ECLI:NL:GHSGR:2012:5725

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
4 december 2012
Publicatiedatum
2 oktober 2015
Zaaknummer
105.006.879/01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij aanvaring op het Schelde-Rijnkanaal en de werking van Duitse algemene voorwaarden

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, ging het om een aanvaring op het Schelde-Rijnkanaal waarbij de V.O.F. Enigma en haar appellanten (hierna: Enigma c.s.) in hoger beroep waren gekomen tegen Saar Coal International GmbH. De zaak draaide om de vraag of Enigma c.s. zich kon beroepen op bepaalde bepalingen uit de tussen Saar Coal en Rhenania toepasselijke algemene voorwaarden, specifiek de Verlade- und Transportbedingungen. Deze bepalingen betroffen aansprakelijkheidsbeperkingen voor nautische fouten en de uitsluiting van het terughoudingsrecht bij averij grosse. Het hof oordeelde dat Enigma c.s. niet had aangetoond dat er voorafgaand aan de overeenkomst specifieke overeenstemming was bereikt over deze bepalingen, wat noodzakelijk was volgens het Duitse recht dat op de relatie van toepassing was. Hierdoor kon Enigma c.s. zich niet beroepen op de genoemde bepalingen.

Het hof merkte op dat Enigma c.s. de mogelijkheid had om bewijs te leveren van de geldigheid van de bepalingen, maar hiervan geen gebruik had gemaakt. Dit leidde tot de conclusie dat Enigma c.s. aansprakelijk was voor de schade die voortvloeide uit de navigatiefout. Het beroep van Enigma c.s. op andere juridische gronden werd ook verworpen, waardoor het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigde. Enigma c.s. werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van Saar Coal waren vastgesteld op een bedrag van € 1.635,- aan verschotten en € 3.262,- aan salaris voor de advocaat.

De uitspraak werd gedaan op 4 december 2012 door de rechters J.M. van der Klooster, J.H.W. de Planque en A.A. Rijperman, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector civiel recht
Uitspraakdatum : 4 december 2012
Zaaknummer : 105.006.879/01
Rolnummer rechtbank : 253164/HA ZA 06/46

Arrest

in de zaak van:
1. V.O.F. ENIGMA,
2. [appellant] ,
3. [appellante] ,
gevestigd, respectievelijk wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
hierna te noemen: Enigma c.s.,
procesadvocaat: mr. E.S. Ebels (’s-Gravenhage),
behandelend advocaat: mr. H. Boonk,
tegen
SAAR COAL INTERNATIONAL GMBH,
gevestigd te Saarbrücken, Duitsland,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Saar Coal,
procesadvocaat: mr. W.P. den Hertog (’s-Gravenhage),
behandelend advocaat: mr. S.T. Dreesmann.

Het verdere verloop van het geding

Bij arrest van 14 februari 2012 is Enigma c.s. toegelaten tot bewijsvoering. Van die mogelijkheid heeft zij geen gebruik gemaakt, waarop de zaak weer naar de rol is verwezen. Na wat aanhoudingen voor het indienen van memories na ‘niet-gehouden- enquête’, waar uiteindelijk van is afgezien, hebben partijen wederom arrest gevraagd.

De verdere beoordeling van het hoger beroep

Enigma c.s. mocht bewijzen dat de door haar ingeroepen bepalingen uit de tussen Saar Coal en Rhenania toepasselijke algemene voorwaarden - de Verlade- und Transportbedingungen - gelding hadden in die relatie. Meer speciaal ging het om art. 16 lid 3 sub d (exoneratie voor nautische fouten) en art. 20 lid 3 (uitsluiting van het terughoudingsrecht bij averij grosse). Volgens het in de relatie tussen Saar Coal en Rhenania toepasselijke Duitse recht hebben die (aansprakelijkheidsbeperkende) bepalingen alleen gelding indien daarover specifiek / tevoren overeenstemming is bereikt tussen de contractspartijen, waar Enigma c.s. overigens niet toe behoorde. Omdat Saar Coal die overeenstemming gemotiveerd heeft ontkend, was het aan Enigma c.s. om hiervan bewijs bij te brengen. Van de haar daartoe geboden mogelijkheid heeft Enigma c.s. echter geen gebruik gemaakt. Dit betekent dat Enigma c.s. zich niet op bedoelde bepalingen kan beroepen. Nu gesteld noch gebleken is dat Enigma c.s. op andere, niet reeds besproken mogelijke gronden, dan door een beroep (via art. 8:880 BW jo art. 8: 363 / 364 BW) op het contract tussen Saar Coal en Rhenania, een uitsluiting of beperking van aansprakelijkheid kan tegenwerpen aan Saar Coal, is de consequentie dat Enigma c.s. in de verhouding tot Saar Coal aansprakelijk is voor de door de navigatiefout ontstane schade. Op het beroep van Enigma c.s. op art. 8:901 BW is in het eerste tussenarrest al ingegaan, terwijl wat haar beroep op art. 8:898 BW betreft geldt dat dit alleen is gedaan voor het zich hier niet voordoende geval dat geen sprake is van een nautische fout. Het op ‘schuld aan de aanvaring’ gebaseerde verweer van Saar Coal tegen de vordering van Enigma c.s. tot bijdrage in de averij-grosse slaagt derhalve. De slotsom is dan dat het bestreden vonnis (met aanvulling van gronden) moet worden bekrachtigd. Enigma c.s. wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het hoger beroep veroordeeld.

De beslissing

Het hof,
  • bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
  • veroordeelt Enigma c.s. in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van Saar Coal tot aan deze uitspraak bepaald op € 1.635,- aan verschotten en
€ 3.262,- aan salaris voor de advocaat.
Aldus gewezen door mrs. J.M. van der Klooster, J.H.W. de Planque en A.A. Rijperman en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 december 2012 in aanwezigheid van de griffier.