ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6066
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Stille
- A. Husson
- J. Stollenwerck
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Nederlandse rechter in kinderalimentatiegeschil
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 2 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter in een kinderalimentatiegeschil. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had op 15 juni 2011 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank te Rotterdam van 17 maart 2011, waarin de rechtbank zich onbevoegd had verklaard om kennis te nemen van haar verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie. De vader, verweerder in hoger beroep, had op 8 augustus 2011 een referteverklaring ingediend. De rechtbank had eerder bepaald dat de vader aan de moeder een bijdrage van € 135,- per maand diende te betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind, geboren in 2003.
Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank zich ten onrechte onbevoegd heeft verklaard. De moeder verzocht het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en de zaak naar de rechtbank te Rotterdam te verwijzen. Het hof overwoog dat op basis van artikel 1 van de Verordening (EG) 44/2001, betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de Nederlandse rechter bevoegd is, omdat de vader ten tijde van het indienen van het verzoek in Nederland woonde. De alternatieve bevoegdheid van de Griekse rechter doet hier niet aan af.
Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de zaak verwezen naar de rechtbank te Rotterdam om op de hoofdzaak te beslissen. Deze beslissing is genomen in het belang van de minderjarige en om te waarborgen dat de juiste rechter de zaak behandelt. De uitspraak is gedaan door mrs. Stille, Husson en Stollenwerck, bijgestaan door griffier Hogendoorn, en is openbaar uitgesproken op 2 november 2011.