ECLI:NL:GHSGR:2012:BW0419
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- I.M. Davids
- E.J. van Sandick
- A.G.M. Zander
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie wegens niet-betaling griffierecht in hoger beroep
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, ging het om een hoger beroep dat was ingesteld door Advocaten B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De zaak werd voor het eerst uitgeroepen op 20 december 2011, waarbij appellante werd geïnformeerd over de verplichting om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Dit betekende dat de betaling uiterlijk op 17 januari 2012 moest zijn bijgeschreven op de rekening van het hof. Echter, uit de administratie bleek dat het griffierecht niet was bijgeschreven, wat leidde tot de beslissing van het hof om de zaak aan te houden voor akte uitlating op 7 februari 2012.
Het hof constateerde dat er geen omstandigheden waren die de toepassing van artikel 127a lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zouden rechtvaardigen, die zouden kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Aangezien appellante in gebreke was gebleven met de betaling van het griffierecht, besloot het hof om geïntimeerde te ontslaan van deze instantie. Tevens werd appellante veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die werden vastgesteld op € 284,-- voor verschotten en € 447,-- voor het salaris van de advocaat.
De uitspraak werd gedaan op 6 maart 2012 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Het hof heeft de beslissing genomen op basis van het griffiedossier, aangezien er geen akten waren ingediend door de partijen. De zaak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten in het hoger beroep en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting.