ECLI:NL:GHSGR:2012:BW8440
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Nievelt
- A. Mink
- M. Mertens-de Jong
- Rechtspraak.nl
Bijdrage in kosten van levensonderhoud en studie van jongmeerderjarige; behoefte, behoeftigheid en draagkracht
In deze zaak gaat het om de bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van de jongmeerderjarige [de jongmeerderjarige], die op 19 juli 2011 door de rechtbank ’s-Gravenhage is vastgesteld op € 223,68 per maand, en vanaf 1 oktober 2011 op € 200,96 per maand. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank aangevochten, waarbij hij stelt dat zijn jongmeerderjarige zoon in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft de stelling van de vader betwist en aangevoerd dat de jongmeerderjarige een chauffeursopleiding volgt en dat zijn netto inkomen slechts € 236,- per maand bedraagt na aftrek van de eigen bijdrage voor de opleiding.
Het hof heeft de argumenten van de vader verworpen en vastgesteld dat ouders op grond van artikel 1:395a BW verplicht zijn bij te dragen in de kosten van levensonderhoud en studie van hun jongmeerderjarige kinderen. Het hof heeft geoordeeld dat de vader onvoldoende bewijs heeft geleverd van zijn financiële situatie en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de continuïteit van zijn onderneming in gevaar komt door de vastgestelde bijdrage. De vader heeft geen deugdelijke gegevens over zijn inkomen overgelegd, waardoor het hof niet kan vaststellen wat zijn huidige draagkracht is.
De beschikking van de rechtbank is bekrachtigd, met de wijziging dat de vader de alimentatie vanaf [een datum in] 2012 rechtstreeks aan de jongmeerderjarige dient te voldoen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Deze uitspraak is gedaan door het Gerechtshof ’s-Gravenhage op 9 mei 2012.