ECLI:NL:GHSGR:2012:BW1046
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- G.J.W. van Oven
- C.G.M. van Rijnberk
- Chr.A. Baardman
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van bezit kinderpornografisch materiaal
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 2 maart 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 2 februari 2011. De verdachte, geboren in 1959, werd beschuldigd van het bezit van kinderpornografische documenten in de periode van 1 januari 2009 tot en met 27 juli 2009 te Rotterdam. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in het bezit was van ongeveer 48 afbeeldingen en gegevensdragers die seksuele gedragingen toonden van personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de rechtbank vernietigd zou worden en dat de verdachte veroordeeld zou worden tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en een taakstraf van 240 uren.
Echter, het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor opzettelijk bezit van kinderpornografisch materiaal. De afbeeldingen waren aangetroffen in de unallocated clusters van de computer van de verdachte, wat betekent dat deze bestanden op enig moment door de gebruiker waren gewist. Het hof concludeerde dat niet was vastgesteld dat de verdachte over de bijzondere software beschikte die nodig was om deze bestanden te benaderen. Bovendien had de verdachte verklaard dat hij de afbeeldingen uit nieuwsgierigheid had gedownload, maar deze direct had verwijderd.
Het hof oordeelde dat er geen bewijs was dat de verdachte opzet had op het bezit van kinderpornografisch materiaal, en dat het niet kon worden vastgesteld of hij daadwerkelijk beschikkingsmacht had over de bestanden voordat deze in de unallocated clusters waren geplaatst. Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde.