ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ2077
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dupain
- A.E.A.M. van Waesberghe
- J.P. Heering
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake wanprestatie en schadevergoeding tussen IP-Com B.V. en Newtel Essence B.V.
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, gaat het om een hoger beroep van IP-Com B.V. tegen Newtel Essence B.V. over een geschil dat voortvloeit uit een overeenkomst van 14 januari 2005, waarbij IP-Com haar onderneming aan Newtel heeft verkocht. IP-Com vordert een schadevergoeding van € 1.663.750, subsidiair € 330.000, op basis van de stelling dat Newtel wanprestatie heeft gepleegd door de targets niet te behalen, wat heeft geleid tot schade voor IP-Com. De targets waren vastgesteld in een earn-out regeling die aan de overeenkomst was verbonden, maar IP-Com stelt dat Newtel tekort is geschoten in haar verplichtingen, onder andere door een gebrek aan inspanning en het onterechte ontslag van de directeur van IP-Com.
Het hof overweegt dat IP-Com niet in gebreke heeft gesteld, wat betekent dat er geen verzuim is. IP-Com had Newtel in de gelegenheid moeten stellen om haar tekortkomingen te verhelpen. Het hof concludeert dat de gestelde tekortkomingen van Newtel niet tot schadeplichtigheid leiden. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat Newtel niet in verzuim was geraakt, en het hof bekrachtigt deze beslissing. De vorderingen van IP-Com worden afgewezen, en het hof veroordeelt IP-Com in de kosten van de procedure in hoger beroep.
De uitspraak van het hof is gedaan op 19 april 2011, en het arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak illustreert de noodzaak van een duidelijke ingebrekestelling en de gevolgen van het niet behalen van contractuele verplichtingen in commerciële overeenkomsten.