ECLI:NL:GHSGR:2011:BR6089
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Verzet
- A.A. Schuering
- J.A. van Kempen
- R. van der Vlist
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen dwangbevel tot voldoening griffierecht
In deze zaak gaat het om een verzet tegen een dwangbevel dat is uitgevaardigd door de griffier van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het verzetschrift is op 29 november 2010 ingediend, waarbij opposanten, waaronder mr. Paul Garretsen, verzet aantekenen tegen een dwangbevel van 22 september 2010. Dit dwangbevel was opgelegd voor het niet voldoen van griffierechten die in verband stonden met een eerder hoger beroep. De griffier had eerder een griffierecht van € 5.795,- opgelegd, maar na bezwaar van Garretsen werd dit bedrag herberekend naar € 1.860,-. Ondanks herhaalde aanmaningen bleef betaling uit, wat leidde tot het dwangbevel.
De mondelinge behandeling vond plaats op 27 juni 2011, waarbij zowel opposanten als de griffier aanwezig waren. Tijdens de zitting werden documenten overgelegd, waaronder een vonnis van de Rechtbank 's-Gravenhage en een beschikking van de rechter-commissaris. Het hof beoordeelt of het verzet tijdig is ingesteld en of er gronden zijn voor matiging van het griffierecht. Het hof concludeert dat het verzet tijdig is ingediend, maar dat de opposanten te laat zijn met hun argumenten tegen de hoogte van het griffierecht. Het hof oordeelt dat er geen reden is om het dwangbevel te matigen, en verklaart het verzet ongegrond.
Ten overvloede merkt het hof op dat, zelfs als opposanten tijdig verzet hadden aangetekend tegen de hoogte van het griffierecht, dit niet tot wijziging van het griffierecht zou hebben geleid. De financiële situatie van [opposant sub 1] is onvoldoende onderbouwd, en er zijn geen relevante documenten overgelegd die de aanvraag voor een lager griffierecht zouden ondersteunen. De beslissing van het hof is dat het verzet ongegrond wordt verklaard.