ECLI:NL:GHSGR:2011:BR2962
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- G.B.C.M. van der Reep
- J.C.W. Rang
- H.J.M. Boukema
- Rechtspraak.nl
Derdenwerking exoneratiebeding en regresvordering van verzekeraar
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tussen de besloten vennootschap Oranjedak Zuid B.V. en de naamloze vennootschap N.V. Interpolis Schade. Oranjedak, de appellant in het principaal appel en geïntimeerde in het incidenteel appel, had een exoneratiebeding in haar algemene voorwaarden dat zij wilde inroepen tegen Interpolis, die als verzekeraar had uitgekeerd aan derden na een brand. Het hof heeft in een eerder tussenarrest op 20 juli 2010 reeds een aantal grieven behandeld en in dit arrest is verder ingegaan op de vraag of het exoneratiebeding ook kan worden ingeroepen tegen derden die geen contractuele relatie met Oranjedak hebben.
Het hof heeft geoordeeld dat Oranjedak het exoneratiebeding kan tegenwerpen aan Interpolis, maar niet aan de derden waaraan Interpolis uitkeringen heeft gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat Interpolis meer dan € 500.000,- heeft uitgekeerd aan andere verzekerden dan BEM, maar dat de gestelde bijkomende omstandigheden van Oranjedak onvoldoende zijn om derdenwerking van het exoneratiebeding te aanvaarden. De betrokkenheid van de drie vennootschappen die Oranjedak noemde, was niet voldoende onderbouwd.
Daarnaast heeft het hof de proceskosten van het hoger beroep toegewezen aan Oranjedak, die in het ongelijk is gesteld. De rechtbank had eerder buitengerechtelijke kosten van Interpolis toegewezen, en het hof heeft deze beslissing bevestigd, met uitzondering van de wettelijke rente die vanaf een andere datum moet worden toegewezen. Het hof heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit arrest is gewezen door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.