ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ7122
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.V. van den Berg
- G. Dulek-Schermers
- H.D. van Romburgh
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige uitsluiting van inschrijver bij onderhandse aanbesteding na stopzetting openbare aanbesteding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Van der Made Infra B.V. tegen de Gemeente Maassluis, naar aanleiding van een geschil over een aanbesteding voor het vervangen van een kademuur. De Gemeente had op 2 maart 2007 een openbare aanbesteding aangekondigd, maar trok deze op 11 juli 2007 terug vanwege budgettaire redenen. Vervolgens nodigde de Gemeente enkele bedrijven uit voor een onderhandse aanbesteding van een deel van het werk, waarbij Van der Made niet was uitgenodigd. Van der Made stelde dat de Gemeente onrechtmatig had gehandeld door haar niet uit te nodigen voor de onderhandse aanbesteding, omdat zij als laagste inschrijver bij de eerdere openbare aanbesteding was aangemerkt.
Het hof oordeelde dat de Gemeente gerechtigd was om de openbare aanbesteding stop te zetten en dat de beslissing om Van der Made niet uit te nodigen voor de onderhandse aanbesteding niet onrechtmatig was. Het hof benadrukte dat de Gemeente op het moment van de onderhandse aanbesteding twijfels had over de geschiktheid van Van der Made, wat een legitieme reden was om haar niet uit te nodigen. De grieven van Van der Made werden verworpen, en het hof bevestigde de eerdere vonnissen van de rechtbank Rotterdam, die de vordering van Van der Made had afgewezen.
De uitspraak benadrukt de vrijheid van aanbestedende diensten om te bepalen wie zij uitnodigen voor een onderhandse aanbesteding, mits zij zich houden aan de beginselen van transparantie en gelijkheid. Het hof concludeerde dat de Gemeente niet onrechtmatig had gehandeld door Van der Made niet uit te nodigen, en dat de eerdere aanbesteding niet opnieuw mocht worden aanbesteed onder dezelfde voorwaarden.