ECLI:NL:GHSGR:2012:BV7204

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
24 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-002411-11
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewapende overval door ambtenaar van de Koninklijke Marechaussee

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 24 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder een gewapende overval. De verdachte, die in dienst was van de Koninklijke Marechaussee, heeft samen met een ander een woning geobserveerd ter voorbereiding van een overval. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan een gewapende overval op een woning in Spijkenisse, waarbij hij een geldbedrag en een hoeveelheid wiet heeft gestolen. Daarnaast heeft hij een peppersprayhouder, een zakmes en een wapenstok verduisterd, evenals oefentransportboeien die hij onder zich had uit hoofde van zijn dienstbetrekking. Het hof oordeelt dat de verdachte door zijn handelen de rechtsorde ernstig heeft ondermijnd en het vertrouwen van de samenleving in de politie en de Koninklijke Marechaussee heeft geschaad. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren. De uitspraak volgt op een eerdere vrijspraak in eerste aanleg voor het primair ten laste gelegde feit, maar het hof acht de verdachte nu wel schuldig aan de meer subsidiaire en andere ten laste gelegde feiten. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de schade niet rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002411-11
Parketnummer: 10-810076-10
Datum uitspraak: 24 februari 2012
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 29 april 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Rijnmond, De Schie, te Rotterdam.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 10 februari 2012.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 meer subsidiair, 2, 3, 4 ten laste gelegde en het op een afzonderlijke dagvaarding onder hetzelfde parketnummer verder niet genummerde ten laste gelegde feit (het hof zal dit feit verder aanduiden met nummer: 5), veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist omtrent de vordering benadeelde partijen zoals nader in het vonnis waarvan beroep is omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1 primair:
hij op of omstreeks 14 december 2009 te Maassluis in/uit een woning/pand aan de [straatnaam] ([huisnummer]) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van 2500 euro of daaromtrent en/of een hoeveelheid wiet (1,5 kilogram of daaromtrent), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever] en/of [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [aangever], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het - binnendringen van de woning/het pand waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich voorde(e)d(en) als opsporingsambtena(a)r(en) van de Koninklijke Marechaussee, waarbij hij/zij gekleed was/waren in het uniform van de Koninklijke Marechaussee, en/of - overmeesteren/vastbinden en/of op de grond gooien/ten val brengen van die [aangever], en/of - toevoegen van de woorden "Je moet je bek houden, als je bijdehand bent word je geboeid en ga je met ons mee, dit is het protocol en de werkwijze" en/of "Waar is de weed" en/of "Waar zijn de sleutels van de kluis" en/of "Waar staat de kluis" en/of "Waar is het geld" en/of "Zijn er wapens hier in huis", en/of - duwen/houden van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, althans een voorwerp, tegen het hoofd van die [aangever] en/of (daarbij) bezigen van de woorden "Ik kan het nu doen";
feit 1 subsidiair:
één of meer anderen dan hij verdachte op of omstreeks 14 december 2009 te Maassluis, in/uit een woning aan de [straatnaam] ([huisnummer]), met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft/hebben weggenomen geld (2500 euro of daaromtrent) en/of een hoeveelheid wiet (1,5 kilogram of daaromtrent) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever] en/of [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan de dader(s) van voormelde diefstal en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [aangever], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het - binnendringen van de woning/het pand waarbij hij/zij zich voorde(e)d(en) als opsporingsambtena(a)r(en) van de Koninklijke Marechaussee, waarbij hij/zij gekleed was/waren in het uniform van de Koninklijke Marechaussee, en/of - overmeesteren/vastbinden en/of op de grond gooien/ten val brengen van die [aangever], en/of - toevoegen van de woorden "Je moet je bek houden, als je bijdehand bent word je geboeid en ga je met ons mee, dit is het protocol en de werkwijze" en/of "Waar is de weed" en/of "Waar zijn de sleutels van de kluis" en/of "Waar staat de kluis" en/of "Waar is het geld" en/of "Zijn er wapens hier in huis", en/of - duwen/houden van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, althans een voorwerp, tegen het hoofd van die [aangever] en/of (daarbij) bezigen van de woorden "Ik kan het nu doen", tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 14 december 2009 te Maassluis en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die ander(en), zijnde de daof (daarbij) bezigen van de woorden "Ik kan het nu doen", tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 14 december 2009 te Maassluis en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die ander(en), zijnde de dader(s) van voormelde diefstal met geweld, in een door hem , verdachte, bestuurde auto naar voornoemde woning, althans de onmiddellijke nabijheid daarvan, te vervoeren;
feit 1 meer subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2009 tot en met 13 december 2009 te Maassluis,(meermalen) (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met geweld in vereniging hetgeen het misdrijf van artikel 312 lid 1 en lid 2 onder 2 van het Wetboek van Strafrecht oplevert, opzettelijk een auto, kennelijk bestemd tot het begaan van dat misdrijf heeft voorhanden gehad, immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, daar toen vanuit die auto (een) observatie(s) gedaan/uitgevoerd van een woning aan de [straatnaam] ([huisnummer]);
feit 2:
hij op of omstreeks 07 december 2009 te Spijkenisse tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen één of meer (mobiele) telefoon(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], heeft gedwongen tot afgifte van een of meer (mobiele) telefoon(s), geheel of ten dele behorende aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld (telkens) bestond(en) uit het - (krachtig) openduwen van de voordeur van de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], zulks terwijl die [slachtoffer 1] zich (direct) achter die voordeur bevond, en/of - (vervolgens) binnendringen van de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], en/of - (dreigend) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, richten en/of gericht houden op die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2], althans dit vuurwapen/voorwerp voorhouden en/of tonen aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2], en/of - (daarbij) die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] toevoegen de woorden: "Waar is de kluis, als je nu niet zegt waar de kluis is dan schiet ik je dood, maak open" en/of "jullie mobieltjes hier", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 3:
hij in of omstreeks de periode van 17 september 2009 tot en met 29 september 2009 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een peppersprayhouder en/of een zakmes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan politie Rotterdam-Rijnmond en/of [eigenaar 1], althans aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of een wapenstok, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan politie Rotterdam-Rijnmond,in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
feit 4:
hij in of omstreeks de periode van 01 april 2009 tot en met 12 oktober 2009 te Rotterdam opzettelijk 9, althans één of meer, oefentransportboeien, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de politieacademie, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als [functie verdachte] bij de politieacademie, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
feit 5:
hij in de periode van 1 november 2009 tot en met 16 maart 2010 te Dordrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer wapens en/of munitie voorhanden heeft gehad, te weten - een busje CS-gas/pepperspray, met als opschrift politie en/of Lotnummer [Lotnummer] en/of Pepperspray OC, zijnde een wapen in de zin van artikel 2, lid 1 categorie II, onder sub 6 van de Wet Wapens en Munitie en/of - 2, althans één of meer hulpstukken en/of onderdelen van wezenlijke aard en specifiek bestemd voor een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten: 2 patroonmagazijnen, elk bestemd voor een half-automatisch pistool van het merk Walther (type P5) en/of met het opschrift Walther 9x19mm en/of munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2, lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten 55 (scherpe) patronen van het kaliber 9x19 mm (9 mm parabellum), zgn. Action 3 munitie.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1 meer subsidiair:
hij in de periode van 1 september 2009 tot en met 13 december 2009 te Maassluis, tezamen en in vereniging met een ander, ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met geweld in vereniging hetgeen het misdrijf van artikel 312 lid 1 en lid 2 onder 2 van het Wetboek van Strafrecht oplevert, opzettelijk een auto, bestemd tot het begaan van dat misdrijf heeft voorhanden gehad, immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, daar toen vanuit die auto een observatie uitgevoerd van een woning aan de [straatnaam] ([huisnummer]);
feit 2:
hij op 07 december 2009 te Spijkenisse met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen telefoons toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld (telkens) bestond(en) uit het
- krachtig openduwen van de voordeur van de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], zulks terwijl die [slachtoffer 1] zich (direct) achter die voordeur bevond, en - (vervolgens) binnendringen van de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], en
- dreigend een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, voorhouden en tonen aan die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2], en
- (daarbij) die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] toevoegen de woorden: "Waar is de kluis, als je nu niet zegt waar de kluis is dan schiet ik je dood, maak open" en "jullie mobieltjes hier",
feit 3:
hij in de periode van 17 september 2009 tot en met 29 september 2009 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een peppersprayhouder en een zakmes, toebehorende aan politie Rotterdam-Rijnmond en/of [eigenaar 1
en
een wapenstok, toebehorende aan politie Rotterdam-Rijnmond,
feit 4:
hij in de periode van 01 april 2009 tot en met 12 oktober 2009 te Rotterdam opzettelijk 9 oefentransportboeien, die toebehoorden aan de politieacademie, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als [functie verdachte] bij de politieacademie, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
feit 5:
hij in de periode van 1 november 2009 tot en met 16 maart 2010 te Dordrecht, tezamen en in vereniging met anderen, één of meer wapens en munitie voorhanden heeft gehad, te weten
- een busje CS-gas/pepperspray, met als opschrift politie en/of Lotnummer [Lotnummer] en/of Pepperspray OC, zijnde een wapen in de zin van artikel 2, lid 1 categorie II, onder sub 6 van de Wet Wapens en Munitie en
- 2 hulpstukken en/of onderdelen van wezenlijke aard en specifiek bestemd voor een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten:
2 patroonmagazijnen, elk bestemd voor een half-automatisch pistool van het merk Walther (type P5) en met het opschrift Walther 9x19mm en munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2, lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten 55 (scherpe) patronen van het kaliber 9x19 mm (9 mm parabellum), zgn. Action 3 munitie.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Verweren van de verdediging
Verweren ten aanzien van feit 1.
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit wegens - kort gezegd - onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. Hij heeft daartoe aangevoerd dat niet teveel waarde moet worden gehecht aan de verklaringen van medeverdachte [naam medeverdachte] en de getuige [getuige 1], omdat deze verklaringen op onderdelen van elkaar verschillen. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat bij de voorbereidingshandelingen het misdadig doel niet kan worden vastgesteld, omdat het rijden in een auto en het gebruik van een mobieltje dagelijkse gedragingen zijn.
Verweren ten aanzien van feit 2.
De raadsman heeft met betrekking tot feit 2 eveneens vrijspraak bepleit, daartoe aanvoerende dat op grond van de historische telefoongegevens - kort gezegd - de afstand tot de aanstralende zendmast niet correspondeert met de locatie van de overval en de tijdstippen waarop deze overval is gepleegd. Hij heeft ter ondersteuning van zijn standpunt informatie met betrekking tot de route overgelegd. Daarnaast zou het signalement van de verdachte niet kloppen.
Het hof overweegt als volgt.
Ten aanzien van de verweren met betrekking tot feit 1 is het hof van oordeel dat de verklaringen van de getuige [getuige 1] en medeverdachte [naam medeverdachte] niet dusdanig verschillend zijn dat ze niet voor het bewijs kunnen worden gebezigd. Ten aanzien van het misdadig doel overweegt het hof evenals de rechtbank dat de verdachte en zijn mededader bij de observatie gebruik hebben gemaakt van een auto door vanuit deze auto gedurende een aantal uren een woning te observeren. Het hof gaat ervan uit dat de verdachte en zijn medeverdachte genoemde woning aan 'het afleggen' waren ten behoeve van het plegen van een overval op die woning en dat zij derhalve die auto op dat moment bezigden voor dat doel. Op grond van de uiterlijke verschijningsvorm, het gebruik van de auto en het misdadige doel dat de verdachte en zijn medeverdachte met het gebruik van die auto voor ogen (moeten) hebben gehad, wordt geoordeeld dat die auto bestemd was tot het plegen van een overval.
Voorts overweegt het hof ten aanzien van de verweren met betrekking tot feit 2 dat het inmiddels een feit van algemene bekendheid is dat bij gebruik van een GSM andere zendmasten kunnen worden aangestraald dan de dichtstbijzijnde. Het aanstralen van een zendmast betekent dan ook niet per definitie dat een telefoon zich ook direct in die omgeving bevindt. Het hof hecht in deze meer waarde aan de verklaring van de medeverdachte [naam medeverdachte] en de verklaring van getuige [getuige 2]. [Naam medeverdachte] heeft immers verklaard dat de verdachte de avond van de overval contact met hem heeft opgenomen en heeft verteld over de overval. [Getuige 2] heeft verklaard dat de verdachte de woning naar binnen is gegaan en dat zij wist wat hij ging doen. De historische verkeersgegevens van de verdachte komen daarbij overeen met de verklaring van medeverdachte [naam medeverdachte].
Het hof verwerpt de verweren.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van voorbereiding van diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, meermalen gepleegd.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd met aanvulling van de in dat vonnis vermelde bewijsmiddelen en behoudens de opgelegde straf. De advocaat-generaal vordert dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft samen met een ander vanuit zijn auto een woning geobserveerd ter voorbereiding van een overval. Door het observeren heeft de verdachte een bijdrage geleverd aan de uiteindelijk gepleegde, gewelddadige, overval op die woning en de gevolgen daarvan voor de bewoners die slachtoffer geworden zijn van de overval, kennelijk aanvaard.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een gewapende overval op een woning in Spijkenisse. Dit is een zeer ernstig feit. Het is algemeen bekend dat dit soort feiten een langdurige emotionele impact hebben op de slachtoffers doordat zij in de veilige omgeving van hun eigen woning op bijzonder ernstige wijze worden bedreigd. Gewapende overvallen versterken daarenboven de algemene gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een peppersprayhouder, een zakmes en een wapenstok. Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan verduistering van een aantal oefentransportboeien die hij onder zich had uit hoofde van zijn dienstbetrekking als [functie verdachte]. Door aldus te handelen heeft de verdachte het vertrouwen van de werkgever geschaad. Bovendien heeft de verdachte als ambtenaar van de politie en de Koninklijke Marechaussee en als [functie verdachte] de integriteiteisen geschonden.
Tot slot heeft de verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van pepperspray, een tweetal patroonmagazijnen en munitie. Gelet op de functie van de verdachte moet hij bij uitstek op de hoogte worden geacht van de gevaren van onbevoegd wapenbezit.
Het hof is van oordeel dat de verdachte, die in dienst was van de Koninklijke Marechaussee en korte tijd van de politie en als zodanig een bijzondere voorbeeldfunctie had, door het plegen van bovenstaande bewezen verklaarde feiten de rechtsorde ernstig heeft ondermijnd. Hij heeft ook op zeer ernstig wijze misbruik gemaakt van zijn posities die er in de kern juist toe strekken de openbare orde te beschermen. Het vertrouwen dat de burgers en de samenleving als geheel in de Koninklijke Marechaussee en de politie stellen/stelt, heeft hij daarmee eveneens ernstig geschaad. Het hof rekent hem dit zwaar aan.
Het hof heeft kennis genomen van een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 20 januari 2012 waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder wegens het begaan van strafbare feiten met justitie of politie in aanraking is geweest.
Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde partij 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 5086,-. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Naar het oordeel van het hof is niet komen vast te staan, dat de gestelde schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde.
De benadeelde partij dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering tot schadevergoeding.
Vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde partij 2]
Het hof heeft geconstateerd dat de benadeelde partij [naam benadeelde partij 2] zich enkel in de zaak van de medeverdachte [naam medeverdachte] opnieuw heeft gevoegd. Derhalve is de beoordeling van deze in eerste aanleg gevoegde benadeelde partij in deze zaak niet aan het oordeel van het hof onderhevig.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 46, 47, 57, 310, 312 en 322 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 meer subsidiair, 2, 3, 4 en 5 bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde partij 1]
Verklaart de benadeelde partij, [naam benadeelde partij 1], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. A.E. Mos-Verstraten,
mr. A.J.M. Kaptein en mr. J.J.H.M. van Gennip, in bijzijn van de griffier mr. M. Simpelaar.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 24 februari 2012.