ECLI:NL:GHSGR:2011:BU7157
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep kort geding
- J.W. van Rijkom
- V. Disselkoen
- A.M. Voorwinden
- Rechtspraak.nl
Hoorplicht bij ontslag op staande voet en goed werkgeverschap in het civiele recht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 29 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep van een kort geding. De appellant, [Naam], had in eerste aanleg gevorderd dat GGZ Delfland, de geïntimeerde, werd veroordeeld tot het opheffen van derdenbeslagen op zijn bankrekeningen, betaling van zijn brutosalaris over april 2011, en toegang tot de werkvloer. De voorzieningenrechter had deze vorderingen afgewezen, waarbij hij onder andere oordeelde dat de wettelijke opzegverboden niet van toepassing zijn bij ontslag op staande voet en dat het ontslag op staande voet niet onterecht was gegeven. De voorzieningenrechter oordeelde ook dat GGZ Delfland voldoende gelegenheid had geboden aan [appellant] om zich te verweren tegen de beschuldigingen die aan zijn adres waren geuit.
In hoger beroep heeft [appellant] zijn vorderingen gehandhaafd en elf grieven ingediend. Het hof heeft de grieven gezamenlijk behandeld en geconcludeerd dat de voorzieningenrechter terecht had geoordeeld dat GGZ Delfland niet in strijd met de hoorplicht had gehandeld. Het hof stelde vast dat goed werkgeverschap niet in alle gevallen een hoorplicht met zich meebrengt en dat de omstandigheden van de zaak niet leidden tot de conclusie dat GGZ Delfland onvoldoende gelegenheid had geboden aan [appellant] om zich te verweren. Het hof oordeelde verder dat de beschuldigingen van GGZ Delfland voldoende waren onderbouwd en dat er sprake was van dringende redenen voor het ontslag op staande voet.
De slotsom was dat het hof het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigde en [appellant] in de kosten van het hoger beroep veroordeelde. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van goed werkgeverschap en de hoorplicht bij ontslag op staande voet, en bevestigt dat werkgevers in bepaalde situaties niet verplicht zijn om werknemers voorafgaand aan ontslag te horen.