ECLI:NL:GHSGR:2011:BV1537
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in mishandelingszaak na beoordeling van videobeelden en getuigenverklaringen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 24 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken, alsook tot schadevergoeding aan de benadeelde partij. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Tijdens de zitting in hoger beroep zijn videobeelden getoond die het ten laste gelegde zouden moeten ondersteunen. Het hof constateerde echter dat de beelden niet de plaats van het delict, de delictsdatum of het tijdstip vermeldden, en de kwaliteit van de beelden was onvoldoende om de verdachte te herkennen. Hierdoor kon het hof de beelden niet als bewijs gebruiken.
Daarnaast waren er getuigenverklaringen die zowel ontlastend als belastend voor de verdachte waren. De advocaat-generaal had gevorderd dat een deel van de immateriële schade aan de benadeelde partij zou worden toegewezen, maar het hof oordeelde dat de verdachte niet met voldoende zekerheid kon worden beschuldigd van het ten laste gelegde feit. Het hof sprak de verdachte vrij van mishandeling, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verwondingen bij het slachtoffer door de verdachte waren toegebracht. De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding werd niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.
Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en deed opnieuw recht, waarbij het de verdachte vrijsprak van de beschuldiging van mishandeling en de benadeelde partij in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaarde.