ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ8252

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
29 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-004908-10
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan opzet tot mishandeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 29 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld tot een taakstraf van veertig uren, subsidiair twintig dagen hechtenis, wegens mishandeling van zijn toenmalige echtgenote op 3 juli 2009. De advocaat-generaal had in hoger beroep gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte opnieuw zou worden veroordeeld tot een taakstraf.

Het hof heeft echter, na het bestuderen van de processtukken en het horen van de argumenten van de advocaat-generaal en de verdediging, geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor het opzet van de verdachte om letsel of pijn toe te brengen aan zijn echtgenote. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet opzettelijk heeft gehandeld, noch in voorwaardelijke zin. Dit leidde tot de beslissing om de verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde.

De uitspraak van het hof houdt in dat het eerdere vonnis niet in stand kan blijven, omdat het hof zich niet kan verenigen met de conclusie van de politierechter. De vrijspraak is gebaseerd op het gebrek aan overtuiging dat de verdachte opzet had om de mishandeling te plegen. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en heeft de verdachte van alle beschuldigingen vrijgesproken.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004908-10
Parketnummer: 09-663017-09
Datum uitspraak: 29 april 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 15 september 2010 in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats],
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 15 april 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf van veertig uren, subsidiair twintig dagen hechtenis, met een proeftijd van twee jaren.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 03 juli 2009 te 's-Gravenhage opzettelijk mishandelend zijn echtgenoot, althans een persoon, te weten [naam echtgenote], (meerdere malen) heeft geduwd en/of (krachtig) heeft vastgepakt/vastgegrepen en/of in/op/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf van veertig uren, subsidiair twintig dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Het hof is op grond van de processtukken en het onderzoek ter terechtzitting niet tot de overtuiging kunnen komen dat het opzet van de verdachte erop was gericht om zijn toenmalige echtgenote letsel en/of pijn toe te brengen, ook niet in voorwaardelijke zin. Dit maakt dat de verdachte van het tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. D.J.C. van den Broek, mr. L.A.J.M. van Dijk en mr. C.G.M. van Rijnberk, in bijzijn van de griffier mr. S.N. Keuning.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 29 april 2011.