ECLI:NL:GHSGR:2012:BX4368
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Waardering onroerende zaken en vergelijkingspanden in WOZ-zaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage, betreft het een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 14 juni 2011, met nummer AWB 10/9001 WOZ. De mondelinge behandeling vond plaats op 13 juni 2012. De zaak draait om de waardering van een onroerende zaak volgens de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De Inspecteur had de waarde van de woning vastgesteld op € 470.000, maar de rechtbank paste een aftrekpost van € 20.000 toe, waardoor de waarde op € 450.000 uitkwam. De Inspecteur voerde in hoger beroep aan dat de door hem overgelegde vergelijkingspanden, ondanks hun aanbouwen, relevant waren voor de waardebepaling, omdat de waardevaststelling was gebaseerd op de situatie van de panden op de transactiedata, waarop de verbouwingen nog niet waren gerealiseerd.
Het Hof oordeelde dat de Inspecteur aannemelijk had gemaakt dat de vergelijkingspanden konden dienen ter onderbouwing van de waarde. De stelling van belanghebbende dat de vergelijkingspanden niet gebruikt konden worden, werd door de Inspecteur gemotiveerd bestreden. Het Hof concludeerde dat de waarde van de woning op € 450.000 moest worden vastgesteld, en dat de rechtbank verzuimd had te beslissen over de beschikking en de aanslag. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en de Inspecteur werd veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 18,60, en moest het betaalde griffierecht van € 153 vergoeden. De uitspraak werd op 27 juni 2012 in het openbaar uitgesproken.