ECLI:NL:GHSGR:2012:BX0707
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- F. Fockema Andreae-Hartsuiker
- A. van den Wildenberg
- M. de Haan-Boerdijk
- Rechtspraak.nl
Uithuisplaatsing van minderjarige; geen belang bij beoordeling na verstrijken termijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 16 mei 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de uithuisplaatsing van een minderjarige. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Rotterdam aangevochten. Deze beschikking, gedateerd op 10 januari 2012, verleende een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige, die onder toezicht was gesteld voor de duur van één jaar. De machtiging was verleend aan de Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam, die verantwoordelijk was voor de uitvoering van de plaatsing.
De moeder verzocht het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en het verzoek van de raad voor de kinderbescherming tot uithuisplaatsing af te wijzen. De raad daarentegen verzocht het hof om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de machtiging tot uithuisplaatsing inmiddels van rechtswege was vervallen. Dit was het gevolg van het feit dat de minderjarige niet was geplaatst, omdat de moeder de benodigde aanmeldformulieren niet had ingediend bij de behandelende instantie, Yulius.
Tijdens de zitting op 18 april 2012 was er niemand verschenen, en het hof concludeerde dat de moeder kennelijk geen belang meer had bij haar hoger beroep, nu de machtiging tot uithuisplaatsing niet meer van toepassing was. Het hof oordeelde dat er geen inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep nodig was, en verwierp het beroep van de moeder. De uitspraak werd gedaan door een collegiaal hof, waarbij de griffier mr. Van de Fliert-Verburg aanwezig was.