ECLI:NL:GHSGR:2011:BV9989
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.A. Schuering
- E.J. van Sandick
- A.G.M. Zander
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie wegens niet tijdige betaling griffierecht in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep. Appellante, vertegenwoordigd door mr. M.W. Eshuis, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de Rechtbank 's-Gravenhage van 9 mei 2011. De geïntimeerde, Ziggo B.V., vertegenwoordigd door mr. H.E. ter Horst, was opgeroepen om te verschijnen. De zaak werd op 30 augustus 2011 aangehouden om te wachten op de betaling van het griffierecht door appellante. Volgens de Wet griffierechten burgerlijke zaken diende appellante het griffierecht binnen vier weken na de eerste roldag te betalen, maar dit gebeurde niet tijdig. Het griffierecht werd pas op 20 oktober 2011 bijgeschreven, wat 23 dagen te laat was.
Het hof oordeelde dat er geen omstandigheden waren die een uitzondering op de regel rechtvaardigden, zoals bedoeld in artikel 127a lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Hierdoor werd appellante ontslagen van deze instantie en werd zij veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van geïntimeerde werden vastgesteld op € 649,-- voor verschotten en € 447,-- voor het salaris van de advocaat. De beslissing van het hof is in het openbaar uitgesproken, waarbij de rechters A.A. Schuering, E.J. van Sandick en A.G.M. Zander aanwezig waren.
Deze uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten in civiele procedures en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. Het hof heeft de procedure voortgezet op basis van het griffiedossier, aangezien appellante niet aan haar verplichtingen had voldaan. De uitspraak is een duidelijke reminder voor partijen in civiele zaken over de noodzaak om aan proceskostenverplichtingen te voldoen om verdere juridische complicaties te voorkomen.