ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6063

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
19 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.083.029/01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Lückers
  • Labohm
  • Kamminga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevolg van niet (tijdig) overleggen van processtukken in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kinderen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Verschoor, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 30 november 2010. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. T. Hordijk, was de verweerster in deze procedure. De vader had verzocht om een omgangsregeling waarbij hij de kinderen om de veertien dagen van zaterdag 10.00 uur tot zondag 17.30 uur bij zich mocht hebben.

Tijdens de procedure in hoger beroep is gebleken dat de vader niet tijdig alle benodigde processtukken uit de eerste aanleg had overgelegd, ondanks herhaalde verzoeken van het hof. Het hof had de vader meerdere keren uitstel verleend om de stukken in te dienen, maar uiteindelijk was het dossier niet compleet. Dit gebrek aan informatie leidde ertoe dat het hof niet in staat was om het hoger beroep van de vader adequaat te beoordelen.

Uiteindelijk heeft het hof besloten het hoger beroep van de vader te verwerpen, omdat hij niet aan de vereisten voldeed om zijn zaak te onderbouwen met de benodigde processtukken. De beslissing werd genomen in het belang van een zorgvuldige rechtsgang en de noodzaak om alle relevante informatie te hebben voor een goede beoordeling van de zaak. De uitspraak werd gedaan in een openbare zitting, waarbij de rechters Lückers, Labohm en Kamminga aanwezig waren, met griffier Hogendoorn.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector Civiel recht
Uitspraak : 19 oktober 2011
Zaaknummer : 200.083.029/01
Rekestnr. rechtbank : F2 RK 04-3013
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. M. Verschoor te Rotterdam,
tegen
[verweerster],
wonende te [woonplaats],
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. T. Hordijk te Rotterdam.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
De vader is op 28 februari 2011 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 30 november 2010 van de rechtbank Rotterdam.
Bij die beschikking is bepaald dat de regeling inzake de uitoefening van het omgangsrecht als volgt zal zijn:
- de vader mag de minderjarigen [kind 1], geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] en [kind 2], geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats], om de veertien dagen van zaterdag 10.00 uur tot zondag 17.30 uur bij zich hebben.
Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:
van de zijde van de vader:
- op 13 september 2011 een brief van 9 september 2011 met bijlagen.
Op 22 september 2011 is de ontvankelijkheid van het verzoek in hoger beroep mondeling behandeld. Partijen zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET HOGER BEROEP
Bij brief van 3 maart 2011 is de advocaat van de vader verzocht om - conform artikel 1.2.6. van het procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven - alle processtukken uit eerste aanleg over te leggen. In deze brief is eveneens medegedeeld dat de zaak niet eerder in behandeling zal worden genomen dan nadat deze compleet is (conform artikel 1.2.7. van voornoemd procesreglement). Bij brief van 4 april 2011 is het verzoek tot het overleggen van de stukken herhaald. De (advocaat van de) vader heeft bij brief van 15 april 2011 uitstel verzocht voor het overleggen van de stukken. Het hof heeft uitstel verleend tot 2 mei 2011. Bij brief van 21 juni 2011 is het verzoek tot het overleggen van de stukken nogmaals herhaald. Bij brief van 5 juli 2011 heeft de (advocaat van de) vader wederom uitstel voor het overleggen van de stukken verzocht. Het hof heeft nogmaals twee weken uitstel verleend. In de oproeping (van 26 augustus 2011) is aangegeven dat de ontvankelijkheid van het hoger beroep op de zitting aan de orde zou komen. De (advocaat van de) vader heeft op 13 september 2011 een aantal stukken uit eerste aanleg ingediend, maar niet het complete procesdossier.
Nu de vader niet alle processtukken uit de eerste instantie heeft overgelegd, is het hof onvoldoende geïnformeerd en niet, althans onvoldoende, in staat het hoger beroep van de vader te beoordelen. Het hof zal dan ook het hoger beroep van de vader verwerpen.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
verwerpt het hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Lückers, Labohm en Kamminga, bijgestaan door Hogendoorn als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 oktober 2011.