Uitspraak
[X] te [Z], hierna ook: belanghebbende,
de directeur Gemeentebelastingen Rotterdam, de Inspecteur.
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht.
Gerechtshof 's-Gravenhage
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 december 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 13 oktober 2011. De zaak betreft de vaststelling van de WOZ-waarde van een woning in Rotterdam, die door de Inspecteur was vastgesteld op € 579.000 per waardepeildatum 1 januari 2009. De belanghebbende, [X], betwistte deze waarde en voerde aan dat de aanwezigheid van een nabijgelegen zendmast de waarde van de woning negatief beïnvloedde. De zendmast, die op 9 juni 2009 was geplaatst, zou volgens [X] een inbreuk op de leefomgeving vormen en de waarde van de woning verlagen tot € 405.300.
Het Hof heeft vastgesteld dat het hogerberoepschrift tijdig was ingediend, ondanks dat het na afloop van de termijn was verzonden. De Inspecteur had de waarde van de woning verdedigd door te stellen dat de zendmast na de waardepeildatum was geplaatst en dat er geen bewijs was dat de waarde van woningen in de omgeving was gedaald. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur voldoende aannemelijk had gemaakt dat de WOZ-waarde van € 579.000 niet te hoog was vastgesteld en dat de aanslag in stand moest blijven. Het beroep van [X] werd ongegrond verklaard.
De uitspraak van het Hof benadrukt het belang van de tijdigheid van het hoger beroep en de rol van de Inspecteur in het vaststellen van de WOZ-waarde. Het Hof heeft geen reden gezien om de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten van de belanghebbende. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden.