ECLI:NL:GHSGR:2011:BU8490
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.M. van der Klooster
- R. van der Vlist
- J.C. van Apeldoorn
- Rechtspraak.nl
Faillissement en misbruik van recht in de zaak Holding PD B.V.
In deze zaak gaat het om het faillissement van Holding PD B.V., dat op 21 september 2011 door de Rechtbank 's-Gravenhage werd uitgesproken na een verzoek van de bewindvoerder. De appellanten, werknemers van Holding PD, hebben verzet aangetekend tegen deze faillietverklaring, stellende dat het faillissement het gevolg is van misbruik van recht. De rechtbank had eerder op 14 oktober 2011 het verzet ongegrond verklaard. De appellanten hebben in hoger beroep gevraagd om vernietiging van de faillietverklaring en het gegrond verklaren van hun verzet.
De feiten tonen aan dat Holding PD, een dochteronderneming van Luba Groep B.V., sinds 2009 te maken had met een dalende omzet en verliesgevende jaren. De financiële situatie leidde tot een aanvraag voor surseance van betaling, die later werd ingetrokken, resulterend in het faillissement. De appellanten betogen dat het faillissement enkel is ingesteld om hun arbeidsrechtelijke bescherming te ondermijnen. De rechtbank oordeelde echter dat de stelling van de appellanten onvoldoende onderbouwd was, en dat de toestand van Holding PD, namelijk het niet kunnen betalen van schulden, niet in geschil was.
Tijdens de behandeling van het hoger beroep werd de vraag naar het belang van de appellanten bij de vernietiging van het faillissement opgeworpen, maar bleef onbeantwoord. De appellanten stelden dat het ontbreken van belang niet in de weg staat aan toewijzing van hun vordering, indien er sprake is van misbruik van recht. Het hof concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat het faillissement is bewerkstelligd door onrechtmatige beleidskeuzes van het bestuur van Holding PD. De grieven van de appellanten worden verworpen, en het hof bekrachtigt de eerdere beslissing van de rechtbank.