ECLI:NL:GHSGR:2011:BR5609
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Nievelt
- A. Stollenwerck
- J. van Wijk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van erkenning minderjarigen in verband met niet-biologisch vaderschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 3 augustus 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietiging van de erkenning van drie minderjarigen door de heer [naam man]. De appellanten, de man en de vrouw, hebben in hoger beroep beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 10 januari 2011, waarin de erkenning door de heer [naam man] van de minderjarigen werd vernietigd. De bijzondere curator, mr. I.J. Pieters, heeft zich als belanghebbende aangemeld en heeft op 31 mei 2011 een verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 juni 2011 waren de appellanten, de bijzondere curator en een vertegenwoordiger van Jeugdzorg aanwezig. De minderjarige [naam minderjarige 1] is afzonderlijk gehoord en heeft haar mening kenbaar gemaakt.
De zaak draait om de vraag of de erkenning van de minderjarigen door de heer [naam man] kan worden vernietigd, gezien het feit dat hij niet de biologische vader is. De appellanten hebben de erkenning aangevraagd om ervoor te zorgen dat de heer [naam man] gezag kan uitoefenen over de minderjarigen, vooral voor het geval de moeder niet in staat zou zijn om dit zelf te doen. De bijzondere curator heeft echter betoogd dat het afstammingsrecht de biologische werkelijkheid moet volgen en dat de erkenning niet de juiste weg is om gezag te verkrijgen. Het hof heeft de argumenten van de bijzondere curator en Jeugdzorg in overweging genomen en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de erkenning vernietigd kan worden op basis van artikel 1:205 van het Burgerlijk Wetboek, aangezien de heer [naam man] niet de biologische vader is.
Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en het in hoger beroep meer of anders verzochte afgewezen. De beslissing is genomen met inachtneming van het belang van de minderjarigen, die gebaat zijn bij rust en harmonie in hun opvoedingssituatie, en niet bij de juridische strijd tussen de ouders.