ECLI:NL:GHSGR:2011:BR1359
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.V. van den Berg
- J. Kramer
- M.J. van der Ven
- Rechtspraak.nl
Uitleg overeenkomst en beroep op opschorting in civiele zaak
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, ging het om een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van de rechtbank Middelburg. De zaak draaide om de uitleg van een overeenkomst en de vraag of [appellante] terecht een beroep deed op opschorting. De feiten van de zaak zijn als volgt: [geïntimeerde] ontkende dat tijdens een bijeenkomst op 4 augustus 2000 de bedoeling van [appellante] met betrekking tot een koppeling en het contract met Delta aan de orde zijn geweest. [geïntimeerde] verwees naar een faxbericht van 8 augustus 2000, waarin afspraken werden bevestigd zonder enige vermelding van een koppeling. Na het ondertekenen van de overeenkomst heeft [geïntimeerde] pas later kennis gekregen van de overeenkomst van [appellante] met Delta. Er volgden lange onderhandelingen en uiteindelijk werd de koppeling uitgevoerd, maar [geïntimeerde] stelde dat de gegevens niet zonder meer door Delta konden worden overgenomen.
Het hof overwoog dat in het bestek en de opdrachtbevestiging geen melding werd gemaakt van een koppeling, en dat [appellante] onvoldoende had gesteld om te oordelen dat [geïntimeerde] had moeten begrijpen dat de koppeling tot de overeenkomst behoorde. Het hof concludeerde dat [geïntimeerde] er onder de gegeven omstandigheden van uit mocht gaan dat de overeenkomst niet meer behelsde dan vermeld in de opdrachtbevestiging. Dit leidde tot de conclusie dat [appellante] niet kon stellen dat het niet bruikbaar zijn van de prognoses een tekortkoming van [geïntimeerde] was.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep. De proceskostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze uitspraak is gedaan op 12 juli 2011 door de zesde civiele kamer van het hof, met de betrokken rechters A.V. van den Berg, J. Kramer en M.J. van der Ven.