ECLI:NL:GHSGR:2011:BT7548
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.M. Brandenburg
- P.M.A. de Groot-van Dijken
- P.M. Huijbers-Koopman
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor val van steiger en gebrekkige zaak in civiel recht
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van [Z.] voor de val van [X.] van een rolsteiger tijdens werkzaamheden aan de buitenzijde van zijn woning. Instuc, een vennootschap onder firma waarvan [X.] en [Y.] vennoten zijn, heeft [Z.] gedagvaard en vorderde een verklaring voor recht dat [Z.] aansprakelijk is voor de materiële en immateriële schade die [X.] heeft geleden na de val. De overeenkomst tussen partijen hield in dat [Z.] de steiger zou verschaffen, maar er ontstond onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden met betrekking tot de plaatsing en stabiliteit van de steiger. Het hof oordeelt dat Instuc ten onrechte aanneemt dat [Z.] ook verantwoordelijk was voor het verplaatsen en stellen van de steiger. [X.] heeft zelf verklaard dat hij samen met [Z.] de steiger naar de plek heeft gereden en dat hij zelf de stabiliteit van de steiger heeft beoordeeld. Het hof concludeert dat er geen grond is om de aansprakelijkheid van [Z.] te aanvaarden, aangezien de stellingen van Instuc onvoldoende onderbouwd zijn en niet blijken uit het dossier. De vordering van Instuc wordt afgewezen en het vonnis van de rechtbank wordt bekrachtigd, waarbij Instuc wordt veroordeeld in de proceskosten.