Rolnummer: 22-004630-08
Parketnummer: 10-150084-04
Datum uitspraak: 29 april 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 28 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1971 te [geboorteplaats] (Roemenië),
adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 3 februari 2009, 24 maart 2009 en 15 april 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 2, 3, 4 (tweede alternatief), 5 en 6 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts zijn beslissingen genomen over de vorderingen van de benadeelde partijen als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep, met oplegging van schadevergoedingsmaatregelen.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep is ingevolge het bepaalde bij artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet gericht tegen de in eerste aanleg gegeven vrijspraak van het onder 1 tenlastegelegde.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voorzover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep en voor zover in hoger beroep nog aan de orde - ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2004 tot en met 23 augustus 2004 te Roemenië en/of in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een persoon, genaamd [aangeefster 1], heeft aangeworven, mede genomen en/of heeft ontvoerd met het oogmerk die perso(o)n(en) in een ander land, te weten Nederland (in de stad Rotterdam) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling,
hij in of omstreeks de periode van 26 juni 2004 tot en met 23 augustus 2004 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans éénmaal opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [aangeefster 1], met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [aangeefster 1] door geweld of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) of door bedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) werd gedwongen of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die (seksuele) handelingen, bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of die misleiding en/of bestaande die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- die [aangeefster 1] valselijk heeft/hebben voorgespiegeld dat zij, die [aangeefster 1], in Nederland in het huishouden zou komen te werken en/of (vervolgens)
- aan die [aangeefster 1] heeft/hebben medegedeeld dat zij voor de onkosten van haar reis en/of de uitnodiging (om naar Nederland te komen) een schuld aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) zou hebben en dat zij die terug moest betalen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- aan die [aangeefster 1] heeft/hebben medegedeeld dat zij maar als animeermeisje moest gaan werken om zo haar schuld aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) af te betalen en/of (vervolgens)
- aan die [aangeefster 1] heeft/hebben medegedeeld dat zij, die [aangeefster 1], hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) moest betalen omdat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die [aangeefster 1] zou(den) beschermen tegen Marokkanen en Albanezen die rond zouden hangen in de buurt van de bar waar die [aangeefster 1] ging werken en/of als die Marokkanen en/of Albanezen haar, die [aangeefster 1], te pakken zouden krijgen het niet goed met haar zou aflopen en/of dat alle meisjes die de Marokkanen en/of Albanezen te pakken kregen dood werden teruggevonden, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- het geld wat zij, [aangeefster 1], had verdiend als prostituee aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) (gedeeltelijk) heeft laten afdragen en/of
- die [aangeefster 1] heeft/hebben laten controleren en/of heeft/hebben gecontroleerd;
zulks terwijl die [aangeefster 1] de Nederlandse taal niet en/of onvoldoende beheerste en/of onbekend was in Nederland en/of bijna niemand kende in Nederland en zulks terwijl het krachtens het bepaalde in de vreemdelingenwetgeving aan die [aangeefster 1] niet was toegestaan in Nederland te verblijven en/of werkzaamheden te verrichten;
hij in of omstreeks de periode van 19 maart 2003 en met 23 augustus 2004 te Roemenië en/of in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een persoon, genaamd [aangeefster 2], heeft aangeworven, mede genomen en/of heeft ontvoerd met het oogmerk die perso(o)n(en) in een ander land, te weten Duitsland (in de stad Keulen) en/of Nederland (in de stad Rotterdam en/of Groningen) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling,
hij in of omstreeks de periode van 19 maart 2003 tot en met 23 augustus 2004 te Keulen (Duitsland) en/of Rotterdam en/of Groningen e/of Matsloot (Nederland), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans éénmaal opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [aangeefster 2], met of voor eenderde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [aangeefster 2] door geweld of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) of doorbedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) werd gedwongen of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die (seksuele) handelingen, bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of die misleiding en/of bestaande die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- het geld, althans een (groot) gedeelte van dat geld wat zij, [aangeefster 2], had verdiend als prostituee aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) hebben laten afdragen;
- zulks terwijl die [aangeefster 2] in Nederland verbleef zonder de Nederlandse taal(voldoende) machtig te zijn en/of
- zulks terwijl het krachtens het bepaalde in de vreemdelingenwetgeving aan die [aangeefster 2] niet was toegestaan in Nederland te verblijven en/of werkzaamheden te verrichten;
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2004 tot en met 23 augustus 2004 te Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een persoon, genaamd [aangeefster 3], heeft aangeworven, mede genomen en/of heeft ontvoerd met het oogmerk die perso(o)n(en) in een ander land, te weten Nederland (in de stad Rotterdam en/of Groningen) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling,
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2004 tot en met 23 augustus 2004 te Rotterdam en/of Groningen, althans in Nederland, meermalen, althans éénmaal tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, genaamd [aangeefster 3], door geweld of één of meer andere feitelijkheden of door bedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden heeft gedwongen of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die (seksuele) handelingen beschikbaar stelde, bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of die misleiding en/of bestaande die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- die [aangeefster 3] heeft/hebben gekocht van een mededader ([medeverdachte 1]) en/of (vervolgens)
- aan die [aangeefster 3] heeft/hebben medegedeeld dat zij, die [aangeefster 3], voor de onkosten van de verkoop (van die [aangeefster 3]) een schuld had aan hem, verdachte, en dat zij, die [aangeefster 3], dat geld moest terug betalen door als prostituee te gaan werken en/of (vervolgens)
- aan die [aangeefster 3] heeft/hebben medegedeeld dat het geld, althans een (groot) gedeelte van dat geld, wat zij, die [aangeefster 3],
verdiende als prostituee, aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) moest afgeven/afdragen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- die [aangeefster 3] heeft/hebben bewaakt en/of heeft laten bewaken en/of heeft/hebben gecontroleerd en/of heeft laten controleren;
zulks terwijl die [aangeefster 3] de Nederlandse taal niet en/of onvoldoende beheerste en/of onbekend was in Nederland en/of bijna niemand kende in Nederland en zulks terwijl het krachtens het bepaalde in de vreemdelingenwetgeving aan die
[aangeefster 3] niet was toegestaan in Nederland te verblijven en/of werkzaamheden te verrichten;
hij in of omstreeks de periode van 16 maart 2003 tot en met 31 januari 2004 te Roemenië en/of in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een persoon, genaamd [aangeefster 4], heeft aangeworven, mede genomen en/of heeft ontvoerd met het oogmerk die perso(o)n(en) in een ander land, te weten Nederland (in de stad Rotterdam en/of Assen en/of Groningen) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling,
hij in of omstreeks de periode van 16 maart 2003 tot en met 31 januari 2004 te Rotterdam en/of Assen en/of Groningen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans éénmaal opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [aangeefster 4], met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [aangeefster 4] door geweld of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) of door bedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) werd gedwongen of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die (seksuele) handelingen, bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of die misleiding en/of bestaande die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- het geld wat zij, [aangeefster 4], had verdiend als prostituee aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) (gedeeltelijk) liet afdragen en/of
- die [aangeefster 4] heeft/hebben laten controleren en/of heeft/hebben gecontroleerd (ten aanzien van haar verdiensten);
zulks terwijl die [aangeefster 4] de Nederlandse taal niet en/of onvoldoende beheerste en/of onbekend was in Nederland en/of bijna niemand kende in Nederland en zulks terwijl het krachtens het bepaalde in de vreemdelingenwetgeving aan die [aangeefster 4] niet was toegestaan in Nederland te verblijven en/of werkzaamheden te verrichten;
hij in of omstreeks de periode van 10 oktober 2002 tot en met 31 januari 2003 te Roemenië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een persoon, genaamd [aangeefster 5], heeft aangeworven, mede genomen en/of heeft ontvoerd met het oogmerk die perso(o)n(en) in een ander land, te weten Nederland (in de stad Rotterdam en/of Assen en/of Zeist) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling,
hij in of omstreeks de periode van 10 oktober 2002 tot en met 31 januari 2003 te Rotterdam en/of Assen en/of Zeist tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans éénmaal opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [aangeefster 5], met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [aangeefster 5] door geweld of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) of door bedreiging met geweld of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) werd gedwongen of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot hetplegen van die handelingen, bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of die misleiding en/of bestaande die (ondernomen) handeling(en) hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- die [aangeefster 5] valselijk heeft/hebben voorgespiegeld dat zij, die [aangeefster 5], in Nederland als stripteasedanseres zou komen te werken en/of (vervolgens)
- aan die [aangeefster 5] heeft/hebben medegedeeld dat zij voor de onkosten van haar reis en/of de daarbij behorende papieren (om naar Nederland te komen) een schuld aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) zou hebben en dat zij die terug moest betalen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- (meermalen), althans éénmaal aan die [aangeefster 5] (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd: “hou je bek, je hebt dit zelf gewild en je moet niet denken dat ik alles ga betalen” en/of “neem me niet in de maling, wat ben je dan van plan je moet me nog veel geld terug betalen” en/of “ik dood je familie”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- (met kracht) met een (ijzeren) staaf althans een hard voorwerp heeft/hebben geslagen tegen de benen, althans het lichaam van die [aangeefster 5] en/of (vervolgens) (een) stomp(en)/klap(pen) in het gezicht althans tegen het lichaam van die [aangeefster 5] heeft/hebben gegeven en/of (vervolgens)
- aan die [aangeefster 5] heeft/hebben medegedeeld dat zij maar als prostituee moest gaan werken om zo haar schuld aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) af te betalen en/of (vervolgens)
- het geld wat zij, [aangeefster 5], had verdiend als prostituee aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) (gedeeltelijk) laten afdragen en/of
- die [aangeefster 5] heeft/hebben laten controleren en/of heeft/hebben gecontroleerd;
zulks terwijl die [aangeefster 5] de Nederlandse taal niet en/of onvoldoende beheerste en/of onbekend was in Nederland en/of bijna niemand kende in Nederland en zulks terwijl het krachtens het bepaalde in de vreemdelingenwetgeving aan die [aangeefster 5] niet was toegestaan in Nederland te verblijven en/of werkzaamheden te verrichten.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Ten aanzien van de onder 3 en 6 tenlastegelegde feiten heeft het hof, op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, niet de overtuiging bekomen dat de verdachte zich aan die feiten heeft schuldig gemaakt. De verdachte zal dan ook van die tenlastegelegde feiten worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 26 juni 2004 tot en met 23 augustus 2004 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [aangeefster 1], met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en zijn mededaders wisten, dat die [aangeefster 1] door feitelijkheden of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die seksuele handelingen, bestaande die feitelijkheden en/of dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht hieruit dat verdachte en zijn mededaders telkens
- aan die [aangeefster 1] heeft medegedeeld dat zij voor de onkosten van haar reis en/of de uitnodiging om naar Nederland te komen een schuld aan hem, verdachte, zou hebben en dat zij die terug moest betalen, althans woorden van gelijke aard en strekking en/of
- aan die [aangeefster 1] heeft medegedeeld dat zij maar als animeermeisje moest gaan werken om zo haar schuld aan hem, verdachte, en zijn mededader(s) af te betalen en/of
- het geld wat zij, [aangeefster 1], had verdiend als prostituee aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) (gedeeltelijk) heeft laten afdragen en
- die [aangeefster 1] hebben laten controleren en/of hebben gecontroleerd;
zulks terwijl die [aangeefster 1] de Nederlandse taal niet beheerste en onbekend was in Nederland en bijna niemand kende in Nederland en zulks terwijl het krachtens het bepaalde in de vreemdelingenwetgeving aan die [aangeefster 1] niet was toegestaan in Nederland werkzaamheden te verrichten;
hij in de periode van 1 juni 2004 tot en met 23 augustus 2004 te Rotterdam en Groningen, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, een ander, genaamd [aangeefster 3], door feitelijkheden of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte en zijn mededaders wisten dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die seksuele handelingen beschikbaar stelde, bestaande die feitelijkheden en/of dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of bestaande die ondernomen handelingen hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- die [aangeefster 3] heeft gekocht van een mededader ([medeverdachte 1]) en vervolgens
- aan die [aangeefster 3] heeft medegedeeld dat zij, die [aangeefster 3], voor de onkosten van de koop van die [aangeefster 3] een schuld had aan hem, verdachte, en dat zij, die [aangeefster 3], dat geld moest terug betalen door als prostituee te gaan werken en vervolgens
- aan die [aangeefster 3] heeft medegedeeld dat zij het geld, althans een gedeelte van dat geld, wat zij, die [aangeefster 3], verdiende als prostituee, aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) moest afgeven, althans woorden van gelijke aard en strekking en
- die [aangeefster 3] heeft/hebben gecontroleerd en/of heeft laten controleren;
zulks terwijl die [aangeefster 3] de Nederlandse taal niet beheerste en onbekend was in Nederland en bijna niemand kende in Nederland en zulks terwijl het krachtens het bepaalde in de vreemdelingenwetgeving aan die [aangeefster 3] niet was toegestaan in Nederland werkzaamheden te verrichten;
hij in de periode van 16 maart 2003 tot en met 31 januari 2004 te Rotterdam en Assen en Groningen tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [aangeefster 4], met of voor een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), dat die [aangeefster 4] door feitelijkheden of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die seksuele handelingen, bestaande die andere feitelijkheden en/of dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s) telkens
- het geld wat zij, [aangeefster 4], had verdiend als prostituee aan hem verdachte zijn mededaders gedeeltelijk liet afdragen en
- die [aangeefster 4] hebben laten controleren en/of hebben gecontroleerd (ten aanzien van haar verdiensten);
zulks terwijl die [aangeefster 4] de Nederlandse taal niet beheerste en onbekend was in Nederland en bijna niemand kende in Nederland en zulks terwijl het krachtens het bepaalde in de vreemdelingenwetgeving aan die [aangeefster 4] niet was toegestaan in Nederland werkzaamheden te verrichten.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 2 en 5 bewezenverklaarde:
opzettelijk voordeel trekken uit seksuele handelingen van een ander met of voor een derde tegen betaling, terwijl hij weet dat die ander zich onder de in artikel 250a van het Wetboek van Strarecht lid 1 onder 1° genoemde omstandigheden beschikbaar stelt tot het plegen van die handelingen en het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
Een ander door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid dwingen dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel onder voornoemde omstandigheden enige handeling ondernemen waarvan hij weet dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die handelingen beschikbaar stelt, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen .
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 2, 3, 4 (tweede alternatief), 5 en 6 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich op de bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan – kort gezegd – mensenhandel, door een aantal jonge Roemeense vrouwen in de prostitutie te brengen en te houden en daarvan te profiteren. De slachtoffers zijn in een situatie gebracht waarin zij feitelijk volledig overgeleverd waren aan de verdachte en zijn mededaders. De verdachte en zijn mededaders hebben de afhankelijke en ongelijkwaardige positie van de slachtoffers en de risico’s die de prostitutie voor slachtoffers met zich kan brengen, voor eigen gewin genegeerd.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden een passende en geboden reactie vormt. Gelet evenwel op de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden tussen de datum van het instellen van het hoger beroep en de datum waarop eindarrest wordt gewezen, zal het hof de overwogen gevangenisstraf matigen tot een gevangenisstraf van achttien maanden.
Vorderingen tot schadevergoeding
In het onderhavige strafproces heeft [aangeefster 3] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 4 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 2.750,-.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof is evenwel aannemelijk geworden dat er immateriële schade is geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde. De vordering leent zich - naar maatstaven van billijkheid - voor toewijzing tot het gevorderde bedrag van € 2.750,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Voorts heeft [aangeefster 5] zich als benadeelde partij in het onderhavige strafproces gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 6 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 1.800,-.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot het in eerste aanleg toegewezen bedrag van € 1.500,-. Nu de verdachte ter zake van het onder 6 tenlastegelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij [aangeefster 5] evenwel niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van € 2.750,- aansprakelijk is voor de schade die door het onder 4 bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer
[aangeefster 3].
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 57 en 250a van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep - voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 en 6 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 2, 4 en 5 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangeefster 3] tot het gevorderde bedrag van € 2.750,00 (tweeduizend zevenhonderdvijftig euro), en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Veroordeelt de verdachte in de kosten die de benadeelde partij in verband met de vordering heeft gemaakt - welke kosten tot aan deze uitspraak vooralsnog zijn begroot op nihil - en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Legt aan de verdachte ter zake van het onder 4 bewezenverklaarde voorts de verplichting op om ten behoeve van [aangeefster 3] aan de Staat een bedrag te betalen van € 2.750,00 (tweeduizend zevenhonderdvijftig euro) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 37 (zevenendertig) dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis deze betalingsverplichting niet opheft.
Verstaat dat indien een mededader geheel of deels aan deze betalingsverplichting heeft voldaan, de verdachte daarvan in zoverre is bevrijd.
Verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer en omgekeerd.
Verklaart de benadeelde partij [aangeefster 5] niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit arrest is gewezen door mr. D.J.C. van den Broek, mr. L.A.J.M. van Dijk en mr. C.G.M. van Rijnberk, in bijzijn van de griffier mr. L.E.M. Meekenkamp.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 29 april 2011.