ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6121

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
13 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.077.128/01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A.V. van den Berg
  • J.C.N.B. Kaal
  • F. Waardenburg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake vrijwaring tussen Prins Noord B.V. en Stolze Agro Int'l B.V.

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Prins Noord B.V. tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage, gewezen op 14 juli 2010, in een vrijwaringszaak. Prins Noord had een overeenkomst gesloten met Verbakel-Bomkas B.V. voor de levering van de onderbouw van een kas, die uiteindelijk gebreken vertoonde. Verbakel-Bomkas stelde Prins Noord aansprakelijk voor de schade die voortvloeide uit ondeugdelijk laswerk van de spanten van de kas. Prins Noord heeft Stolze Agro Int'l B.V. in vrijwaring opgeroepen, omdat Stolze de onderbouw van de kas had vervaardigd. De rechtbank heeft de vorderingen van Verbakel-Bomkas afgewezen en ook de vordering van Prins Noord tegen Stolze in de vrijwaringszaak afgewezen, waarbij Prins Noord in de proceskosten werd veroordeeld.

Prins Noord is in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak. Het hof heeft vastgesteld dat de dagvaarding tijdig was uitgebracht, ondanks dat deze na de gewone appeltermijn van drie maanden was ingediend. Dit was mogelijk omdat Prins Noord in de hoofdzaak tijdig had geantwoord. De grief van Prins Noord was gericht op het vernietigen van het vonnis in de vrijwaringszaak, mocht het hof het vonnis in de hoofdzaak vernietigen.

Het hof heeft het bestreden vonnis in de hoofdzaak bekrachtigd, waardoor de grief van Prins Noord geen doel trof. De verdere stellingen van partijen behoefden geen bespreking meer. Het hof heeft besloten dat Prins Noord in de proceskosten in hoger beroep wordt veroordeeld, met een totaalbedrag van € 6.325,- voor verschotten en salaris advocaat. Het arrest is gewezen op 13 september 2011.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector Civiel recht
Zaaknummer : 200.077.128/01
Zaak- en rolnummer rechtbank : 297335 / HA ZA 07-3309
Arrest van 13 september 2011
inzake
PRINS NOORD B.V. (voorheen PRINS DOKKUM B.V.),
gevestigd te Dokkum, gemeente Dongeradeel,
appellante,
hierna te noemen: Prins Noord,
advocaat: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt te 's-Gravenhage,
tegen
STOLZE AGRO INT'L B.V.,
gevestigd te Maasdijk, gemeente Westland,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Stolze,
advocaat: mr. B.M. Stroetinga te Eindhoven.
Het geding
Bij exploot van 8 november 2010 is Prins Noord in hoger beroep gekomen van het vonnis d.d. 14 juli 2010, voor zover dat door de rechtbank 's-Gravenhage in de vrijwaringszaak tussen partijen is gewezen. Bij dat vonnis is tevens uitspraak gedaan in de hoofdzaak tussen Verbakel-Bomkas B.V., gevestigd te De Lier, gemeente Westland, als eiseres en Prins Noord als gedaagde. Bij memorie van grieven heeft Prins Noord één grief aangevoerd, die door Stolze bij memorie van antwoord is bestreden. Daarna hebben partijen arrest gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
1 De rechtbank heeft in het bestreden vonnis sub 3.1 tot en met 3.12 de belangrijkste feiten geresumeerd. Partijen hebben daartegen geen grieven aangevoerd, zodat deze samenvatting ook het hof tot uitgangspunt dient. Met inachtneming hiervan gaat het in dit geding in hoofdlijnen om het volgende.
1.1 Tussen Verbakel-Bomkas B.V. (hierna: Verbakel-Bomkas) en Prins Noord is in 2006 een overeenkomst tot stand gekomen, op grond waarvan Prins Noord de onderbouw van een kas (met bedrijfsruimte) van ruim 100.000 m² zou leveren ter uitvoering van een overeenkomst tussen Verbakel-Bomkas en een in Maine (USA) gevestigde tomatenteler betreffende de levering en bouw van die kas.
1.2 Prins Noord en Stolze hebben vervolgens een overeenkomst gesloten, op grond waarvan Stolze de onderbouw van de kas zou vervaardigen, welke opdracht Stolze op haar beurt heeft ondergebracht bij een in China gevestigde onderneming. Vanuit China zijn de onderdelen van de onderbouw verscheept naar Maine, waarna een plaatselijke aannemer in opdracht van Verbakel-Bomkas de bouw van de kas tot stand heeft gebracht.
1.3 De kas is in oktober 2006 in gebruik genomen. In de loop van februari 2007 ging de kas gebreken vertonen, in die zin dat kasspanten gingen doorzakken. Deze spanten vormden dragende onderdelen van de kasconstructie. Dit probleem heeft zich uitgebreid en van lieverlede dreigde de kas te bezwijken. In opdracht van Verbakel-Bomkas zijn noodmaatregelen getroffen, waarna uiteindelijk is besloten de spanten door nieuwe te vervangen.
1.4 Verbakel-Bomkas heeft zich op het standpunt gesteld dat het laswerk van de spanten ondeugdelijk was en heeft Prins Noord voor de daaruit voortgevloeide schade aansprakelijk gesteld. Nadat minnelijk overleg vruchteloos was gebleken heeft Verbakel-Bomkas Prins Noord in rechte betrokken. Prins Noord heeft vervolgens verlof gevraagd en verkregen om Stolze in vrijwaring op te roepen.
1.5 Zowel Prins Noord als Stolze hebben bestreden dat het laswerk van de spanten ondeugdelijk was.
1.6 Bij het bestreden vonnis heeft de rechtbank de vorderingen van Verbakel-Bomkas afgewezen. In de vrijwaringszaak heeft zij om die reden de vordering van Prins Noord tegen Stolze afgewezen en Prins Noord in de proceskosten veroordeeld.
1.7 Verbakel-Bomkas is van het vonnis in de hoofdzaak in hoger beroep gekomen. Dat is voor Prins Noord aanleiding geweest om harerzijds hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak in de vrijwaringszaak.
2 De dagvaarding in het onderhavige geding is uitgebracht na de gewone appeltermijn van drie maanden. In een geval als het onderhavige kan evenwel op grond van artikel 339, vijfde lid, Rv hoger beroep worden ingesteld tot het moment dat in de hoofdzaak in hoger beroep de conclusie van antwoord wordt genomen. Het hof heeft vastgesteld dat in de hoofdzaak door Prins Noord ter rolle van 30 november 2010 van antwoord is gediend. Nu Prins Noord de dagvaarding in het onderhavige geding op 8 november 2010 heeft laten uitbrengen, is derhalve tijdig hoger beroep ingesteld.
3 De aangevoerde grief strekt ertoe dat het hof, indien het in hoger beroep het vonnis in de hoofdzaak vernietigt, ook de uitspraak in de vrijwaringszaak vernietigt en in het geschil tussen Prins Noord en Stolze alsnog een inhoudelijke beoordeling geeft.
4 Bij arrest van heden in het geding in de hoofdzaak tussen Verbakel-Bomkas en Prins Noord wordt het bestreden vonnis bekrachtigd.
5 De grief treft daarom geen doel. De verdere stellingen van partijen behoeven geen bespreking meer. Het hof zal het bestreden vonnis in de vrijwaringszaak eveneens bekrachtigen.
6 Bij deze uitkomst van het onderhavige geding is het passend dat Prins Noord wordt veroordeeld in de gedingkosten in hoger beroep.
Beslissing
Het hof:
- bekrachtigt het vonnis dat op 14 juli 2010 in de vrijwaringszaak tussen partijen is gewezen;
- veroordeelt Prins Noord in de proceskosten in hoger beroep, aan de zijde van Stolze tot deze uitspraak begroot op € 1.745,- voor verschotten en € 4.580,- voor salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.V. van den Berg, J.C.N.B. Kaal en F. Waardenburg en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 september 2011 in aanwezigheid van de griffier.