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.J. van Muijen
  • P.H.A. Calis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de WOZ-waarde en inkomstenbelasting voor de heer J te V

In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 14 juli 2000 een mondelinge uitspraak gedaan inzake het beroep van de heer J te V tegen de uitspraak van de Inspecteur van de rijksbelastingdienst. De zaak betreft een bezwaarschrift van belanghebbende tegen de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1996. De mondelinge behandeling vond plaats op 30 juni 2000 in Roermond, waar de Inspecteur werd vertegenwoordigd door mr. R. Belanghebbende was niet verschenen.

Het Hof bevestigde de bestreden uitspraak en oordeelde dat de WOZ-waarde van de woning van belanghebbende, vastgesteld door de gemeente V op fl. 475.000,-- per 1 januari 1993, niet als uitgangspunt kan dienen voor de berekening van de waarde in het economische verkeer per 1 januari 1996. Belanghebbende had de woning ingrijpend verbouwd en had in totaal fl. 500.132,-- uitgegeven aan verbouwingen tot en met 1996. De taxateur van de Inspectie der registratie en successie had de waarde in het economische verkeer van de woning per 1 januari 1996 getaxeerd op fl. 775.000,--. Belanghebbende heeft geen taxatierapport overgelegd en kon niet aannemelijk maken dat de waarde lager was dan het door de taxateur vastgestelde bedrag.

Het Hof concludeerde dat het gelijk aan de zijde van de Inspecteur is en dat de bestreden uitspraak moet worden bevestigd. Er werden geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd op 14 juli 2000 vastgesteld door G.J. van Muijen, lid van de Kamer, en P.H.A. Calis, waarnemend-griffier. De partijen zijn op 25 juli 2000 in kennis gesteld van de uitspraak.

Uitspraak

BELASTINGKAMER
Nr. 98/04441
14 juli 2000
HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
PROCES-VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK
Het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, vierde enkelvoudige Belastingkamer, heeft inzake het beroep van de heer J te V tegen de uitspraak van het hoofd van de eenheid particulieren /ondernemingen te Q van de rijksbelastingdienst (hierna de Inspecteur) op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1996 , na de mondelinge behandeling van de zaak ter zitting van 30 juni 2000, gehouden te Roermond, alwaar namens de Inspecteur is verschenen en gehoord mr. R en alwaar is geconstateerd dat belanghebbende met schriftelijk bericht daaromtrent niet is verschenen, heden, 14 juli 2000, de volgende mondelinge uitspraak gedaan:
DE BESLISSING
Het Hof bevestigt de bestreden uitspraak.
DE GRONDEN
1. De gemeente V, een zogenaamde wetsfictiegemeente, heeft de zogenoemde WOZ- waarde van belanghebbendes woning vastgesteld op fl. 475.000,--. Dat is de door de gemeente V vastgestelde waarde van belanghebbendes woning in vrij opleverbare staat per 1 januari 1993.
2. De in 1 bedoelde waarde van belanghebbendes woning kan op geen enkele wijze dienen als uitgangspunt voor de berekening van de hier te hanteren waarde in het economische verkeer in vrij opleverbare staat per 1 januari 1996. Na de aankoop in 1992 heeft belanghebbende de woning in het kader van een meerjarenplan ingrijpend laten verbouwen . Hieraan is tot en met 1995 in totaal fl. 340.506,-- uitgegeven en tot en met 1996 in totaal fl. 500.132,--. Volledigheidshalve merkt het Hof nog op dat de WOZ, wat de heffing van de inkomstenbelasting betreft, eerst geldt met ingang van het belastingjaar 1997.
3. Een taxateur van de Inspectie der registratie en successie heeft de waarde in het economische verkeer van belanghebbendes woning in vrij opleverbare staat per 1 januari 1996 getaxeerd op fl. 775.000,--. Dit geschiedde op verzoek van de aanslagregelend ambtenaar in het kader van de aanslagregeling inkomstenbelasting /premie volksverzekeringen voor het jaar 1996 en de aanslagregeling vermogensbelasting voor het jaar 1997. Belanghebbende, die geen taxatierapport heeft overgelegd, heeft niet aannemelijk gemaakt dat de waarde in het economische verkeer in vrij opleverbare staat per 1 januari 1996 lager is dan het ter zake door de taxateur vastgestelde bedrag.
4. Het gelijk is aan de zijde van de Inspecteur. Voor dat geval is niet in geschil dat de bestreden uitspraak moet worden bevestigd.
Proceskosten
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal.
Aldus vastgesteld op 14 juli 2000 door G.J. van Muijen, lid van voormelde Kamer, in tegenwoordigheid van P.H.A. Calis, waarnemend-griffier, en op die datum in het openbaar uitgesproken.
Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op 25 juli 2000
Het aanwenden van een rechtsmiddel:
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak dit gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch).
Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor belanghebbende ƒ 150,=.
Het bestuursorgaan is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak een griffierecht van
ƒ 150,= verschuldigd.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het door de belanghebbende ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het door deze voor het beroep in cassatie verschuldigde griffierecht.