ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6007
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Lückers
- A. Labohm
- J. Kamminga
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het hoger beroep in verband met overschrijding van de appeltermijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 oktober 2011 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het hoger beroep van de man. De man had op 8 december 2010 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 17 mei 2010. De rechtbank had deze beschikking op 6 september 2010 aan de man verzonden. De man was in eerste aanleg niet verschenen, waardoor de beroepstermijn van drie maanden na betekening van de beschikking aan hem in persoon of op andere wijze gold. De beroepstermijn liep af op 7 december 2010, maar de man heeft pas op 8 december 2010 zijn hoger beroep ingesteld, wat te laat was.
De vrouw, verweerster in deze zaak, stelde dat de man zijn hoger beroep niet tijdig had ingesteld en dat hij om die reden niet-ontvankelijk verklaard diende te worden. Het hof overwoog dat de wet en de parlementaire geschiedenis geen duidelijkheid bieden over het moment waarop de procedure aanhangig is, indien het verzoekschrift aanvankelijk niet door een advocaat is ingediend. Echter, uit vaste jurisprudentie blijkt dat de datum van indiening van het verzoek door de advocaat de datum is waarop het oorspronkelijk verzoekschrift is ingediend.
Het hof concludeerde dat de man niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in zijn hoger beroep, omdat zijn beroep te laat was ingesteld. Bovendien was de man ook om andere redenen niet-ontvankelijk, aangezien de advocaat van de man pas op 19 augustus 2011 een nieuw verzoekschrift had ingediend, wat acht maanden na de oorspronkelijke beschikking was. De beslissing van het hof werd genomen door de rechters Lückers, Labohm en Kamminga, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.