ECLI:NL:GHSGR:2011:BU3803
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. de Groot-van Dijken
- J. Vermeulen
- A. van Veen
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding na mishandeling en bewijs van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, gaat het om een hoger beroep inzake schadevergoeding na een mishandeling. De zaak betreft appellanten [Appellant sub 1.] en [Appellant sub 2.], die zich hebben gewend tot het hof na een eerdere uitspraak van de rechtbank Middelburg. De rechtbank had in eerste aanleg geoordeeld over de schadevergoeding die [Appellant sub 1.] had geleden als gevolg van de mishandeling door [Geintimeerde]. Het hof heeft in een tussenarrest van 20 juli 2010 de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van een akte aan de zijde van [Appellant sub 1.]. In het vervolg van de procedure heeft [Appellant sub 1.] een akte na tussenarrest genomen en producties overgelegd, waarop [Geintimeerde] heeft geantwoord met zijn eigen producties. Het hof heeft vervolgens de gedingstukken bestudeerd en partijen verzocht om wederom uitspraak te vragen.
Het hof heeft vastgesteld dat [Appellant sub 1.] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij ten gevolge van de mishandeling gedurende een bepaalde periode arbeidsongeschikt is geweest. De medische verklaringen van dr. [A.] en dr. [B.] zijn hierbij in overweging genomen. Het hof concludeert dat [Appellant sub 1.] gedurende twee weken volledig arbeidsongeschikt was en daarna gedeeltelijk arbeidsongeschikt gedurende een periode van drie weken. Dit leidt tot de conclusie dat hij in totaal 212,50 uur niet heeft kunnen werken. [Geintimeerde] heeft echter zijn betwisting van de arbeidsongeschiktheid herhaald en bewijs aangeboden. Het hof heeft [Geintimeerde] toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen de aangenomen mate en duur van de arbeidsongeschiktheid van [Appellant sub 1.].
De uitspraak van het hof is gedaan door de raadsheren M. de Groot-van Dijken, J. Vermeulen en A. van Veen en is openbaar uitgesproken op 11 januari 2011. De zaak is verwezen naar de rol voor het opgeven van getuigen en verhinderdata, waarbij het hof de verdere beoordeling aanhoudt in afwachting van de bewijslevering.