ECLI:NL:GHSGR:2011:BR2919
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep kort geding
- M. Labohm
- A. Dusamos
- J. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding tot ontruiming voormalige echtelijke woning met spoedeisend belang
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door de man tegen een vonnis van de rechtbank Dordrecht van 24 maart 2010. De man, die in de voormalige echtelijke woning verblijft, vordert dat het hof het vonnis vernietigt en de vorderingen van de vrouw niet ontvankelijk verklaart of afwijst. Tevens vraagt hij om een termijn van 6 tot 8 maanden om vervangende woonruimte te vinden, mocht hij de woning moeten ontruimen. De vrouw, die de man in deze procedure als geïntimeerde heeft, heeft de grieven van de man bestreden en een akte houdende overlegging van producties ingediend.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de feiten zoals door de voorzieningenrechter zijn vastgesteld niet zijn betwist. De man heeft in zijn eerste grief aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang van de vrouw. Hij stelt dat herstelwerkzaamheden aan de woning ook kunnen plaatsvinden terwijl hij er woont en dat de vrouw onvoldoende heeft onderbouwd dat zij financieel belang heeft bij een snelle verkoop van de woning.
In zijn tweede grief betoogt de man dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij de woning binnen één maand na betekening van het vonnis moet verlaten. Hij wijst erop dat hij geen urgentieverklaring heeft en dat hij zonder familie om tijdelijk onderdak te vinden, op straat komt te staan. Het hof oordeelt dat de vrouw zich coulant heeft opgesteld door de man tot half januari 2010 de tijd te geven om de woning te verlaten. Het hof concludeert dat de man niet voldoende stappen heeft ondernomen om alternatieve woonruimte te vinden en dat zijn verzoek om een langere termijn voor ontruiming niet wordt toegewezen.
Uiteindelijk bekrachtigt het hof het vonnis van de rechtbank en veroordeelt de man in de kosten van het hoger beroep. Het arrest is uitgesproken op 25 januari 2011 door de rechters M. Labohm, A. Dusamos en J. van Dijk.