ECLI:NL:GHSGR:2011:BT7552
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- N.J.M. van Etten
- W.H.B. den Hartog Jager
- I.B.N. Keizer
- Rechtspraak.nl
Compensatie van proceskosten tussen voormalige samenwoners in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige samenwoners, de man en de vrouw, over de hoofdelijkheid van een hypothecaire lening. De man en de vrouw hebben van 2001 tot 2006 een affectieve relatie gehad en hebben samen in een woning gewoond die eigendom was van de man. Na de beëindiging van hun relatie heeft de vrouw de woning verlaten en verzocht om ontslag uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening die zij samen met de man was aangegaan. De vrouw heeft ELQ, de hypotheekverstrekker, verzocht om haar uit de hoofdelijke aansprakelijkheid te ontslaan, maar dit verzoek werd niet ingewilligd. De man heeft in de procedure niet alle benodigde gegevens verstrekt aan ELQ, waardoor de vrouw niet kon worden ontslagen uit haar aansprakelijkheid.
De vrouw heeft de man in rechte betrokken om hem te veroordelen tot het verstrekken van de gevraagde gegevens aan ELQ. De voorzieningenrechter heeft de man veroordeeld om binnen acht dagen na betekening van het vonnis mee te werken aan het verstrekken van de gegevens, op straffe van een dwangsom. De man heeft aan deze veroordeling voldaan, maar ELQ heeft het verzoek om ontslag van de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid opnieuw afgewezen. In hoger beroep heeft de man de proceskostenveroordeling van de voorzieningenrechter bestreden.
Het hof oordeelt dat de man terecht is veroordeeld om de ontbrekende gegevens te verstrekken, maar dat de proceskosten tussen de partijen gecompenseerd moeten worden. Het hof vernietigt de proceskostenveroordeling van de voorzieningenrechter en compenseert de kosten van het geding in eerste aanleg, zodat elke partij de eigen kosten draagt. Het hof bekrachtigt het vonnis voor het overige en compenseert ook de kosten van het hoger beroep.