ECLI:NL:GHSGR:2011:BV8435

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
30 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-000690-11
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verkrachting na hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 30 augustus 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in Joegoslavië in 1979 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rijnmond, was beschuldigd van verkrachting. De tenlastelegging betrof een incident op 28 september 2010 in Rotterdam, waarbij de verdachte zou hebben gedwongen tot seksuele handelingen door middel van geweld en bedreiging. De verdachte ontkende de beschuldigingen en stelde dat de handelingen niet gericht waren op dwang.

Het hof heeft de verklaringen van de benadeelde partij en andere bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de benadeelde partij door de verdachte was gedwongen tot seksuele handelingen. Feiten die mogelijk dwang hadden kunnen opleveren, waren niet in de tenlastelegging opgenomen. Daarom heeft het hof geoordeeld dat de verdachte van het ten laste gelegde diende te worden vrijgesproken.

De advocaat-generaal had in eerste aanleg een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, maar het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken. Deze uitspraak is gedaan na onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De beslissing is openbaar uitgesproken op de zitting van het hof.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000690-11
Parketnummer: 10-690384-10
Datum uitspraak: 30 augustus 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 27 januari 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Joegoslavië)
op [geboortejaar] 1979,
[adres],
ter terechtzitting in hoger beroep gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rijnmond - HvB De IJssel te Krimpen aan den IJssel.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 16 augustus 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd - anders dan in zijn schriftelijke vordering vermeld - dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, onder de bijzondere voorwaarden van verplicht reclasseringscontact, alsmede een contactverbod met het slachtoffer.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, onder de bijzondere voorwaarden van verplicht reclasseringscontact met oplegging van de hulp- en steunmaatregel, alsmede een contactverbod met het slachtoffer.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 september 2010 te Rotterdam door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [benadeelde partij], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het brengen en/of houden van zijn verdachtes, penis in de vagina van die [benadeelde partij], het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) ander feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
- met een bezemsteel, althans een hard voorwerp, kapot/stuk slaan van het glas van de balkondeur van de woning aan de [adres] en/of
- vervolgens, door de aldus ontstane opening, voornoemde woning binnengaan en/of
- vastpakken en/of dichtknijpen van de keel van die [benadeelde partij] en/of
- uittrekken en/of uitdoen van de (korte) broek en/of onderbroek van die [benadeelde partij] en/of
- het laten aanraken van zijn, verdachtes, penis door die [benadeelde partij] terwijl die [benadeelde partij] (telkens) aangaf dat zij dit niet wilde.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
De verdachte heeft - zowel bij de politie als ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep - met betrekking tot [benadeelde partij] ontkend dat de in de tenlastelegging beschreven gedragingen - voor zover hij erkent deze te hebben begaan - erop gericht waren [benadeelde partij] te dwingen seksuele handelingen te ondergaan. Het hof is van oordeel dat noch uit de verklaringen van [benadeelde partij] - afgelegd bij de politie en ter terechtzitting in hoger beroep - noch uit andere bewijsmiddelen is gebleken dat zij door de in de tenlastelegging genoemde handelingen is gedwongen seksuele handelingen te ondergaan.
Feitelijkheden die - gezien de verklaringen van [benadeelde partij] - mogelijk wel dwang hadden kunnen opleveren zoals bedoeld is in artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht, zijn niet in de tenlastelegging opgenomen. De verdachte dient dan ook van het ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. A.J.M. Kaptein,
mr. G. Knobbout en mr. M.A. van der Ham, in bijzijn van de griffier mr. C.J.A. Sabatier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 30 augustus 2011.