ECLI:NL:GHSGR:2012:BX1639

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
23 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.099.457/01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bijdrage ouder in kosten van levensonderhoud en studie van jongmeerderjarige

In deze zaak gaat het om de bijdrage die een vader moet leveren in de kosten van levensonderhoud en studie van zijn jongmeerderjarige dochter. De jongmeerderjarige, die in hoger beroep is gekomen, verzoekt het hof om de eerder door de rechtbank vastgestelde bijdrage van € 187,- per maand te verhogen naar € 500,- per maand. De vader verzet zich tegen deze verhoging en stelt dat de jongmeerderjarige haar behoefte niet deugdelijk heeft onderbouwd. Tijdens de zitting op 13 april 2012 zijn beide partijen aanwezig, bijgestaan door hun advocaten. Het hof heeft de door de jongmeerderjarige overgelegde behoeftelijst besproken en enkele kostenposten als schoolkosten en zorgverzekering als redelijk erkend, terwijl andere kosten zoals kleding, hobby's en telefoonkosten als bovenmatig zijn beoordeeld. Het hof komt tot de conclusie dat de jongmeerderjarige een behoefte heeft van € 498,- per maand, maar dat haar inkomen uit studiefinanciering en bijbaantje niet voldoende is om in deze behoefte te voorzien. Uiteindelijk besluit het hof de bestreden beschikking van de rechtbank te bekrachtigen, waardoor de vader de bijdrage van € 187,- per maand blijft betalen. De beslissing is genomen op 23 mei 2012 door de rechters A. van Dijk, M. Labohm en J. Mink, met mr. Braat als griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector Civiel recht
Uitspraak : 23 mei 2012
Zaaknummer : 200.099.457/01
Rekestnr. rechtbank : F2 RK 11-739
[de jongmeerderjarige],
wonende te [woonplaats],
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de jongmeerderjarige,
advocaat mr. M. Verschoor te Rozenburg, gemeente Rotterdam,
tegen
[de vader],
wonende te [woonplaats],
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. V.C. Serrarens te Middelburg.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
De jongmeerderjarige is op 22 december 2011 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 22 september 2011.
De vader heeft op 6 maart 2012 een verweerschrift ingediend.
Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:
van de zijde van de jongmeerderjarige:
- op 7 februari 2012 een brief van 6 februari 2012 met bijlagen;
- op 4 april 2012 een brief van 2 april 2012 met bijlagen.
De zaak is op 13 april 2012 mondeling behandeld.
Ter zitting waren aanwezig:
- de jongmeerderjarige, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat.
HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.
Bij die beschikking is - uitvoerbaar bij voorraad – bepaald, dat de vader aan de jongmeerderjarige met ingang van 22 september 2011 als bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie, voor wat betreft de na 22 september 2011 te verschijnen termijnen telkens bij vooruitbetaling zal uitkeren €187,- per maand. De genoemde bijdrage zal jaarlijks, met ingang van 1 januari 2012, worden gewijzigd ingevolge de wettelijke indexering.
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. In geschil is de door de vader aan de jongmeerderjarige te betalen bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie.
2. De jongmeerderjarige verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw beschikkende, te bepalen dat de vader met een bedrag van € 500,- per maand dient bij te dragen in de kosten van levensonderhoud en studie van de jongmeerderjarige, althans met een zodanig bedrag als het hof in goede justitie zal vermenen te behoren.
3. De vader bestrijdt haar beroep en verzoekt het verzoek van de jongmeerderjarige af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.
4. De jongmeerderjarige stelt dat de rechtbank de door de vader te betalen bijdrage op een te laag bedrag heeft vastgesteld, waardoor de jongmeerderjarige niet in haar volledige behoefte kan voorzien. Uit de door de jongmeerderjarige overgelegde behoeftelijst blijkt een behoefte van € 1.125,- per maand. De jongmeerderjarige heeft een beperkt inkomen. Zij ontvangt studiefinanciering en inkomsten uit een bijbaantje. De kosten die niet door haar inkomsten worden gedekt bedragen € 800,- tot € 900,- per maand. De kosten van levensonderhoud en studie dienen door beide ouders naar rato van hun draagkracht te worden gedaan. De moeder is bereid haar aandeel te voldoen waardoor de jongmeerderjarige met ingang van 5 december 2010 behoefte heeft aan een door de vader te betalen bijdrage van € 500,- per maand.
5. De vader bestrijdt de door de jongmeerderjarige gestelde behoefte. De vader stelt dat niet is gebleken dat sinds het meerderjarig worden van de jongmeerderjarige haar behoefte dusdanig is gewijzigd dat dit een verhoging van de bijdrage naar € 500,- per maand rechtvaardigt. De jongmeerderjarige heeft haar behoefte niet deugdelijk onderbouwd en de door haar opgevoerde kosten zijn erg hoog. Een dergelijke luxe heeft de jongmeerderjarige nimmer gehad. De vader is bereid de bijdrage van € 187,- te blijven voldoen.
Behoefte
6. Het hof overweegt als volgt. Door de jongmeerderjarige is een gespecificeerde behoeftelijst overgelegd. Deze lijst is ter zitting met partijen besproken. De volgende kosten zijn door de vader niet bestreden en zullen derhalve door het hof worden meegenomen bij het bepalen van de behoefte van de jongmeerderjarige.
- schoolkosten: € 132,75 per maand;
- zorgverzekering: € 116,- per maand.
7. Ter zake van de overige door de jongmeerderjarige opgevoerde - en door de vader bestreden - kosten overweegt het hof als volgt.
Kleding
8. De jongmeerderjarige stelt een behoefte van € 100,- per maand voor kleding. De vader acht voornoemd bedrag te hoog en niet onderbouwd. Het hof acht een bedrag voor kleding van € 100,- per maand redelijk en zal derhalve met voornoemd bedrag rekening houden.
Verzorgingsproducten
9. De jongmeerderjarige stelt een behoefte van € 50,- per maand. De vader acht voornoemd bedrag te hoog en niet onderbouwd. Naar het oordeel van het hof is voornoemd bedrag onvoldoende onderbouwd en bovenmatig. Het hof zal rekening houden met een bedrag van € 10,- per maand.
Hobby’s/ tekencursus / vakantie /sport / feestdagen en verjaardagen
10. De jongmeerderjarige stelt een behoefte van € 332,- per maand. De vader acht voornoemd bedrag te hoog, onvoldoende onderbouwd en stelt bovendien dat een aantal van deze kosten in zijn geheel niet wordt gemaakt. Het hof stelt vast dat de jongmeerderjarige voornoemde kosten onvoldoende heeft aangetoond en acht de kosten bovenmatig. Het hof zal rekening houden met een bedrag van € 100,- per maand.
Telefoonkosten
11. De jongmeerderjarige stelt een behoefte van € 50,- per maand. De vader acht voornoemd bedrag te hoog. Het hof stelt vast dat de jongmeerderjarige voornoemde kosten onvoldoende heeft onderbouwd en acht de kosten bovenmatig. Het hof zal rekening houden met een bedrag van € 30,- per maand.
Kosten huisdieren
12. De jongmeerderjarige stelt een behoefte van € 50,- per maand. De vader betwist voornoemd bedrag. Het hof stelt vast dat de jongmeerderjarige voornoemde kosten onvoldoende heeft aangetoond en zal derhalve geen rekening houden met voornoemde post.
Internet
13. De jongmeerderjarige stelt een behoefte van € 35,- per maand. De vader stelt dat het hele gezin gebruik maakt van deze internetaansluiting, waardoor voornoemd bedrag door vier dient te worden gedeeld. Het hof oordeelt als volgt. De jongmeerderjarige woont in bij haar moeder. De kosten voor een internetaansluiting worden aangemerkt als kosten van de huishouding. Het hof zal overeenkomstig de stelling van de vader de kosten door vier delen en stelt de behoefte vast op € 9,- per maand.
Rijlessen
14. De jongmeerderjarige stelt een behoefte van € 175,- per maand. De vader betwist voornoemde post. Het hof stelt vast dat de jongmeerderjarige voornoemde kosten niet heeft aangetoond en acht voornoemde kosten bovendien niet noodzakelijk, zodat het hof geen rekening zal houden met deze kosten.
Kosten voor een bril
15. De jongmeerderjarige stelt een behoefte van € 30,- per maand. De vader betwist voornoemde kosten. Het hof stelt vast dat de kosten van de aanschaf van een bril niet doorlopend zijn en bovendien (gedeeltelijk) worden vergoed door de ziektekostenverzekeraar.
16. Het bovenstaande in acht genomen stelt het hof de behoefte van de jongmeerderjarige vast op € 498,- per maand.
17. De jongmeerderjarige ontvangt een inkomen uit studiefinanciering van € 75,39 per maand. Tevens heeft de jongmeerderjarige een bijbaantje. Haar gemiddeld inkomen over 2011 bedroeg € 173,- per maand. De behoefte van de jongmeerderjarige aan een door de ouders te betalen bijdrage bedraagt derhalve € 250,- per maand.
18. De jongmeerderjarige heeft gesteld dat de moeder bereid is naar rato bij te dragen in de kosten van levensonderhoud en studie. Beide ouders hebben geen financiële gegevens overgelegd waardoor de draagkracht niet kan worden berekend. Het hof bepaalt derhalve dat beide ouders gehouden zijn voor de helft bij te dragen in de resterende behoefte van de jongmeerderjarige. Nu de vader heeft aangeboden het bedrag van € 187,- te blijven voldoen, - welk bedrag overigens nagenoeg gelijk is aan het bij beschikking van 16 juli 2001 bepaalde bedrag, verhoogd met de wettelijke indexeringen - zal het hof de bestreden beschikking bekrachtigen.
19. Mitsdien beslist het hof als volgt.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
bekrachtigt de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Van Dijk, Labohm en Mink, bijgestaan door mr. Braat als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 mei 2012.