ECLI:NL:GHSGR:2011:BR6996
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- C.E.M. Renckens
- M.J.C. Koens
- M. van Ham
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bij te late betaling griffierecht met mogelijkheid tot incidenteel appel
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 6 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep van een beschikking van de rechtbank Middelburg. De vrouw, appellante, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van 29 december 2010. Het hof constateerde dat de vrouw het verschuldigde griffierecht niet tijdig had betaald, namelijk pas op 12 mei 2011, terwijl de betaling uiterlijk op 26 april 2011 had moeten plaatsvinden. De advocaat van de vrouw stelde dat de late betaling niet aan haar te wijten was, maar aan de administratie van het hof. Het hof oordeelde echter dat de wettelijke termijn voor betaling van het griffierecht, zoals vastgelegd in de Wet griffierechten burgerlijke zaken, niet was nageleefd. Het hof ging niet mee in de stelling dat een latere betaling alsnog zou kunnen leiden tot ontvankelijkheid. Er waren geen omstandigheden aangevoerd die zouden leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 282a, lid 4 Rv. De vrouw werd derhalve niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep. De advocaat van de man kreeg de gelegenheid om incidenteel te appelleren, maar maakte van deze mogelijkheid geen gebruik. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten in het civiele proces.