ECLI:NL:GHSGR:2011:BV0473
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Stille
- A. Stollenwerck
- J. Breederveld
- Rechtspraak.nl
Huwelijksvermogensregime en toepasselijk recht bij echtscheiding van partijen met verschillende nationaliteiten
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 oktober 2011, staat de vraag centraal welk recht van toepassing is op het huwelijksvermogensregime van partijen die in Marokko zijn gehuwd en later in Nederland hebben gewoond. De man, die in hoger beroep is gekomen, verzoekt de vernietiging van de beschikking van de rechtbank, waarin de echtscheiding is uitgesproken en de verdeling van de gemeenschappelijke goederen is vastgesteld. De vrouw, die zich kan verenigen met de beslissing van de rechtbank, is van mening dat een andere methode voor de verdeling wenselijker is.
De rechtbank had eerder vastgesteld dat de echtscheiding op 25 maart 2011 was ingeschreven en dat partijen op 17 augustus 1996 in Marokko waren gehuwd. De vrouw is teruggekeerd naar Nederland, terwijl de man pas op 3 maart 1997 zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft gevestigd. Het hof overweegt dat, aangezien partijen niet in dezelfde staat hun eerste gewone verblijfplaats na het huwelijk hebben gevestigd, het huwelijksvermogensregime wordt beheerst door het recht van hun gemeenschappelijke nationaliteit, in dit geval het Marokkaanse recht.
Het hof concludeert dat de vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk aanvankelijk onder Marokkaans recht vallen, maar dat met ingang van het moment dat de man zijn gewone verblijfplaats in Nederland vestigde, het Nederlandse huwelijksvermogensrecht van toepassing wordt. Dit betekent dat de wettelijke gemeenschap van goederen van toepassing is op activa en schulden die na dat tijdstip zijn ontstaan. De rechtbank had de verdeling van de goederen en schulden vastgesteld, en het hof bekrachtigt deze beslissing, aangezien er geen gronden zijn aangevoerd die de eerdere beslissing van de rechtbank tegenspreken.