ECLI:NL:GHSGR:2012:BY1977

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
4 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-000947-11
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging tijdens het Milan festival met meerdere slachtoffers

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 4 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging. De verdachte werd in eerste aanleg vrijgesproken van meerdere ernstige beschuldigingen, waaronder poging tot moord en zware mishandeling, maar werd wel veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren, met een vervangende hechtenis van 75 dagen. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 2 augustus 2009 tijdens het Milan festival in 's-Gravenhage, waar de verdachte en zijn medeverdachte betrokken raakten bij een vechtpartij met meerdere personen. De verdachte voerde aan dat hij handelde uit noodweer, maar het hof oordeelde dat zijn reactie niet verdedigend was, maar eerder aanvallend. Het hof oordeelde dat de verdachte, door zijn handelen, inbreuk had gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en dat dergelijk geweld op openbare plaatsen een schokkend karakter heeft voor de rechtsorde. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat de behandeling daarvan een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van de meeste tenlasteleggingen, maar bevestigde de veroordeling voor openlijke geweldpleging.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000947-11
Parketnummer: 09-900621-10
Datum uitspraak: 4 oktober 2012
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 4 februari 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1981,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 20 september 2012.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 meer subsidiair, 2 meer subsidiair en 3 meer subsidiair ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.
Voorts zijn de benadeelde partijen [benadeelde partij 1], [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
De vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] is in hoger beroep niet meer aan de orde, aangezien de benadeelde partij zich, hoewel behoorlijk opgeroepen, in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
1. primair:
hij op of omstreeks 02 augustus 2009, althans in of omstreeks de periode van 1 augustus 2009 tot en met
2 augustus 2009, te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon [benadeelde partij 1] van het leven te beroven, opzettelijk
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
meermalen, althans één maal heeft gestoken in het
lichaam van de zich in zijn, verdachte's, nabijheid
bevindende [benadeelde partij 1] en/of
- met een stoel in het gezicht en/of op het lichaam van
die [benadeelde partij 1] heeft geslagen en/of
- (krachtig) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij 1] heeft
gestompt/geslagen en/of
- (krachtig) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij 1] heeft
geschopt/getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1. subsidiair:
hij op of omstreeks 02 augustus 2009 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd
[benadeelde partij 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- met een scherp en/of hard voorwerp, althans een (vol)
blikje (bier), in het gezicht althans tegen het hoofd
heeft geslagen en/of
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
meermalen, althans één maal heeft gestoken in het
lichaam van de zich in zijn, verdachte's, nabijheid
bevindende [benadeelde partij 1] en/of
- met een stoel in het gezicht en/of op het lichaam van
die [benadeelde partij 1] heeft geslagen en/of
- (krachtig) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij 1] heeft
gestompt/geslagen en/of
- (krachtig) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij 1] heeft
geschopt/getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1. meer subsidiair:
hij op of omstreeks 02 augustus 2009 te 's-Gravenhage met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [adres], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
[benadeelde partij 1], welk geweld bestond uit het
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
meermalen, althans één maal te steken in het lichaam
van de zich in zijn, verdachte's, nabijheid bevindende
[benadeelde partij 1] en/of
- met een stoel in het gezicht en/of op het lichaam van
die [benadeelde partij 1] te slaan en/of
- (krachtig) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij 1] te
slaan/stompen en/of
- (krachtig) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij 1] te
schoppen/trappen;
2. primair:
hij op of omstreeks 02 augustus 2009, althans in of omstreeks de periode van 1 augustus 2009 tot en met
2 augustus 2009, te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon [benadeelde partij 2] van het leven te beroven, opzettelijk
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
meermalen, althans één maal heeft gestoken in het
lichaam van de zich in zijn, verdachte's, nabijheid
bevindende [benadeelde partij 2] en/of
- (krachtig) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij 2] heeft
gestompt/geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. subsidiair:
hij op of omstreeks 02 augustus 2009 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon genaamd [benadeelde partij 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (een incomplete dwarslaesie), heeft toegebracht, door deze opzettelijk
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
meermalen, althans één maal te steken in het lichaam
van de zich in zijn, verdachte's, nabijheid bevindende
[benadeelde partij 2] en/of
- (krachtig) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij 2] te
stompen/slaan;
2. meer subsidiair:
hij op of omstreeks 02 augustus 2009 te 's-Gravenhage met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [adres], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde partij 2], welk geweld bestond uit het
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
meermalen, althans één maal te steken in het lichaam
van de zich in zijn, verdachte's, nabijheid bevindende
[benadeelde partij 2] en/of
- (krachtig) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij 2] te
stompen/slaan;
3. primair:
hij op of omstreeks 02 augustus 2009, althans in of omstreeks de periode van 1 augustus 2009 tot en met
2 augustus 2009, te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon [benadeelde partij 3] van het leven te beroven, opzettelijk
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
meermalen, althans één maal heeft gestoken in het
lichaam van de zich in zijn, verdachte's, nabijheid
bevindende [benadeelde partij 3] en/of
- (krachtig) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij 3] heeft
gestompt/geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. subsidiair:
hij op of omstreeks 02 augustus 2009 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd
[benadeelde partij 3], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
meermalen, althans één maal heeft gestoken in het
lichaam van de zich in zijn, verdachte's, nabijheid
bevindende [benadeelde partij 3] en/of
- (krachtig) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij 3] heeft
gestompt/geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. meer subsidiair:
hij op of omstreeks 02 augustus 2009 te 's-Gravenhage met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Vreeswijkstraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
[benadeelde partij 3], welk geweld bestond uit het
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
meermalen, althans één maal te steken in het lichaam
van de zich in zijn, verdachte's, nabijheid bevindende
[benadeelde partij 3] en/of
- (krachtig) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of tegen het lichaam van die [benadeelde partij 3] te
stompen/slaan.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet in alle opzichten verenigt.
Vrijspraak
Overeenkomstig het standpunt van de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat de verdachte in eerste aanleg terecht is vrijgesproken van hetgeen hem onder 1 primair, 2 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair ten laste is gelegd.
Voorts is het hof, anders dan de advocaat-generaal, van oordeel dat de verdachte ook van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken, nu op grond van het strafdossier het onvoldoende duidelijk wordt wie met een blikje bier in het gezicht is geslagen.
De verdachte dient derhalve te worden vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair is ten laste gelegd.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair, 2 meer subsidiair en 3 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. meer subsidiair:
hij op 02 augustus 2009 te 's-Gravenhage met een ander op de openbare weg, de Vreeswijkstraat, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
[benadeelde partij 1], welk geweld bestond uit het
- krachtig tegen het gezicht entegen het lichaam van die [benadeelde partij 1] te slaan;
2. meer subsidiair:
hij op 02 augustus 2009 te 's-Gravenhage met een ander, op de openbare weg, de Vreeswijkstraat, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde partij 2], welk geweld bestond uit het
- krachtig tegen het gezicht van die [benadeelde partij 2 te slaan;
3. meer subsidiair:
hij op 02 augustus 2009 te 's-Gravenhage met een ander, op de openbare weg, de Vreeswijkstraat, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde partij 3], welk geweld bestond uit het - krachtig tegen het gezicht en tegen het
hoofd en tegen het lichaam van die [benadeelde partij 3] te slaan.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 meer subsidiair, 2 meer subsidiair en 3 meer subsidiair bewezen verklaarde levert op:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman het verweer gevoerd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde heeft gehandeld uit noodweer, op gronden zoals in zijn overgelegde pleitaantekeningen vermeld.
Het hof stelt op grond van het dossier en het ter terechtzitting in hoger beroep verhandelde het volgende vast.
Op 1 augustus 2009 tijdens het Milan festival komt de verdachte zijn vriend [medeverdachte], medeverdachte, tegen, waarna zij samen verder die avond optrekken en door beiden flink wat alcohol wordt genuttigd. Aan het einde van het festival rond 23:45 vindt een ruzie plaats tussen de medeverdachte [medeverdachte] en een aantal personen onder wie één van de latere aangevers. De politie probeert sussend op te treden door de partijen uit elkaar te duwen om escalatie te voorkomen en verzoekt de verschillende personen door te lopen.
De verdachte komt vervolgens samen met medeverdachte [medeverdachte] na nog ongeveer een kwartier te hebben rondgelopen bij snackbar Het Hapje terecht dat bij een van de uitgangen van het Milan Festival terrein is gevestigd.
Aldaar zien zij bij de snackbar één van de jongens staan die behoort tot de groep waarmee medeverdachte [medeverdachte] die avond ruzie heeft gehad. Vervolgens gaat de verdachte alleen nog wat drinken halen in de snackbar. Medeverdachte [medeverdachte] blijft buiten staan. Verdachte verklaart dat hij de snackbar binnen is gegaan omdat hij zelf geen ruzie met de jongens had gehad en dat hij wat te drinken wilde kopen. Naar aanleiding van het in zijn ogen onbehoorlijke gedrag van de groep waaronder [benadeelde partij 1] die zich in de snackbar bevindt, maakt verdachte een opmerking die aanvankelijk rust lijkt te brengen. Desalniettemin ontstaat er buiten op het terras van de snackbar toch een heftige woordenwisseling. [benadeelde partij 2] begint tegen de verdachte te schelden en maakt een slaande beweging in de richting van het gezicht van de verdachte. Deze klap mist zijn gezicht maar raakt wel zijn bovenlichaam. In reactie hierop krijgt [benadeelde partij 2] van de verdachte een vuistslag in zijn gezicht, waarna direct een vechtpartij ontstaat tussen de verdachte en [benadeelde partij 2] , alsmede met [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 3]. Meteen wordt de verdachte te hulp geschoten door medeverdachte [medeverdachte].
Blijkens de wettelijke omschrijving van noodweer gaat het bij deze strafuitsluitingsgrond om de 'verdediging' van bepaalde rechtsgoederen tegen een wederrechtelijke aanranding. Dit betekent dat een beroep op noodweer niet kan worden aanvaard ingeval de gedraging van degene die zich op deze exceptie beroept, noch op grond van diens bedoeling noch op grond van de uiterlijke verschijningsvorm van de gedraging kan worden aangemerkt als verdedigend, maar - naar de kern bezien - als aanvallend, bijvoorbeeld gericht op een confrontatie of deelneming aan een gevecht (vergelijk HR 10 februari 1987, NJ 1987, 950 en HR 15 november 2011, NJ 2012, 747, m.nt. M.J. Borgers).
Naar het oordeel van het hof is het niet aannemelijk geworden dat verdachte verdedigend is opgetreden. Gelet op zijn eigen verklaring heeft de verdachte in een reactie teruggeslagen naar aanleiding van de klap op zijn bovenlichaam die hem door [benadeelde partij 2] was gegeven en die in zijn beleving voor zijn gezicht bedoeld was. De klap op het bovenlichaam van de verdachte door [benadeelde partij 2] levert naar het oordeel van het hof nog geen dusdanige bedreigende situatie op dat het voor de verdachte noodzakelijk was zich daartegen te verdedigen, op de wijze zoals is bewezenverklaard. Verdachte heeft met zijn reactie door met een vuist tegen het gezicht terug te slaan, gekozen voor een tegenaanval.
Het verweer dient derhalve te worden verworpen.
Ook overigens is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is ter zake van het bewezen verklaarde.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 subsidiair, 2 meer subsidiair en 3 meer subsidiair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging, op de wijze zoals is bewezenverklaard.
Hoewel het hof de verdachte niet verantwoordelijk acht voor het door de medeverdachte [medeverdachte] gepleegde excessieve geweld, acht het hof het handelen van de verdachte uiterst kwalijk. Door zijn handelwijze heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Daarnaast dragen delicten als de onderhavige, gepleegd op of aan de openbare weg in aanwezigheid van anderen, een voor de rechtsorde schokkend karakter en brengen deze bij de burgers angstgevoelens en gevoelens van onveiligheid teweeg.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 28 augustus 2012, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof heeft bij het bepalen van de strafmaat rekening gehouden met het feit dat de slachtoffers zich voorafgaande aan de vechtpartij verbaal niet onbetuigd hebben gelaten.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 1]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 1] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 1 ten laste gelegde tot een bedrag van € 15.366,--.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag € 15.366,--.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof levert behandeling van de vordering van de benadeelde partij ter zake van het onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 2]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 2] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 87.618,99.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag € 87.618,99.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof levert behandeling van de vordering van de benadeelde partij ter zake van het onder 2 meer subsidiair bewezen verklaarde een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 22c en 22d, zoals zij heden gelden en de artikelen 57 en 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair, 2 meer subsidiair en 3 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde werkstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren werkstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde partij 1], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde partij 2], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit arrest is gewezen door mr. S.K. Welbedacht,
mr. M.I. Veldt-Foglia en mr. T.J.P. van Os van den Abeelen, in bijzijn van de griffier R. Luijken.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 4 oktober 2012.
Mr. S.K. Welbedacht is buiten staat dit arrest te ondertekenen.