Rolnummer: 22-001954-10
Parketnummers: 09-754181-09 en 09-650001-10
Datum uitspraak: 25 augustus 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 18 maart 2010 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 24 maart 2011 en 11 augustus 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte van het (ten aanzien van dagvaarding []) van het onder 1 primair en
2 primair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair, 3, 4, 5, 6,
7 primair en 8 tenlastegelegde en (ten aanzien van dagvaarding []) ter zake van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts is ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen beslist als nader in het vonnis omschreven.
Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - bij beide voornoemde dagvaardingen achtereenvolgens en door het hof doorlopend genummerd tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met 28 augustus 2009, althans 15 mei 2009 tot en met 28 augustus 2009, te Rotterdam en/of Schiedam en/of Leiden en/of Schiphol en/of elders in Nederland en/of in Suriname, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2
met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten
onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van voornoemd artikel genoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, immers hebbende verdachte en/of zijn mededader(s)
a. die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 benaderd om cocaïne te smokkelen vanuit Suriname naar Nederland, en/of
b. Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 een betaling in het vooruitzicht gesteld voor het smokkelen van cocaïne vanuit Suriname naar Nederland, en/of
c. die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 instructies gegeven voor de drugssmokkel, en/of
d. die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 ondergebracht in een huis voorafgaande aan hun vlucht naar Suriname, en/of
e. voor die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 (een) paspoort(en) en/of visum/visa geregeld, en/of
f. voor die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 een retourticket naar Suriname geboekt, en/of
g. die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 naar Schiphol gebracht, en/of
h. gezorgd dat die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 naar Suriname vloog/vlogen, en/of
i. gezorgd dat die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 in afwachting van haar/hun retourvlucht in Suriname gehuisvest was/ waren, en/of
daarbij misbruik gemaakt van de uitbuitingssituatie waarin die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 zich bevond(en) en/of welke door verdachte al dan niet samen met een ander of anderen (deels) was gecreëerd, immers verdachte heeft, al dan niet samen met een ander of anderen,
- een of meerdere keren met die Slachtoffer 1 seksueel contact gehad en/of met die Slachtoffer 1 een (seksuele) relatie onderhouden, en/of
- die Slachtoffer 1 er ertoe bewogen en/of gedwongen zich te prostitueren, terwijl zij de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of terwijl zij de leeftijd van 18 jaar had bereikt, en/of die Slachtoffer 1 ertoe bewogen en/of gedwongen (een deel van) de inkomsten die zij verkreeg uit haar werkzaamheden als prostituee aan hem/hen af te staan, althans de inkomsten die Slachtoffer 1 verkreeg uit haar werkzaamheden als prostituee ingenomen, en/of tegen die Slachtoffer 1 (vervolgens) gezegd dat hij, verdachte, en/of een of meer van zijn medeverdachten, door haar al zijn geld was kwijtgeraakt (doordat hij door haar vastgezeten), en/of tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat zij iets voor hem, verdachte, moest doen (zodat hij, verdachte, weer geld zou krijgen), en/of
- een (seksuele) relatie met die Slachtoffer 2 onderhouden, althans met die Slachtoffer 2 een of meerdere keren seksueel contact gehad, en/of
- tegen die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 (voorafgaande aan de vlucht naar Suriname) gezegd dat er geen weg terug was, en/of
- die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 meermalen, althans eenmaal, geld gegeven (voorafgaande aan de vlucht naar Suriname en/of tijdens het verblijf in Suriname),
en/of
- de paspoorten en/of visa en/of vliegtickets van die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 betaald en/of aangevraagd, en/of
- die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 gehuisvest in Schiedam en/of Rotterdam (voorafgaande aan hun vlucht naar Suriname), en/of
- die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 gehuisvest in Suriname (voorafgaande aan hun vlucht terug naar Nederland), en/of
- tegen die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 gezegd dat die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 niet gepakt zouden worden, omdat de douane in Suriname zou zijn omgekocht, en/of
- terwijl hij en/of zijn mededader(s) wisten, althans redelijkerwijs moesten vermoeden, dat die Slachtoffer 1 verstandelijk beperkt en/of makkelijk te beïnvloeden was en/of geen werk en/of inkomen had en/of problemen thuis had en/of
- terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die Slachtoffer 2 makkelijk beïnvloedbaar was en/of geen werk en/of inkomen had en/of problemen thuis had en/of (emotioneel) afhankelijk van hem was;
2. primair.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2009 tot en met 28 augustus 2009 te Schiedam en/of Leiden en/of Maassluis en/of Schiphol en/of elders in Nederland en/of te Suriname, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door hem en/of zijn medeverdachten voorgenomen misdrijf om opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen en/of vervoeren van een hoeveelheid cocaïne, in elk geval een of meer hoeveelheden van (een) materia(a)l(en) bevattende (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
- Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 benaderd om vanuit Suriname cocaïne naar Nederland te vervoeren, en/of
- Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 een betaling in het vooruitzicht gesteld voor het smokkelen van cocaïne vanuit Suriname naar Nederland, en/of
- voor Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 een paspoort/paspoorten en/of visum/visa aangevraagd en/of betaald, en/of
- voor Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 vliegtickets geboekt en/of betaald, en/of
- Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 (in afwachting van hun vlucht naar Suriname) gehuisvest, en/of
- Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 gebracht naar Schiphol, en/of
- Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 (in afwachting van de retourvlucht naar Nederland) gehuisvest in Suriname, en/of
- aan Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 instructies gegeven over en/of die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 ingelicht over de wijze waarop die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 die drugs zouden vervoeren en/of hoe die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 zich moesten gedragen tijdens dit vervoer en/of bij de douane,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. subsidiair.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2009 tot en met 28 augustus 2009 te Schiedam en/of Leiden en/of Maassluis en/of Schiphol en/of elders in Nederland en/of te Suriname tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn, en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of of een ander gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s), opzettelijk
- Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 benaderd om vanuit Suriname cocaïne naar Nederland te vervoeren, en/of
- Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 een betaling in het vooruitzicht gesteld voor het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, en/of
- voor Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 (een) paspoort(en) en/of een visum/visa aangevraagd en/of betaald, en/of
- voor Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 vliegtickets geboekt en/of betaald, en/of
- Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 (in afwachting van hun vlucht naar Suriname) gehuisvest, en/of
- Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 (in afwachting van hun retourvlucht naar Nederland) gehuisvest in Suriname, en/of
- aan Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 instructies gegeven over en/of die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 ingelicht over de wijze waarop die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 die drugs zouden vervoeren en/of hoe die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 zich moesten gedragen tijdens dit vervoer en/of bij de douane, en/of
- een of meer paspoorten (van Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 ), en/of een of meer vliegtickets (voor Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 ), en/of een of meer woningen (voor de tijdelijke huisvesting van Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 ), en/of een of meer hoeveelhe(i)den geld (bestemd voor Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 ), en/of een of meer telefoons voorhanden gehad;
3. primair.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met 3 september 2009, althans in of omstreeks de periode van 1 april 2009 tot en met 3 september 2009 te Leiden en/of Den Haag en/of Lisse en/of Rotterdam en/of Schiedam en/of elders in Nederland en/of in Suriname, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die Slachtoffer 1 ,
Slachtoffer 1 door dwang, door één of meer feitelijkheden, door dreiging met één of meer feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten,
dan wel
door dwang, door één of meer feitelijkheden, door dreiging met één of meer feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die Slachtoffer 1 zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten,
a) die Slachtoffer 1 er toe gebracht of gedwongen om een of meer telefoonabonnementen af te sluiten op haar naam, te weten
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 1], en/of
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer [telefoonnummer 2], , en/of
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 3], , en/of
b) die Slachtoffer 1 er toe gebracht of gedwongen deze abonnementen en/of de daarbij behorende telefoons (vervolgens) aan hem, verdachte, te geven, en/of
c) deze abonnementen en/of telefoons doorkocht aan (een) derde(n) voor enig geldbedrag, althans enig voordeel, en/of
d) daarbij misbruik gemaakt van de uitbuitingssituatie waarin die Slachtoffer 1 zich bevond en/of welke door verdachte al dan niet samen met een ander of anderen (deels) was gecreëerd, immers verdachte heeft al dan niet samen met een ander of anderen,
- een of meerdere keren met die Slachtoffer 1 seksueel contact gehad en/of met die Slachtoffer 1 een (seksuele) relatie onderhouden, en/of
- die Slachtoffer 1 er ertoe bewogen en/of gedwongen seksuele handelingen te verrichten met of voor een of meer derden tegen betaling, terwijl zij de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of terwijl zij de leeftijd van 18 jaar had bereikt, en/of
- die Slachtoffer 1 ertoe bewogen en/of gedwongen (een deel van) de inkomsten die zij verkreeg uit haar werkzaamheden als prostituee aan hem/hen af te staan, althans de inkomsten die Slachtoffer 1 verkreeg uit haar werkzaamheden als prostituee ingenomen, en/of
- tegen die Slachtoffer 1 (vervolgens) gezegd dat hij, verdachte, en/of een of meer van zijn medeverdachten, door haar al zijn geld was kwijtgeraakt (doordat hij door haar vastgezeten), en/of
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat zij iets voor hem, verdachte, moest doen (zodat hij, verdachte, weer geld zou krijgen), en/of
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd en/of aan die Slachtoffer 1 gevraagd een of meer telefoonabonnementen op haar naam af te sluiten en/of deze en/of de daarbij behorende telefoons (vervolgens) aan hem, verdachte, te geven, en/of
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat zij (door de telecomaanbieder(s)) niet verantwoordelijk zal worden gehouden voor de kosten van die/dat telefoonabonnement(en) en/of die telefoons, indien ze (valse) aangifte zou doen van diefstal/vermissing van haar identiteitskaart en/of haar bankpas en/of haar pincode en/of (vervolgens) tegen de telecomaanbieder(s) en/of politie zou zeggen dat met behulp van die gestolen identiteitskaart en/of bankpas en/of pincode door een ander/anderen die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en/of die abonnementen en/of telefoons door die ander/anderen worden gebruikt, en/of
- terwijl hij en/of zijn mededader(s) wisten, althans redelijkerwijs moesten vermoeden, dat die Slachtoffer 1 verstandelijk beperkt en/of makkelijk te beïnvloeden was en/of geen werk en/of inkomen had en/of problemen thuis had;
3. subsidiair.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2009 tot en met 3 september 2009 te Leiden en/of Den Haag en/of Lisse, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Slachtoffer 1 meermalen, althans eenmaal, heeft bewogen tot aangaan van een of meer schulden, te weten:
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 1], , en/of
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 2], , en/of
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 3], ,
hebbende verdachte en/of een of meer van zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- aan die Slachtoffer 1 gezegd, althans gevraagd, een of meer telefoonabonnementen af te sluiten, en/of deze abonnementen en/of de daarbij behorende telefoons (vervolgens) aan hem, verdachte, en/of een of meer van zijn medeverdachten te geven, en/of
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat zij (door de telecomaanbieder(s)) niet verantwoordelijk zal worden gehouden voor de kosten van die/dat telefoonabonnement(en) en/of de daarbij behorende telefoons, indien ze (valse) aangifte zou doen van het stelen van haar identiteitskaart en/of haar bankpas en/of haar pincode en/of (vervolgens) tegen de telecomaanbieder(s) en/of politie zou zeggen dat met behulp van die gestolen identiteitskaart en/of bankpas en/of pincode door een ander/anderen die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en/of die abonnementen en/of de daarbij behorende telefoons door die ander/anderen worden gebruikt , waardoor die Slachtoffer 1 werd bewogen tot het aangaan van bovenomschreven schuld(en);
4. primair.
hij in of omstreeks de periode van 3 oktober 2008 tot en met 3 september 2009, althans in of omstreeks de periode van 1 april 2009 tot en met 3 september 2009 te Leiden en/of Den Haag en/of Lisse en/of Rotterdam en/of Schiedam en/of elders in Nederland en/of in Suriname, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van Slachtoffer 2
Slachtoffer 2 door dwang, door één of meer feitelijkheden, door dreiging met één of meer feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten,
door dwang, door één of meer feitelijkheden, door dreiging met één of meer feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die Slachtoffer 2 zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten,
immers hebbende verdachte heeft
a) die Slachtoffer 2 ertoe gebracht om een of meer telefoonabonnementen af te sluiten op haar naam, te weten - een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 4], , en/of
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 5], , en/of
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 6], , en/of
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 7], , en/of
b) die Slachtoffer 2 er toe gebracht om deze abonnementen en/of daarbij behorende telefoons(vervolgens) aan hem, verdachte, en/of een of meer van zijn medeverdachten te verkopen voor (in totaal) 500 euro, althans enig(e) geldbedrag(en), en/of
c) deze abonnementen en/of daarbij behorende telefoons doorkocht aan (een) derde(n) voor 980 euro, althans enig geldbedrag en/of voordeel, en/of
d) daarbij misbruik gemaakt van de uitbuitingssituatie waarin die Slachtoffer 2 zich bevond en/of welke door verdachte al dan niet samen met een ander of onderen (deels) was gecreëerd, immers verdachte heeft, al dan niet samen met een ander of anderen,
- een (seksuele) relatie met die Slachtoffer 2 onderhouden, althans met die Slachtoffer 2 een of meerdere keren seksueel contact gehad, en/of
- aan die Slachtoffer 2 gevraagd een of meer telefoonabonnementen op haar naam af te sluiten en/of deze abonnementen en/of de daarbij behorende telefoons (vervolgens) aan hem, verdachte, en/of een of meer van zijn medeverdachten te verkopen en/of geven, en/of
- tegen die Slachtoffer 2 gezegd dat zij (door de telecomaanbieder(s)) niet verantwoordelijk zal worden gehouden voor de kosten van die/dat telefoonabonnement(en) en/of die telefoons, indien ze (valse) aangifte zou doen van de diefstal/vermissing van haar identiteitskaart en/of haar bankpas en/of haar pincode en/of (vervolgens) tegen de telecomaanbieder(s) en/of politie zou zeggen dat met behulp van die gestolen identiteitskaart en/of bankpas en/of pincode door een ander/anderen die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en/of die abonnementen en/of die telefoons door die ander/anderen worden gebruikt, en/of
- terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die Slachtoffer 2 makkelijk beïnvloedbaar was en/of geen werk en/of inkomen had en/of problemen thuis had en/of (emotioneel) afhankelijk van hem was;
4. subsidiair.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2009 tot en met 3 september 2009 te Leiden en/of Den Haag en/of Lisse, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Slachtoffer 2 meermalen, althans eenmaal, heeft bewogen tot aangaan van een of meer schulden, te weten:
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 4] , en/of
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 5], , en/of
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 6], , en/of
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer [telefoonnummer 7],
hebbende verdachte en/of een of meer van zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- aan die Slachtoffer 2 gevraagd een of meer telefoonabonnementen af te sluiten, en/of deze abonnementen en/of de daarbij behorende telefoons (vervolgens) aan hem, verdachte, en/of een of meer van zijn medeverdachten te verkopen voor (in totaal) 500 euro, althans enig(e) geldbedrag(en), en/of
- tegen die Slachtoffer 2 gezegd dat zij (door de telecomaanbieder(s)) niet verantwoordelijk zal worden gehouden voor de kosten van die/dat telefoonabonnement(en) en/of de daarbij behorende telefoons, indien ze (valse) aangifte zou doen van het stelen van haar identiteitskaart en/of haar bankpas en/of haar pincode en/of (vervolgens) tegen de telecomaanbieder(s) en/of politie zou zeggen dat met behulp van die gestolen identiteitskaart en/of bankpas en/of pincode door een ander/anderen die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en/of die abonnementen en/of de daarbij behorende telefoons door die ander/anderen worden gebruikt , waardoor die Slachtoffer 2 werd bewogen tot het aangaan van bovenomschreven schuld(en);
5.
Slachtoffer 1 in of omstreeks de periode van 1 april 2009 tot en met 3 september 2009 te Leiden en/of Den Haag en/of Lisse, althans in Nederland, ter uitvoering van het door haar voorgenomen misdrijf om (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, T-mobile en/of KPN, meermalen, althans eenmaal, heeft bewogen tot het tenietdoen van een of meer (in)schulden
hebbende die Slachtoffer 1 met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- een of meer telefoonabonnementen afgesloten op haar naam (met het/ de telefoonnummers [telefoonnummer 1], en/of
[telefoonnummer 2], en/of [telefoonnummer 3], ) (zich voordoende als een betrouwbare klant), en/of
- de abonnementen en/of daarbij behorende telefoons gegeven en/of verkocht aan hem, verdachte (zodat hij, verdachte, deze telefoons en/of abonnementen kon verkopen), en/of
- aangifte gedaan van diefstal van haar identiteitskaart en/of haar bankpas en/of haar pincode, en/of
- (vervolgens) tegen T-mobile en/of KPN en/of politie gezegd dat met behulp van die (gestolen) identiteitskaart en/of bankpas en/of pincode door een ander/anderen die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en/of die abonnementen en/of die telefoons door die ander/anderen worden gebruikt, en/of
- T-mobile en/of KPN verzocht haar niet verantwoordelijk te houden voor de schulden/kosten van die telefoonabonnementen en/of die telefoons
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
welk feit hij, verdachte, opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, immers heeft hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 1 april 2009 tot en met
3 september 2009, te Leiden en/of Den Haag en/of Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat hij, verdachte, door haar al zijn geld was kwijtgeraakt, en/of dat die Slachtoffer 1 iets voor hem, verdachte, moest doen (zodat hij, verdachte, weer geld zou krijgen), en/of hij, verdachte, weer geld zou krijgen), en/of
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd en/of aan die Slachtoffer 1 gevraagd een of meer telefoonabonnementen op haar naam af te sluiten en/of deze abonnementen en/of de daarbij behorende telefoons(vervolgens) aan hem, verdachte, te geven en/of te verkopen, en/of
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat zij (door de telecomaanbieder(s)) niet verantwoordelijk zal worden gehouden voor de kosten van die/dat telefoonabonnement(en) en/of de daarbij behorende telefoons en/of niet zal worden aangesproken voor de schulden die met deze abonnementen en/of telefoons zouden worden gemaakt, indien ze (valse) aangifte zou doen van de diefstal/vermissing van haar identiteitskaart en/of haar bankpas en/of haar pincode en/of (vervolgens) tegen de telecomaanbieder(s) en/of politie zou zeggen dat met behulp van die gestolen identiteitskaart en/of bankpas en/of pincode door een ander/anderen die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en/of die abonnementen en/of die telefoons door die ander/anderen worden gebruikt, en/of
- de telefoonabonnementen en/of de daarbij behorende telefoons (met het/ de telefoonnummers [telefoonnummer 1], en/of [telefoonnummer 2], en/of [telefoonnummer 3], ) gekregen van die Slachtoffer 1 ;
6.
Slachtoffer 2 in of omstreeks de periode van 1 april 2009 tot en met 3 september 2009 te Leiden en/of Den Haag en/of Lisse, althans in Nederland, ter uitvoering van het door haar voorgenomen misdrijf om (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, T-mobile en/of KPN, meermalen, althans eenmaal, heeft bewogen tot het tenietdoen van een of meer (in)schulden
hebbende die Slachtoffer 2 met vorenomschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- een of meer telefoonabonnementen afgesloten op haar naam (met de/het telefoonnummer(s) [telefoonnummer 4], en/of [telefoonnummer 5], en/of [telefoonnummer 6], en/of [telefoonnummer 7], ) (zich voordoende als een betrouwbare klant), en/of
- de abonnementen en/of de daarbij behorende telefoons doorverkocht aan verdachte, en/of
- aangifte gedaan van diefstal van haar identiteitskaart en/of haar bankpas en/of haar pincode, en/of
- (vervolgens) tegen T-mobile en/of KPN en/of politie gezegd dat met behulp van die (gestolen) identiteitskaart en/of bankpas en/of pincode door een ander/anderen die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en/of die abonnementen en/of de daarbij behorende telefoons door die ander/anderen worden gebruikt, en/of
- T-mobile en/of KPN verzocht haar niet verantwoordelijk te houden voor de kosten van die telefoonabonnementen en/of die telefoons
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
welk feit hij, verdachte, opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, immers heeft hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 1 april 2009 tot en met
3 september 2009, te Leiden en/of Den Haag en/of Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk
- aan die Slachtoffer 2 gevraagd een of meer telefoonabonnementen op haar naam af te sluiten en/of deze en/of de daarbij behorende telefoons (vervolgens) aan, hem, verdachte te verkopen, en/of
- tegen die Slachtoffer 2 gezegd dat zij (door de telecomaanbieder(s)) niet verantwoordelijk zal worden gehouden voor de kosten van die/dat telefoonabonnement(en) en/of daarbij behorende telefoons en/of niet zal worden aangesproken voor de schulden die met deze abonnementen zouden worden gemaakt, indien ze (valse) aangifte zou doen van het stelen van haar identiteitskaart en/of haar bankpas en/of haar pincode en/of (vervolgens) tegen de telecomaanbieder(s) en/of politie zou zeggen dat met behulp van die gestolen identiteitskaart en/of bankpas en/of pincode door een ander/anderen die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en/of die abonnementen en/of de daarbij behorende telefoons door die ander/anderen worden gebruikt, en/of
- de telefoonabonnementen en/of de daarbij behorende telefoons (met de/het telefoonnummer(s) [telefoonnummer 4], en/of [telefoonnummer 5], en/of [telefoonnummer 6], en/of [telefoonnummer 7], ) gekocht en/of gekregen van die Slachtoffer 2 ;
7.
slachtoffer 2 op of omstreeks 2 mei 2009 en/of
11 mei 2009 te Leiden, althans in Nederland, aangifte en/of een aanvullende aangifte heeft gedaan dat een of meer strafba(a)r(e) feit(en) was/waren gepleegd, wetende dat dat/deze feit(en) niet was/waren gepleegd, immers heeft zij toen aldaar ten overstaan van (telkens) een of meer politieambtena(a)r(en) van de Politie Hollands-Midden opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van
a. Diefstal/vermissing van een portemonnee en/of bankpas en/of identiteitskaart en/of maandtrajectkaart en/of reisdocument, en/of
b. Oplichting (met behulp van die gestolen identiteitskaart en/of bankpas)
welk feit hij, verdachte, opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, immers heeft hij, verdachte,
- die slachtoffer 2 verzocht en/of geadviseerd aangifte te doen van diefstal/vermissing van haar bankpas en/of identiteitskaart en/of pincode en/of,
- tegen die slachtoffer 2 gezegd dat zij door het doen van de aangifte niet aansprakelijk zou worden gehouden voor de kosten van het/de telefoonabonnement(en) en/of de daarbij behorende telefoon(s), en/of
- slachtoffer 2 voorgehouden dat slachtoffer 2 en/of hij, verdachte, (mede) door/met behulp van deze valse aangifte(n) geld kon(den) verdienen;
8.
Slachtoffer 1 op of omstreeks 18 april 2009 te Leiden, althans in Nederland, aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft zij toen aldaar ten overstaan van een of meer politieambtena(a)r(en) van de Politie Hollands-Midden opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal van een portemonnee en/of geld en/of een bankpas en/of een zorgpas en/of een identiteitskaart
welk feit hij, verdachte, opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, immers heeft hij, verdachte,
- die Slachtoffer 1 opgedragen, althans verzocht, aangifte te doen van diefstal/vermissing van haar bankpas en/of identiteitskaart en/of pincode en/of,
- die tegen Slachtoffer 1 gezegd dat zij door het doen van aangifte niet aansprakelijk zou worden gehouden voor de kosten van die telefoonabonnementen en/of de daarbij behorende telefoons, en/of
- die Slachtoffer 1 voorgehouden dat hij, verdachte, (mede) door/met behulp van deze valse aangifte geld kon verdienen;
9. primair.
hij in of omstreeks de periode van 29 mei 2009 tot en met 03 september 2009 te Leiden in elk geval in Nederland een OV-studentenkaart op een andere naam dan die van hem, verdachte, te weten op naam van [slachtoffer 3], - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte toen en daar valselijk zijn eigen foto geplaatst over de originele foto van die OV-studentenkaart, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
9. subsidiair.
hij op of omstreeks 03 september 2009 te Leiden opzettelijk voorhanden heeft gehad een vals(e) of vervalst(e) OV-studentenkaart op een andere naam dan van hem, verdachte, te weten op naam van [slachtoffer 3] - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst, immers over de originele foto van die OV-studentenkaart was de foto van hem, verdachte, geplaatst;
10.
hij op of omstreeks 15 februari 2009 te Leiden opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 9,1 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne , zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
De raadsman heeft bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard. In dat verband stelt de raadsman dat de getuigen Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 , ondanks het feit dat zij aangeven betrokken te zijn geweest bij strafbare gedragingen, niet als verdachte zijn gehoord. Hiermee heeft het openbaar ministerie haar recht tot vervolging naar de mening van de raadsman verspeeld. De raadsman is voorts van mening dat het openbaar ministerie door af te zien van vervolging in ruil voor hun verklaring de bepalingen van de Wet toezeggingen aan getuigen in strafzaken had moeten volgen. Nu dit niet is gebeurd is de handelwijze van politie en openbaar ministerie aan te merken als een ernstige inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde. Subsidiair heeft de raadsman geconcludeerd dat door deze handelwijze onrechtmatig bewijsmiddelen zijn verkregen en dat de verklaringen van Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 om die reden van het bewijs dienen te worden uitgesloten.
Naar het oordeel van het hof is op geen enkele wijze aannemelijk geworden dat er afspraken zijn gemaakt tussen voornoemde getuigen en het openbaar ministerie inhoudende dat zij niet vervolgd zouden worden in ruil voor hun verklaring jegens de verdachte. Daarnaast vindt de beslissing van het openbaar ministerie tot niet vervolging van Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 zijn legitimiteit in het opportuniteitsbeginsel, zoals omschreven in artikel 167 van het Wetboek van Strafvordering. Van schending van enig strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel is niet gebleken. Daarenboven geldt dat een dergelijk verzuim, zoals door de raadsman is bepleit, in beginsel slechts processuele gevolgen kan hebben voor degene jegens wie het verzuim is begaan. Dat het hier een uitzonderlijke situatie betreft waarin wel sprake zou moeten zijn van derdenwerking, is geenszins aannemelijk geworden.
Om dezelfde redenen is het hof van oordeel dat de er geen aanleiding is de verklaringen van de getuigen Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 uit te sluiten van het bewijs.
Voorts heeft de raadsman erop gewezen dat er overlappingen zijn tussen de tenlastelegging in deze zaak en hetgeen de verdachte is tenlastegelegd in de zaak met parketnummer [] (onderzoek "[]") en waarvan hij is vrijgesproken bij inmiddels onherroepelijk geworden vonnis van 26 juni 2009. Het hof verstaat dit zo dat de raadsman voorzover gedeelten van de tenlastelegging in deze zaak overeenkomen met die in de "[]" zaak het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Het hof constateert dat de tenlastelegging van het "[]" onderzoek en de tenlastelegging van feiten 1 en 3 primair qua strekking op enkele punten overeenstemmen. Het hof overweegt dat de periode 1 februari 2009 tot en met 27 februari 2009 met betrekking tot de gedachtestreepjes die -kort gezegd- betrekking hebben op het feit dat de verdachte is tenlastegelegd dat hij Slachtoffer 1 heeft bewogen dan wel heeft gedwongen seksuele handelingen te verrichten met derden tegen betaling, alsmede die Slachtoffer 1 ertoe heeft bewogen dan wel gedwongen deze betalingen aan hem af te staan, hetzelfde feitencomplex betreft als hetgeen waarvan verdachte bij vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage op 26 juni 2009 is vrijgesproken. Gelet hierop kan de verdachte voor dit feitencomplex niet wederom vervolgd worden zodat het openbaar ministerie voor dat onderdeel van het onder 1 en 3 primair tenlastegelegde niet-ontvankelijk in de vervolging van de verdachte zal worden verklaard.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat de verklaringen van de getuigen Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 niet tot het bewijs kunnen worden gebezigd aangezien deze getuigen onbetrouwbaar zijn.
Het hof overweegt hiertoe als volgt.
Het hof heeft beide getuigen ter terechtzitting in hoger beroep gehoord en heeft zich aan de hand daarvan een indruk van de getuigen kunnen vormen. Het hof is van oordeel, gelet op het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, dat de getuigen -zowel in eerste aanleg als in hoger beroep- authentieke en consistente verklaringen hebben afgelegd, zodat het hof voornoemde verklaringen van de getuigen betrouwbaar acht.
Het hof is van oordeel dat Slachtoffer 2 zich ten tijde van de onder feit 4 primair en subsidiaire tenlastegelegde gedragingen in een andere positie bevond dan Slachtoffer 1 waarbij -in tegenstelling tot Slachtoffer 1 - geen sprake is geweest van beïnvloeding door de verdachte om strafbare feiten te plegen. Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 4 primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 primair, 3 primair, 5, 6, 7, 8, 9 primair en 10 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 15 mei 2009 tot en met 28 augustus 2009, te Rotterdam en/of Schiedam en/of Leiden en/of Schiphol en/of elders in Nederland en/of in Suriname, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht genoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat Slachtoffer 1 zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van diensten, immers hebbende verdachte en/of zijn mededader(s)
a. die Slachtoffer benaderd om cocaïne te smokkelen vanuit Suriname naar Nederland, en
b. Slachtoffer 1 een betaling in het vooruitzicht gesteld voor het smokkelen van cocaïne vanuit Suriname naar Nederland, en
c. die Slachtoffer 1 instructies gegeven voor de drugssmokkel, en
d. die Slachtoffer 1 ondergebracht in een huis voorafgaande aan haar vlucht naar Suriname, en
e. voor die Slachtoffer een paspoorten/of visumgeregeld, en
f. voor die Slachtoffer 1 een retourticket naar Suriname geboekt, en
g. die Slachtoffer 1 naar Schiphol gebracht, en
h. gezorgd dat die Slachtoffer 1 naar Suriname vloog, en
i. gezorgd dat die Slachtoffer 1 in afwachting van haarretourvlucht in Suriname gehuisvest was,
immers en onder de volgende omstandigheden: heeft verdachte, al dan niet samen met een ander of anderen
tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat hij, verdachte, door haar al zijn geld was kwijtgeraakt (doordat hij door haar had vastgezeten), en tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat zij iets voor hem, verdachte, moest doen (zodat hij, verdachte, weer geld zou krijgen),
- tegen die Slachtoffer 1 (voorafgaande aan de vlucht naar Suriname) gezegd dat er geen weg terug was, en
- die Slachtoffer 1 geld gegeven (voorafgaande aan de vlucht naar Suriname ), en
- de paspoorten en/of visa en/of vliegticket van die Slachtoffer 1 betaald en/of aangevraagd, en
- die Slachtoffer 1 gehuisvest in Schiedam en/of Rotterdam (voorafgaande aan de vlucht naar Suriname), en
- die Slachtoffer 1 gehuisvest in Suriname (voorafgaande aan de vlucht terug naar Nederland), en
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat die Slachtoffer 1 niet gepakt zou worden, omdat de douane in Suriname zou zijn omgekocht,
- terwijl hij en/of zijn mededader(s) wisten, althans redelijkerwijs moesten vermoeden, dat die Slachtoffer 1 makkelijk te beïnvloeden was;
2. primair.
hij in de periode van 1 juli 2009 tot en met 28 augustus 2009 te Schiedam en Leiden en Schiphol en elders in Nederland en te Suriname, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door hem en zijn medeverdachten voorgenomen misdrijf om opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen en vervoeren van een hoeveelheid cocaïne,
- Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 heeft benaderd om vanuit Suriname cocaïne naar Nederland te vervoeren, en
- Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 een betaling in het vooruitzicht heeft gesteld voor het smokkelen van cocaïne vanuit Suriname naar Nederland, en
- voor Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 een paspoort en visa heeft aangevraagd en betaald, en
- voor Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 vliegtickets heeft geboekt en betaald, en
- Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 (in afwachting van hun vlucht naar Suriname) heeft gehuisvest, en
- Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 heeft gebracht naar Schiphol, en
- Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 (in afwachting van de retourvlucht naar Nederland) heeft gehuisvest in Suriname, en
- aan Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 instructies heeft gegeven over en die Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 heeft ingelicht over de wijze waarop die Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 die drugs zouden vervoeren en hoe die Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 zich moesten gedragen tijdens dit vervoer en bij de douane,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. primair.
hij in de periode van 1 april 2009 tot en met 3 september 2009 te Leiden of elders in Nederland
door één of meer feitelijkheden, door dreiging met één of meer feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die Slachtoffer 1 zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten,
a) die Slachtoffer 1 er toe gebracht om een of meer telefoonabonnementen af te sluiten op haar naam, te weten - een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 1], en/of
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer [telefoonnummer 2], en/of
- een telefoonabonnement met het telefoonnummer
[telefoonnummer 3], en/of
b) die Slachtoffer 1 er toe gebracht deze abonnementen en/of de daarbij behorende telefoons (vervolgens) aan hem, verdachte, te geven, en/of
c) onder de volgende omstandigheden:
d)heeft verdachte al dan niet samen met een ander of anderen
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat hij, verdachte, door haar al zijn geld was kwijtgeraakt (doordat hij door haar had vastgezeten), en
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat zij iets voor hem, verdachte, moest doen (zodat hij, verdachte, weer geld zou krijgen), en
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd telefoonabonnementen op haar naam af te sluiten en deze en de daarbij behorende telefoons (vervolgens) aan hem, verdachte, te geven, en
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat zij (door de telecomaanbieders) niet verantwoordelijk zal worden gehouden voor de kosten van die telefoonabonnementen en die telefoons, indien ze (valse) aangifte zou doen van diefstal/vermissing van haar identiteitskaart en haar bankpas en(vervolgens) tegen de telecomaanbieders en politie zou zeggen dat met behulp van die gestolen identiteitskaart en bankpas door een ander die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en die abonnementen en/of telefoons door die ander worden gebruikt,
- terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die Slachtoffer 1 makkelijk te beïnvloeden was;
5.
Slachtoffer 1 in de periode van 1 april 2009 tot en met 3 september 2009 te Leiden, ter uitvoering van het door haar voorgenomen misdrijf om (telkens) met het oogmerk om een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, T-mobile en KPN, meermalen, heeft bewogen tot het tenietdoen van een of meer inschulden
hebbende die Slachtoffer 1 met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid telkens
- telefoonabonnementen afgesloten op haar naam met de telefoonnummers [telefoonnummer 1], en/of
[telefoonnummer 2], en [telefoonnummer 3], ) zich voordoende als een betrouwbare klant, en
- de abonnementen en daarbij behorende telefoons gegeven aan hem, verdachte (zodat hij, verdachte, deze telefoons en abonnementen kon verkopen), en
- aangifte gedaan van diefstal van haar identiteitskaart en haar bankpas en
- vervolgens tegen T-mobile en KPN en politie gezegd dat met behulp van die gestolen identiteitskaart en bankpas door een ander die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en die abonnementen en die telefoons door die ander worden gebruikt, en
- T-mobile en KPN verzocht haar niet verantwoordelijk te houden voor de schulden/kosten van die telefoonabonnementen en die telefoons
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
welk feit hij, verdachte, opzettelijk heeft uitgelokt door het verschaffen van inlichtingen, immers heeft hij, verdachte, in de periode van 1 april 2009 tot en met
3 september 2009, te Leiden althans in Nederland, opzettelijk
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat hij, verdachte, door haar al zijn geld was kwijtgeraakt, en dat die Slachtoffer 1 iets voor hem, verdachte, moest doen (zodat hij, verdachte, weer geld zou krijgen), en hij, verdachte, weer geld zou krijgen), en
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd een of meer telefoonabonnementen op haar naam af te sluiten en deze abonnementen en de daarbij behorende telefoons vervolgens aan hem, verdachte, te geven , en
- tegen die Slachtoffer 1 gezegd dat zij (door de telecomaanbieders) niet verantwoordelijk zal worden gehouden voor de kosten van die telefoonabonnementen en de daarbij behorende telefoons en niet zal worden aangesproken voor de schulden die met deze abonnementen en telefoons zouden worden gemaakt, indien ze valse aangifte zou doen van de diefstal/vermissing van haar identiteitskaart en haar bankpas en vervolgens tegen de telecomaanbieders en politie zou zeggen dat met behulp van die gestolen identiteitskaart en bankpas door een ander die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en die abonnementen en die telefoons door die ander worden gebruikt, en
- de telefoonabonnementen en de daarbij behorende telefoons met de telefoonnummers [telefoonnummer 1], en [telefoonnummer 2], en [telefoonnummer 3], gekregen van die Slachtoffer 1;
6.
Slachtoffer 2 in de periode van 1 april 2009 tot en met 3 september 2009 te Leiden en Den Haag, ter uitvoering van het door haar voorgenomen misdrijf om telkens met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, T-mobile en KPN, meermalen, heeft bewogen tot het tenietdoen van een of meer inschulden
hebbende die Slachtoffer 2 met vorenomschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid telkens
- telefoonabonnementen afgesloten op haar naam met de/het telefoonnummers [telefoonnummer 4], en [telefoonnummer 5], en [telefoonnummer 6], en [telefoonnummer 7], zich voordoende als een betrouwbare klant, en
- de abonnementen en de daarbij behorende telefoons doorverkocht aan verdachte, en
- aangifte gedaan van diefstal van haar identiteitskaart en haar bankpas, en
- vervolgens tegen T-mobile en KPN en politie gezegd dat met behulp van die gestolen identiteitskaart en bankpas door een ander die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en die abonnementen en de daarbij behorende telefoons door die ander worden gebruikt, en
- T-mobile en KPN verzocht haar niet verantwoordelijk te houden voor de kosten van die telefoonabonnementen en die telefoons
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
welk feit hij, verdachte, opzettelijk heeft uitgelokt door giften en beloften het verschaffen van inlichtingen, immers heeft hij, verdachte, in de periode van 1 april 2009 tot en met
3 september 2009, te Leiden en Den Haag opzettelijk
- aan die Slachtoffer 2 gevraagd een of meer telefoonabonnementen op haar naam af te sluiten en deze en de daarbij behorende telefoons vervolgens aan, hem, verdachte te verkopen, en
- tegen die Slachtoffer 2 gezegd dat zij (door de telecomaanbieders) niet verantwoordelijk zal worden gehouden voor de kosten van die telefoonabonnementen en daarbij behorende telefoons en niet zal worden aangesproken voor de schulden die met deze abonnementen zouden worden gemaakt, indien ze valse aangifte zou doen van het stelen van haar identiteitskaart en haar bankpas en vervolgens tegen de telecomaanbieders en politie zou zeggen dat met behulp van die gestolen identiteitskaart en bankpas door een ander die telefoonabonnementen zijn afgesloten op haar naam en die abonnementen en de daarbij behorende telefoons door die ander worden gebruikt, en
- de telefoonabonnementen en de daarbij behorende telefoons met de telefoonnummers [telefoonnummer 4], en [telefoonnummer 5], en [telefoonnummer 6], en[telefoonnummer 7], gekocht en gekregen van die Slachtoffer 2 ;
7.
slachtoffer 2 op 2 mei 2009 en
11 mei 2009 te Leiden, aangifte en een aanvullende aangifte heeft gedaan dat strafbare feiten waren gepleegd, wetende dat deze feiten niet waren gepleegd, immers heeft zij toen aldaar ten overstaan van een of meer politieambtenaren van de Politie Hollands-Midden opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van
a. Diefstal/vermissing van een portemonnee en bankpas en identiteitskaart en maandtrajectkaart en reisdocument, en
b. Oplichting met behulp van die gestolen identiteitskaart en bankpas
welk feit hij, verdachte, opzettelijk heeft uitgelokt door giften en beloften en het verschaffen van inlichtingen, immers heeft hij, verdachte,
- die slachtoffer 2 verzocht en geadviseerd aangifte te doen van diefstal/vermissing van haar bankpas en identiteitskaart en,
- tegen die slachtoffer 2 gezegd dat zij door het doen van de aangifte niet aansprakelijk zou worden gehouden voor de kosten van de telefoonabonnementen en de daarbij behorende telefoons, en
- slachtoffer 2 voorgehouden dat slachtoffer 2 en hij, verdachte, mede door behulp van deze valse aangiften geld konden verdienen;
8.
Slachtoffer 1 op 18 april 2009 te Leiden, aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft zij toen aldaar ten overstaan van een of meer politieambtenaren van de Politie Hollands-Midden opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal van een portemonnee en geld en een bankpas en een zorgpas en een identiteitskaart
welk feit hij, verdachte, opzettelijk heeft uitgelokt door het verschaffen van inlichtingen, immers heeft hij, verdachte,
- die Slachtoffer 1 opgedragen, aangifte te doen van diefstal/vermissing van haar bankpas en identiteitskaart en pincode en,
- die tegen Slachtoffer 1 gezegd dat zij door het doen van aangifte niet aansprakelijk zou worden gehouden voor de kosten van die telefoonabonnementen en de daarbij behorende telefoons, en
- die Slachtoffer 1 voorgehouden dat hij, verdachte, mede door behulp van deze valse aangifte geld kon verdienen;
9. primair.
hij in de periode van 29 mei 2009 tot en met 03 september 2009 te Leiden een OV-studentenkaart op een andere naam dan die van hem, verdachte, te weten op naam van [slachtoffer 3], - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - heeft vervalst, immers heeft verdachte toen en daar valselijk zijn eigen foto geplaatst over de originele foto van die OV-studentenkaart, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
10.
hij op 15 februari 2009 te Leiden opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 9,1 gram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal geconcludeerd dat artikel 273f, eerste lid onder 4 van het Wetboek van Strafrecht niet het vereiste stelt van "oogmerk tot uitbuiting" om te kunnen spreken van een voltooide delictsomschrijving van voornoemd artikel.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Het vereiste van "oogmerk tot uitbuiting" wordt expliciet genoemd in de onderdelen 1, 2 en 6 van artikel 273f, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht. In onderdeel 4 van voornoemd artikel wordt het "oogmerk van uitbuiting" echter niet genoemd.
Een grammaticale wetsuitleg van artikel 273f, eerste lid onder 4, brengt onder meer mee dat sprake is van mensenhandel indien een ander door zekere middelen of omstandigheden wordt gedwongen of bewogen om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten. Deze middelen en omstandigheden worden nader gepreciseerd in het eerste onderdeel van het eerste lid van artikel 273f van het Wetboek van Strafvordering. De eis van "oogmerk van uitbuiting" wordt in onderdeel 4 van voornoemd artikel niet vermeld.
Voorts blijkt uit de Memorie van Antwoord van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht dat dit artikel enerzijds de implementatie van internationale verplichtingen betreft -alwaar in het VN protocol het oogmerk van uitbuiting expliciet als eis voor strafrechtelijke aansprakelijkheid voor mensenhandel wordt gesteld- maar dat dit artikel anderzijds ook de inhoud van artikel 250a van het Wetboek van Strafrecht omvat, waarbij in het eerste lid onder 1 van dit artikel "oogmerk tot uitbuiting" geen bestanddeel is. De Memorie van Toelichting bij artikel 273a, eerste lid onder 4, van het Wetboek van Strafrecht vermeldt vervolgens dat onderdeel 4 de uitwerking van het eerste lid onder 1 van artikel 250a van het Wetboek van Strafvordering betreft.
Het hof komt op grond van het bovenstaande tot de conclusie dat, onderdeel 4 van het eerste lid van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht -in tegenstelling tot de onderdelen 1, 2 en 6- niet de eis van "oogmerk tot uitbuiting" stelt als voorwaarde om schuldig te worden verklaard aan mensenhandel.
De vraag is vervolgens aan de orde of het afsluiten van drie telefoonabonnementen op één dag kan worden begrepen onder het verrichten van arbeid of diensten waar artikel 273f, eerste lid onder 4, van het Wetboek van Strafrecht op ziet. Het hof beziet deze feiten tegen de achtergrond van de andere diensten die door Slachtoffer 1 in dezelfde periode werden verricht welke bestonden uit het reizen en vervolgens verblijven in Suriname, zoals tenlastegelegd onder 1. Het hof beantwoordt deze vraag bevestigend en komt tot een bewezenverklaring van hetgeen verdachte onder 3 primair is tenlastegelegd.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
Mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 primair bewezen verklaarde levert op:
Poging tot opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 3 primair bewezen verklaarde levert op:
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
Door het verschaffen van inlichtingen opzettelijk uitlokken van poging tot oplichting.
Het onder 6 bewezen verklaarde levert op:
Door giften en verschaffen van inlichtingen opzettelijk uitlokken van poging tot oplichting.
Het onder 7 bewezen verklaarde levert op:
Door giften opzettelijk uitlokken van aangifte doen dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is.
Het onder 8 bewezen verklaarde levert op:
Door het verschaffen van inlichtingen opzettelijk uitlokken van aangifte doen dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is.
Het onder 9 primair bewezen verklaarde levert op:
Het onder 10 bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2 primair, 3 primair, 4 primair 5, 6, 7, 8, 9 primair en 10 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan onder andere mensenhandel, al dan niet in vereniging op de wijze zoals is bewezenverklaard. Het hof rekent het de verdachte zwaar aan dat hij -met alleen maar oog voor financieel gewin en om zelf buiten schot te blijven- heeft geprobeerd om het slachtoffer Slachtoffer 1, van wie hij wist dat ze zich in een kwetsbare positie bevond en gemakkelijk beïnvloedbaar was, aan te zetten tot het plegen van strafbare feiten, waaronder een poging tot invoer van drugs en het oplichten van verschillende telecombedrijven. Daarbij heeft de verdachte bovendien geen oog gehad voor de risico's die drugs met zich meebrengen voor de volksgezondheid en voor de maatschappelijke problemen van criminaliteit en overlast. Bovendien heeft de verdachte bij een eerdere gelegenheid een aanzienlijke (dealers-) hoeveelheid cocaïne onder zich gehad. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift op de wijze zoals is bewezenverklaard.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding Slachtoffer 1
In het onderhavige strafproces heeft Slachtoffer 1 zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 3 primair ten laste gelegde, tot een bedrag van EUR 14.598,93.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag van EUR 14.598,93.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 primair bewezen verklaarde.
De vordering van de benadeelde partij zal derhalve worden toegewezen.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Slachtoffer 1
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van
EUR 14.598,93 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer Slachtoffer 1 .
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op artikel 3 van de Opiumwet en de artikelen 24c, 36f, 45, 47, 57, 188, 225, 273f en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie ter zake van onderdelen van feit 1 en 3 primair, zoals nader in het arrest omschreven, niet-ontvankelijk in de vervolging van de verdachte.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor vermeld bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 primair, 3 primair, 5, 6, 7, 8, 9 primair en 10 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde Slachtoffer 1 terzake van het onder 3 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van EUR 14.598,93 (veertienduizend vijfhonderdachtennegentig euro en drieënnegentig cent) aan materiële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Slachtoffer 1 , een bedrag te betalen van EUR 14.598,93 (veertienduizend vijfhonderdachtennegentig euro en drieënnegentig cent) aan materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 107 (honderdzeven) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit arrest is gewezen door mr. S.K. Welbedacht, mr. A.H. de Wild en mr. M.J.J. van den Honert, in bijzijn van de griffier mr. R.T. Poort.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 25 augustus 2011.
Mr. S.K. Welbedacht is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.