ECLI:NL:GHSGR:2011:BY6236
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Labohm
- M. Kamminga
- J. Stollenwerck
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgemeenschap na scheiding met overeenstemming tussen partijen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 3 augustus 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen de vrouw en de man na hun scheiding. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Jongeneel, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 23 september 2010. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.H.C. Morshuis, heeft geen verweerschrift ingediend. Tijdens de procedure heeft de vrouw op 22 december 2010 haar verzoek in hoger beroep ingediend, waarbij zij verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen en een aantal specifieke verzoeken te doen met betrekking tot de verdeling van de huwelijksgemeenschap.
Op 6 april 2011 heeft de advocaat van de vrouw aan het hof meegedeeld dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de verdeling van hun ontbonden huwelijksgemeenschap. Dit leidde tot een vaststellingsovereenkomst die door beide partijen is ondertekend. Het hof heeft vastgesteld dat, nu partijen volledige overeenstemming hebben bereikt, de rechter geen rechtsmacht meer heeft om de verdeling vast te stellen op basis van artikel 3:185 BW. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen was en heeft de verdeling zoals opgenomen in de vaststellingsovereenkomst geaccepteerd.
De uitspraak benadrukt het belang van overeenstemming tussen partijen in het civiele recht, vooral in zaken van personen- en familierecht. Het hof heeft de beschikking gegeven en de vaststellingsovereenkomst aan de beschikking gehecht, waarmee de partijen finale kwijting hebben verleend aan elkaar met betrekking tot de verdeling van hun huwelijksgemeenschap.