ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1521
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.A. Schuering
- J.A. van Kempen
- H.J. Steinvoort
- Rechtspraak.nl
Misbruik van bevoegdheid bij aanvraag eigen faillissement
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 14 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanvraag van [appellante] tot haar eigen faillietverklaring. De rechtbank had eerder, op 1 maart 2011, de aangifte van [appellante] tot faillietverklaring afgewezen, omdat er sprake was van misbruik van bevoegdheid. De rechtbank oordeelde dat er geen vermogen was dat verdeeld kon worden onder de schuldeisers, en dat het verzoek van [appellante] niet in het belang van de curator was, die geconfronteerd zou worden met niet verhaalbare kosten. [appellante] stelde dat haar vermogenspositie geen belemmering vormde voor faillietverklaring, aangezien de Faillissementswet geen eis stelt dat er vermogen aanwezig moet zijn. Ze voerde aan dat ze wel degelijk inkomen had, maar het hof oordeelde dat de aanvraag tot faillietverklaring misbruik van bevoegdheid inhield. Het hof concludeerde dat er geen baten te verwachten waren om de kosten van de curator te dekken, en dat de schuldenlast van [appellante] ongewijzigd zou blijven na een faillissement. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank en oordeelde dat [appellante] in redelijkheid niet tot de uitoefening van haar bevoegdheid om faillissement aan te vragen had kunnen komen. De zaak benadrukt de noodzaak van een evenwichtige afweging tussen de belangen van de schuldenaar en de curator, en de voorwaarden waaronder een faillissementsaanvraag kan worden gedaan.