ECLI:NL:GHSHE:1996:AA4344
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A. Meijer
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag en recht op aftrek wegens buitengewone lasten in het kader van co-ouderschap
In deze zaak gaat het om een belastingaanslag die is opgelegd aan belanghebbende voor het jaar 1992. De aanslag is gebaseerd op een belastbaar inkomen van fl. 52.293,= met een belastingvrije som van fl. 5.225,=. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur het belastbaar inkomen herzien naar fl. 53.243,= en de belastingvrije som verhoogd naar fl. 10.881,=. Belanghebbende heeft beroep aangetekend bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarbij hij stelt recht te hebben op aftrek wegens buitengewone lasten voor de kosten van levensonderhoud van zijn kind B, die hij in belangrijke mate heeft onderhouden.
De eerste mondelinge behandeling vond plaats op 27 november 1995, waarbij de Inspecteur aanwezig was, maar belanghebbende niet. Tijdens de tweede mondelinge behandeling op 24 juni 1996 waren beide partijen afwezig. Het Hof heeft op 8 juli 1996 mondeling uitspraak gedaan, waarbij de Inspecteur erkende dat de berekening van de aanvullende alleenstaande-ouderaftrek niet correct was. Het geschil spitst zich toe op de vraag of belanghebbende recht heeft op aftrek wegens buitengewone lasten, gezien de situatie van co-ouderschap met zijn ex-echtgenote A.
Het Hof oordeelt dat belanghebbende recht heeft op aftrek wegens buitengewone lasten, omdat hij B gedurende het jaar in belangrijke mate heeft onderhouden. De aanslag wordt verminderd tot een belastbaar inkomen van fl. 52.293,= met een belastingvrije som van fl. 12.356,=. De Inspecteur wordt veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van fl. 75,= aan belanghebbende.