ECLI:NL:GHSHE:1998:AB0581
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van het Gerechtshof in belastingzaak betreffende Successiewet
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan op het beroep van Stichting X tegen de beslissing van de Inspecteur van de rijksbelastingdienst. De Inspecteur had besloten dat belanghebbende niet meer kon worden gerangschikt onder de rechtspersonen zoals bedoeld in artikel 24, vierde lid, van de Successiewet 1956. Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Inspecteur verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk. Hierop is belanghebbende in beroep gegaan bij het Hof.
De mondelinge behandeling vond plaats op 8 mei 1998, waarbij zowel belanghebbende als de Inspecteur aanwezig waren. Tijdens de zitting heeft belanghebbende een pleitnota ingediend. Het Hof heeft op 22 mei 1998 mondeling uitspraak gedaan, maar belanghebbende verzocht om een schriftelijke uitspraak. Deze werd op 2 december 1998 aan partijen verzonden.
In de gronden van de beslissing oordeelt het Hof dat de beschikking van de Inspecteur niet voor bezwaar vatbaar is, waardoor het Hof niet bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. De Inspecteur verklaarde ter zitting dat zijn beschikking niet op basis van een wettelijk voorschrift inzake belastingen was genomen. Dit leidde tot de conclusie dat de rechtbank (bestuurssector) bevoegd is om het geschil te behandelen. Het Hof heeft zich onbevoegd verklaard en bepaald dat het beroepschrift doorgezonden moet worden naar de rechtbank te A, waarbij het gestorte griffierecht van ¦ 75,-- aan belanghebbende wordt gerestitueerd.