ECLI:NL:GHSGR:2012:BV9799

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
19 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-001438-11
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal na twijfel over identiteit verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 maart 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1989, was in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand, na beschuldiging van diefstal. De benadeelde partij, Hagex B.V., had een schadevergoeding van € 1.010,-- gevorderd, welke in eerste aanleg was toegewezen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.

Tijdens de zitting in hoger beroep is gebleken dat de aangever de verdachte niet herkende als een van de daders, maar in plaats daarvan zijn broer. Dit, in combinatie met verwisseling van foto's van de verdachte en zijn broer in het politieproces, heeft geleid tot twijfels over de identiteit van de verdachte. De verdachte heeft zijn eerdere bekentenis ingetrokken, wat de twijfels verder versterkte. Het hof concludeert dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om de verdachte schuldig te verklaren voor de diefstal.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Tevens is de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte van het ten laste gelegde is vrijgesproken. De beslissing van het hof is genomen na zorgvuldige overweging van de bewijsstukken en de verklaringen van de betrokken partijen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001438-11
Parketnummer: 09-925072-10
Datum uitspraak: 19 maart 2012
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van
10 maart 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1989,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 5 maart 2012.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest, alsmede tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Voorts is de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Hagex B.V. toegewezen tot een bedrag van € 1.010,-- en is aan de verdachte de schadever-goedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer Hagex B.V. opgelegd tot een bedrag van € 1.010,--, subsidiair 20 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 6 april 2009 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (bedrijfs)pand (gelegen aan de 's-Gravenzandelaan (181)) weg te nemen sigaretten en/of geld en/of enig(e) goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan Hagex en/of [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat pand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen sigaretten en/of geld en/of goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen zich naar dat pand heeft begeven waarna hij, verdachte, en/of zijn mededaders de deur en/of het slot van dat pand heeft/hebben geforceerd (met een schroevendraaier en/of een koevoet, althans met een hard voorwerp), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair:
I. [medeverdachte], althans een verdachte op of omstreeks 6 april 2009 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand (gelegen aan de 's-Gravenzandelaan (181)) weg te nemen sigaretten en/of geld en/of enig(e) goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan Hagex en/of [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of verdachte en/of zijn mededader(s), en zich daarbij de toegang tot dat pand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen sigaretten en/of geld en/of goederen onder zijn bereik en/of van zijn mededader(s) te brengen door middel van braak en/of verbreking, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen zich naar dat pand heeft begeven waarna hij, verdachte, en/of zijn mededaders de deur en/of het slot van dat pand heeft/hebben geforceerd (met een schroevendraaier en/of een koevoet, althans met een hard voorwerp), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door op de uitkijk te staan.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Blijkens de verklaring van aangever [benadeelde partij] afgelegd tegenover de politie op 26 juni 2009 heeft hij na het bekijken van de camerabeelden niet de verdachte herkend als één van de daders maar diens broer [medeverdachte 2] en heeft [medeverdachte 2] tegenover hem bekend de inbraak te hebben gepleegd.
Daarnaast zijn blijkens het proces-verbaal van de politie foto's van de broers [verdachte/medeverdachte], te weten genoemde [medeverdachte] en de verdachte [verdachte], in het bedrijfsprocessensysteem van de politie verwisseld geweest, weliswaar volgens de politie per abuis, maar dit gegeven, in combinatie met de bovenvermelde verklaring van aangever, versterkt 's hofs twijfel of het wel de verdachte is geweest die de inbraak mede heeft gepleegd.
Daar komt nog bij dat de verdachte zijn tegenover de politie bekennende verklaring ter terechtzitting in hoger beroep heeft ingetrokken. Tot slot kan het hof, anders dan de advocaat-generaal, de verdachte niet op de zich in het dossier bevindende foto's van de vermeende daders herkennen.
Naar het oordeel van het hof is onder deze omstandigheden onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden om tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde te komen.
De verdachte dient derhalve te worden vrijgesproken van hetgeen aan hem is ten laste gelegd.
Vordering tot schadevergoeding van Hagex B.V.
In het onderhavige strafproces heeft Hagex B.V. zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte ten laste gelegde, tot een bedrag van € 1.010,--.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag van € 1.010,--.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte van het ten laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij, Hagex B.V., niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding.
Dit arrest is gewezen door mr. M.P.J.G. Göbbels,
mr. G.P.A. Aler en mr. A.J.M. Kaptein, in bijzijn van de griffier R. Luijken.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 19 maart 2012.