ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4128

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
1 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-001050-10
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mishandeling leerling na hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 augustus 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Middelburg. De verdachte, een leerkracht, was eerder veroordeeld voor mishandeling van een leerling, maar had hoger beroep aangetekend tegen deze veroordeling. De tenlastelegging betrof een incident op 30 maart 2009 te Scherpenisse, waarbij de verdachte de leerling bij de keel en/of nek zou hebben gepakt, wat zou hebben geleid tot letsel en pijn voor het slachtoffer.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 18 juli 2011 heeft het hof het bewijsmateriaal beoordeeld, inclusief de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis in eerste aanleg had gevorderd. Het hof heeft echter geconcludeerd dat het bewijs niet voldoende was om de verdachte schuldig te verklaren voor de mishandeling. Het hof heeft vastgesteld dat de eerdere vrijspraak in eerste aanleg voor een ander incident, dat ook aan de verdachte was ten laste gelegd, niet ter discussie stond in het hoger beroep.

Uiteindelijk heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde mishandeling. De beslissing is genomen op basis van het onvoldoende bewijs dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de mishandeling van de leerling. Het arrest is uitgesproken door de rechters G.P.A. Aler, T.E. van der Spoel en P.J. van der Flier, waarbij mr. P.J. van der Flier niet in staat was het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001050-10
Parketnummer: 12-706692-09
Datum uitspraak: 1 augustus 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Middelburg van 12 februari 2010 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [dag] 1956,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 18 juli 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) of omstreeks 30 maart 2009 te Scherpenisse, gemeente Tholen, (telkens) opzettelijk mishandelend [slachtoffer] (krachtig) bij en/of in de nabijheid van de keel en/of de nek heeft gepakt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Procesgang
Blijkens het dossier ziet de tenlastelegging kennelijk op een tweetal incidenten, waarbij de verdachte één van zijn leerlingen, [slachtoffer], op school zou hebben mishandeld, namelijk (aan het einde van de pauze) bij het binnengaan, bij de schooldeur en daarna in het klaslokaal.
In eerste aanleg is de verdachte van de tenlastegelegde mishandeling in het klaslokaal vrijgesproken. Ter zake van de tenlastegelegde mishandeling van [slachtoffer] bij de buitendeur van het schoolgebouw is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep is ingevolge het bepaalde bij artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet gericht tegen de in eerste aanleg gegeven vrijspraak van de tweede impliciet cumulatief tenlastegelegde mishandeling van [slachtoffer] in het klaslokaal.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voorzover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Het hof is - anders dan de advocaat-generaal - van oordeel dat gegeven het zich in het dossier bevindende bewijsmateriaal niet is komen vast te staan dat de verdachte zich op 30 maart 2009 te Scherpenisse heeft schuldig gemaakt aan de hem als eerste impliciet cumulatief tenlastegelegde mishandeling van [slachtoffer], zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep - voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. G.P.A. Aler, mr. T.E. van der Spoel en mr. P.J. van der Flier, in bijzijn van de griffier mr. S. Hartog-Zamani.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 1 augustus 2011.
Mr. P.J. van der Flier is buiten staat dit arrest te ondertekenen.