ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ3448

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
24 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-004530-10
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewelddadige binnendringing en seksuele dwang in de woning van het slachtoffer

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 24 januari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in Suriname in 1973 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer door middel van geweld en bedreiging. Op 11 februari 2010 drong de verdachte, na eerder door de politie te zijn weggestuurd, de woning van het slachtoffer binnen door een raam in te slaan. Hij heeft het slachtoffer gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen, waaronder het in de mond brengen van zijn penis. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan deze handelingen, die in strijd waren met de wil van het slachtoffer en onder bedreigende omstandigheden plaatsvonden.

Het hof bevestigde de eerdere bevindingen van de rechtbank, maar oordeelde dat de strafmaat moest worden aangepast. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van éénentwintig maanden, maar het hof legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twaalf maanden op. Het hof nam daarbij in overweging dat de verdachte eerder was veroordeeld voor vergelijkbare feiten en dat zijn handelen een ernstige inbreuk op de persoonlijke integriteit van het slachtoffer vormde. De verdachte had zich louter laten leiden door zijn eigen lusten, zonder rekening te houden met de gevolgen voor het slachtoffer. Het hof benadrukte de ernst van het feit en de impact ervan op het slachtoffer, en concludeerde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk was om recht te doen aan de gepleegde feiten.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004530-10
Parketnummer(s): 09-900127-10 en 09-925561-08 (TUL)
Datum uitspraak: 24 januari 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 19 augustus 2010 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1973,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Haaglanden, locatie Huis van Bewaring te Zoetermeer.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 10 januari 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van éénentwintig maanden met aftrek van voorarrest. Tevens is de tenuitvoerlegging gelast van een voorwaardelijke veroordeling als vermeld in het vonnis.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 11 februari 2010 te 's-Gravenhage door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster], hebbende verdachte zijn penis in de mond van die [aangeefster] gebracht en/of gehouden en/of zijn penis in de vagina van die [aangeefster] gebracht en/of gehouden en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte:
- een raam van de woning van die [aangeefster] heeft ingeslagen en/of (vervolgens) die woning is binnengegaan en/of
- (vervolgens) die [aangeefster] naar achter heeft geduwd en/of aan de haren (naar achter) heeft getrokken en/of
- (vervolgens) die [aangeefster] op een bed heeft gedrukt en/of haar de woorden heeft toegevoegd: "Je luistert naar mij. Je doet wat ik wil", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [aangeefster] aan haar haren overeind/omhoog heeft getrokken en/of (vervolgens) naar voren/beneden heeft getrokken en/of haar (vervolgens) de woorden heeft toegevoegd: "Pijpen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) die [aangeefster] met kracht naar achter heeft getrokken en/of (terwijl zij op haar rug op bed lag) op die [aangeefster] is gaan liggen en/of
- (vervolgens) met kracht de pols van die [aangeefster] heeft vastgepakt en/of haar de woorden heeft toegevoegd: "Nu stop je hem erin", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) zijn hand op de mond van die [aangeefster] heeft gelegd en/of haar de woorden heeft toegevoegd: "Stik maar", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
en/of (aldus) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
Het vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, behalve ten aanzien van de oplegging van de straf en de motivering daarvan.
In dit opzicht zal het hof het vonnis waarvan beroep vernietigen.
Voor het overige verenigt het hof zich met de gronden en beslissingen in het vonnis, met dien verstande dat het hof daarin de hierna te vermelden aanvulling aanbrengt.
Het hof is met de rechtbank van oordeel dat de tenlastegelegde handeling, te weten het onder dwang zijn penis in de mond van het slachtoffer brengen, op grond van de daarvoor in het vonnis van de rechtbank opgenomen overweging, bewezen kan worden verklaard.
Het hof overweegt, in aanvulling op de genoemde overweging van de rechtbank, dat de verdachte die bewuste nacht al tweemaal eerder op instigatie van aangeefster door de politie was afgevoerd. Daarom en gezien het feit dat de verdachte bij zijn derde bezoek aan aangeefster haar woning slechts door verbreking van een raam kon betreden is duidelijk – en moet ook voor verdachte duidelijk zijn geweest – dat aangeefster na het initiële contact met verdachte die nacht van alle verder contact met verdachte verschoond wenste te blijven. Ook deze omstandigheid laat zich niet rijmen met de lezing van verdachte van de feiten.
Het vonnis waarvan beroep dient derhalve – behoudens voor zover het wordt vernietigd - onder aanvulling van gronden te worden bevestigd.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte terzake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van éénentwintig maanden met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal de tenuitvoerlegging gevorderd van een voorwaardelijke veroordeling.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het onder dwang in de mond van het slachtoffer brengen van zijn penis, in de eigen woning van het slachtoffer. De verdachte is, nadat hem al twee keer eerder die nacht te kennen was gegeven door het slachtoffer en de politie dat hij haar met rust moest laten, het huis van het slachtoffer binnengedrongen door een raam in te slaan en vervolgens heeft hij tegen haar wil, met geweld en bedreiging met geweld, zijn penis in haar mond gebracht. Het hof rekent het de verdachte met name aan dat hij ’s nachts op een gewelddadige wijze het huis van het slachtoffer is binnengedrongen en haar in haar eigen woning, een plek waar men zich bij uitstek veilig en geborgen zou moeten voelen, zo heeft behandeld.
De verdachte heeft zich met dit handelen louter en alleen laten leiden door zijn eigen lust- en behoeftebevrediging, zonder zich daarbij te bekommeren om de gevolgen van zijn handelen voor het slachtoffer. Op het bewezenverklaarde feit kan niet anders worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof waardeert de ernst van het bewezenverklaarde feit anders dan de advocaat-generaal en de rechtbank in eerste aanleg waarbij ook een rol heeft gespeeld dat de verdachte en het slachtoffer in het recente verleden regelmatig seks met elkaar hadden en dus ook in dat opzicht reeds bekenden van elkaar waren, alsmede dat de bewezenverklaarde handelingen –hoe ernstig ook- gelukkigerwijs van beperkte duur zijn geweest.
Het hof zal in zoverre dan ook afwijken van de duur van de op te leggen gevangenisstraf die door de advocaat-generaal is gevorderd en door de rechter in eerste aanleg is opgelegd. Het hof acht voor de hier bewezenverklaarde gedragingen de na te noemen geboden geachte strafduur meer in overeenstemming met de in vergelijkbare gevallen op te leggen gevangenisstraffen en derhalve meer passend.
Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 27 december 2010 is de verdachte meermalen onherroepelijk veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
BESLISSING
Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met aanvulling van gronden als hiervoor overwogen, behalve voor wat betreft de strafoplegging en de motivering daarvan.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep met betrekking tot de strafoplegging en de motivering daarvan en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. S. van Dissel, mr. H.M.A. de Groot en mr. M.I. Veldt-Foglia, in bijzijn van de griffier A. van der Schalk. Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 24 januari 2011.