ECLI:NL:GHSHE:2000:AA6417

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 mei 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
99/02507
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het gebruik van handelsvoorraad voertuigen voor privédoeleinden in het belastingrecht

In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 24 mei 2000 uitspraak gedaan in het beroep van de heer V tegen de uitspraak van het Hoofd van de eenheid ondernemingen van de rijksbelastingdienst. De zaak betreft een bezwaarschrift van de heer V met betrekking tot de hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995. De mondelinge behandeling vond plaats op 10 mei 2000, waarbij de Inspecteur vertegenwoordigd was door drs. A. Het Hof heeft vastgesteld dat er misbruik wordt gemaakt van handelaarkentekens in de motorrijtuigenbelasting en dat de garageverzekering van belanghebbende ook dekking biedt bij privégebruik van voertuigen die tot de handelsvoorraad behoren.

Het Hof oordeelt dat belanghebbende niet overtuigend heeft aangetoond dat de voertuigen in het onderhavige jaar voor minder dan 1.000 kilometer voor privédoeleinden zijn gebruikt. Hierdoor is het gelijk aan de zijde van de Inspecteur. De uitspraak van de Inspecteur wordt bevestigd, en er wordt geen aanleiding gezien om de Inspecteur te veroordelen tot vergoeding van proceskosten, aangezien de Inspecteur geen aanspraak maakt op deze vergoeding. Het Hof heeft ook geen aanleiding gezien om het griffierecht dat door belanghebbende is betaald, geheel of gedeeltelijk door de Inspecteur te laten vergoeden.

De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzenddatum van de uitspraak een schriftelijk verzoek in te dienen om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Dit verzoek kan niet leiden tot een heroverweging van de gedane uitspraak, maar enkel tot een andere vorm van vastlegging.

Uitspraak

BELASTINGKAMER
Nr. 99/02507
HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
PROCES-VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK
Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, tweede meervoudige Belastingkamer, op het beroep van de heer V te G tegen de uitspraak van het Hoofd van de eenheid ondernemingen te N van de rijksbelastingdienst op zijn bezwaarschrift betreffende de hem voor het jaar 1995 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen.
De mondelinge behandeling
De mondelinge behandeling van de zaak heeft met gesloten deuren plaatsgevonden ter zitting van het Hof van 10 mei 2000 te 's-Hertogenbosch. Aldaar is toen verschenen en gehoord, namens de Inspecteur, de heer drs. A, verbonden aan de vorengenoemde eenheid van de rijksbelastingdienst.
Na behandeling van de zaak heeft het Hof heden, 24 mei 2000, de volgende mondelinge uitspraak gedaan.
De beslissing
Het Hof bevestigt de bestreden uitspraak.
De gronden
(1) Gelijk de Hoge Raad in zijn arrest van 24 augustus 1999, nr. 34 331, BNB 1999/392*, heeft overwogen, vormen de onderhavige beperkingen van de gebruiksmogelijkheden geen reden voor een andere bewijslastverdeling dan voortvloeit uit artikel 42, vijfde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
(2)Gelet op de door de Inspecteur op pagina 1, onderaan, en op pagina 2, bovenaan, van diens memorie na cassatie vermelde gegevens omtrent het misbruik dat op het gebied van de motorrijtuigenbelasting wordt gemaakt van zogeheten handelaarkentekens, alsmede gelet op de omstandigheid dat - naar het Hof op grond van de door de Inspecteur overgelegde brief van de desbetreffende verzekeraar van 15 november 1999 en diens fax van 16 november 1999 aannemelijk acht - belanghebbendes garageverzekering ook in geval van privé-gebruik van auto's welke tot de handelsvoorraad behoren dekking verleent, valt naar het oordeel van het Hof niet uit te sluiten dat ook door belanghebbende en/of diens
medefirmanten ondanks de beperkingen van de gebruiksmogelijkheden in privé gebruik wordt gemaakt van tot de handelsvoorraad van de firma behorende personenauto's. In verband hiermede heeft belanghebbende niet overtuigend aangetoond dat deze auto's in het onderhavige jaar voor minder dan 1.000 kilometer voor privé-doeleinden zijn gebruikt. Het gelijk is derhalve aan de zijde van de Inspecteur. Voor dit geval is niet in geschil dat de bestreden uitspraak moet worden bevestigd.
(3) Nu het beroep ongegrond is en bijzondere omstandigheden niet zijn gesteld of gebleken, vindt het Hof geen aanleiding de Inspecteur te veroordelen tot vergoeding van de door belanghebbende gemaakte proceskosten. De Inspecteur heeft ter zitting verklaard geen aanspraak te maken op vergoeding van proceskosten.
(4) Het Hof vindt geen aanleiding om met gebruikmaking van de hem in artikel 5, zevende lid, tweede volzin, van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken verleende bevoegdheid te gelasten dat het door belanghebbende voor deze zaak gestorte griffierecht ad fl. 80,= geheel of gedeeltelijk door de Inspecteur wordt vergoed.
(5) Gelet op al het vorenstaande moet worden beslist als eerder vermeld.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal.
Aldus vastgesteld op 24 mei 2000 door J.A. Meijer, voorzitter, M.E. van Hilten en J.W. Verstraate, en op die datum in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van Th.A.J. Kock, waarnemend-griffier.
Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 5 juni 2000
Het aanwenden van een rechtsmiddel:
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak dit gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch).
Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor belanghebbende fl. 150,=.
Het bestuursorgaan is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak eveneens een griffierecht van
fl. 150,= verschuldigd.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.